Foto gemaakt door Ab Donker - Buurmalsen - Eigenlijk iedereen had erop gerekend, en toch werd het in De Bilt gisteren geen 30 graden. Een officiële tropische dag bleef uit. Hoe kon dat gebeuren?
Foto gemaakt door Ab DonkerBuurmalsenEigenlijk iedereen had erop gerekend, en toch werd het in De Bilt gisteren geen 30 graden. Een officiële tropische dag bleef uit. Hoe kon dat gebeuren?
Nu

Waarom werd het in De Bilt (net) geen 30 graden?

Eigenlijk iedereen ging ervan uit dat we gisteren in Nederland de eerste officiële tropische dag konden aantekenen. Daarvan is sprake als het bij het KNMI in De Bilt 30 graden of warmer wordt. Tot verrassing van velen gebeurde het echter niet: de temperatuur in De Bilt bleef bij 29,8 graden steken en het wachten wordt nog even verlengd.

Het was een bijzondere dag. Het eerste deel van de dag scheen de zon volop en vlogen de temperaturen omhoog. Al snel werd in het zuidoosten van Nederland de eerste dertiger aangetekend, niet veel later volgde het hele oosten van Nederland. Uiteindelijk was Hupsel in de Achterhoek de warmste: het kwik steeg er tot 32,9 graden.

Dan naar De Bilt. Daar lukte het dus niet. De temperatuur bleef er bij 29,8 graden steken. Ook Cabauw in de provincie Utrecht wist het niet tot een tropische waarde te brengen. Daar steeg het kwik niet verder dan tot 29,7 graden. Op alle stations rond de provincie Utrecht lukte het wel. Rotterdam had een tropische dag, Schiphol, Lelystad, Heino, Deelen en Herwijnen kwamen ook allemaal (ruim) boven 30 graden uit.

Nieuwe stek

Er was een tijd dat de thermometer in De Bilt gevoelsmatig vroeg was met mijlpalen van de temperatuur, zoals de eerst twintiger, de eerste zomerse dag en de eerst dertiger. Totdat de thermometer in het voorjaar van 2009 een nieuwe stek kreeg. De oude lag te dicht bij een bomenrij en die bomen hadden, zo had een gedegen onderzoek van het KNMI laten zien, geleidelijk aan steeds meer invloed op de metingen gekregen. Onder bepaalde omstandigheden gaf de thermometer een te hoge waarde aan. Reden genoeg om hem te verplaatsen en die verstorende invloed van de bomen weg te halen.

Dat is goed gelukt, zo is in de jaren daarna gebleken. Was ‘De Bilt’ vroeger vaak relatief vroeg in he bereiken van de jaarlijkse mijlpalen, nu hobbelt het nationale weerstation vaak een beetje achter de andere stations aan. Als het in andere delen van Nederland voor het eerst al 20 graden wordt, blijft het kwik in De Bilt op 19,9 graden steken en moeten we nog een tijdje op de eerste twintiger wachten. Ook dit voorjaar gebeurde dat weer. Met de eerste 25 graden kan het ook zo gaan, en nu wachten we dus nog op de eerst dertiger.

Waar komen de verschillen vandaan?

De grote vraag is dan: waar komen die verschillen met andere stations nu vandaan? We hebben er op de redactie van Weer.nl, na het ‘missen’ van de tropische dag van gisteren, nog maar eens over nagedacht en daarbij vooral naar de ligging van het weerstation gekeken. Het KNMI ligt net ten oosten van de stad Utrecht en net ten zuiden van De Bilt, in een veld. Wie er weleens is geweest, zal het opvallende gebouw zeker kennen. Er liggen dus open velden omheen, in de buurt bevindt zich een volkstuinencomplex en alleen aan de noordkant van het gebouw staan ook huizen en villa’s, horend bij de plaats De Bilt.

Bekijk je het van wat hoger, dan zie je dat er rond het KNMI best veel bebouwing is. Zo ligt Utrecht aan de westkant, liggen Nieuwegein en Vianen iets verder weg ten zuidwesten en ligt Houten ten zuiden. Verder zien we Bilthoven, Soest en Baarn ten noordoosten, Zeist en Amersfoort ten oosten en Bunnik, Odijk, Driebergen en Doorn ten zuidoosten. Aan de noord-noordwestkant en aan de zuid-zuidoostkant is er relatief weinig bebouwing.

Windrichting

Het kan niet anders of de windrichting heeft – onder bepaalde omstandigheden – invloed op de gemeten temperatuur. Het moet wel uitmaken of de wind voor een groot deel door bebouwde gebieden waait, waar op dagen als gisteren stadswarmte wordt opgebouwd, of juist niet. Nu wil het geval dat de wind gisteren zuid tot zuidoost was en dus uit één van de hoeken waaide waarin zich ten opzichte van het KNMI relatief weinig bebouwing bevindt. Op de passage door Bunnik na, had de wind wellicht een vrije doortocht.

Wat verder bij de temperatuuropbouw van belang is, en we hebben daar deze site al vaker op gewezen, is of de bodem droog is of juist vochtig. Is de bodem droog, dan wordt vrijwel alle straling van de zon in warmte omgezet en gaat er geen warmte verloren aan het laten verdampen van bodemvocht. Is de bodem vochtig, dan gebeurt dit wel. Dan komt het kwik relatief gezien wat lager uit. Zelfs een sproeier kan dan invloed hebben.

Beide invloeden speelden een rol

Tellen we alles bij elkaar op, dan kan de wat lagere temperatuur bij het KNMI in De Bilt het gevolg van een combinatie van beide invloeden zijn geweest. Mogelijk had de wind een vrije baan en werd onderweg maar weinig omgevingswarmte opgepikt. Daarnaast werd lucht aangevoerd die vanaf de kleigronden van het Rivierengebied afkomstig was. Daar is de bodem vochtig en dat kan een kleine rem op de stijging van de temperaturen hebben gehad. Tezamen kan dit ervoor hebben gezorgd dat het in De Bilt net niet tropisch werd. Grappig is dat Cabauw het ook niet redde, waarschijnlijk door dezelfde invloeden.

Is dit erg? Nee, helemaal niet. Een thermometer op een professionele meetplaats als die van het KNMI geeft altijd precies aan wat hij op dat moment meet. Als het dan geen 30 graden is, mag je ook niet van tropische temperaturen spreken. Zo is het, zo was het en zo zal het ook in de toekomst zijn. Dat is nu precies het mooie van temperatuurmetingen.

Reinout van den BornChef Redactie