Zeer zware storm treft Nederland precies 9 jaar geleden

De weerkaart zag er die dagen heel anders uit dan nu. Op de Oceaan vonden we een sterke straalstroom terug, tussen een lagedrukgebied bij IJsland en hogedrukgebieden in het zuiden. Op 26 oktober ontstond onder een actieve plek in die straalstroom een klein lagedrukgebied, met daarin ook de resten van een tropische storm die in de dagen daarvoor actief was geweest. Het systeem (een randstoring van het grote lagedrukgebied bij IJsland) activeerde snel en ging als een raket over de Oceaan op Europa af.

Engeland

Engeland kreeg er in de loop van zondag 27 oktober als eerste mee te maken. Daar nam de wind flink toe en kwam het al tot zware windstoten en ontstonden ook de eerste problemen op het spoor en op de weg. Enkele uren later, op maandag 28 oktober 2013, kwam Nederland aan de beurt. De NS had zich al voorbereid en besloten tijdens de storm met een uitgedunde dienstregeling te rijden. Niet voor niets, zo zou blijken.

Met name in de middag was het bar en boos in vooral het westen en noorden van Nederland. Het tramverkeer in Amsterdam kwam plat te liggen, de treinenloop werd ernstig ontregeld. Ten noorden van station Zwolle werd het treinverkeer na 12.00 uur zelfs helemaal stilgelegd. Dieper landinwaarts was de wind gemiddeld minder sterk, maar waren het de zware tot zeer zware windstoten die grote overlast veroorzaakten. Zo hadden de trolleybussen in Arnhem veel last van de in de wind dansende bovenleidingen.

Storm duurde 2 a 3 uur

Omdat het om een klein lagedrukgebied ging, duurde de storm niet langer dan 2 of 3 uur. Vooral op de Waddeneilanden was het tijdens de passage van mogelijk een stingjet (een gebied met extra zware windstoten) spookachtig. Veel mensen keken angstig naar buiten, waar containers en andere objecten door de straten werden geblazen. In die periode werd op Vlieland ook de windstoot van 152 kilometer per uur gemeten. Volgens de Bond van Verzekeraars werd voor minimaal 95 miljoen euro aan schade aangericht.

Op zijn weg naar het noordoosten bereikte het lagedrukgebied met 967 hPa zijn laagste kerndruk voor de kust van Denemarken. Daar werden de zwaarste windstoten van de storm gemeten. Het station Kegnaes kwam tot een windvlaag van 193 kilometer per uur. In het noorden van Duitsland en in Denemarken was de schade door de storm enorm. Het aantal ontwortelde bomen was er niet te tellen, over de weg en op het spoor ging vrijwel niets meer en het vliegveld van Kopenhagen werd gedurende enkele uren gesloten.

Opmaat naar zeer zachte winter

As gevolg van de storm kwamen uiteindelijk 21 mensen om het leven, van wie 8 in Duitsland, 6 in het Verenigd Koninkrijk, 3 in Nederland, 3 in Denemarken en 1 in Frankrijk. Overigens was de koek na de storm van 28 oktober nog niet op. Op 5 december werd het Noordzeegebied opnieuw door een zware storm getroffen, waarbij nieuwe schade ontstond. Het vuurwerk in het najaar was de opmaat naar één van de zachtste winters ooit, de enige winter tot nu toe met in De Bilt een Hellmannscore van 0,0 punten.