Zomerverwachting: wat heeft de rest van de zomer voor ons in petto?
De tweede maand van de meteorologische zomer, juli zit er bijna op. Met nog een week te gaan, koersen we op een gemiddelde temperatuur van 18,6 graden af, 0,4 meer dan de gebruikelijke 18,2 graden. Juni was bijna een graad warmer dan normaal en daarmee staat de zomer als geheel nu ongeveer 0,8 graden boven het gemiddelde. Maar wat zit er voor de komende weken nog meer in het vat, voordat de herfst begint?Wat deze zomer vooral opvalt, is het grote aantal zonuren. Met landelijk gemiddeld t/m 24 juli 500 zonuren, bezet de zomer van 2022 in de ranglijst van zonnigste zomers ooit tot nu toe een vierde plek, achter de zomers van 1959, 1976 en 2006. Het verschil met de tot 25 juli zonnigste zomer van 1959 bedraagt 36 uur. Verder is de zomer tot nu toe aan de droge kant geweest, in de extreem droge zomer van 2018 was het voor het laatst droger. Er zijn daarbij grote regionale verschillen. In stroken over het oosten en (zuid)westen is het nog veel droger, in een strook over het midden juist natter.
Noordrand
Met zijn zeer zonnige, vrij droge en ook warme zomerbeeld tot nu toe bevindt Nederland zich aan de noordrand van een gebied waar de zomer nog veel harder heeft uitgehaald. De kern hiervan is een strook die zich van Centraal-Spanje, via de Pyreneeën en de zuidoostelijke helft van Frankrijk naar de Alpenregio uitstrekt. Dit is het gebied waar de afwijkingen van de zomertemperaturen ten opzichte van normaal met een plus van 2 tot 4 graden het grootste zijn geweest. Dat zijn overigens bijzonder grote afwijkingen. Naar het noorden en naar het zuiden nemen de afwijkingen met normaal geleidelijk af.
Verder zien we in Europa dat de zomer een groot droogtegebied met twee kernen heeft gecreëerd. De eerste van die kernen bevindt zich boven Ierland, Engeland en Nederland, de tweede boven Hongarije, Slowakije en delen van Polen, Oekraïne, Moldavië en Roemenië. In het zuidoosten van Duitsland en in een deel van Oostenrijk is wel de normale hoeveelheid regen gevallen. Natter dan normaal was het alleen in een strook van Groenland en IJsland via Centraal- Scandinavië naar Finland en het noorden van Rusland, de baan die steeds door lagedrukgebieden van de Oceaan wordt gebruikt.
Zomerverwachting
Het beeld is conform de zomerverwachting, zoals we die in mei hebben gepresenteerd. De belangrijkste drijvers achter het weerpatroon van nu zijn de La Niña, zoals die in het zeegebied langs de evenaar tussen Zuid-Amerika aan de ene en Indonesië en Australië aan de andere kant aan de gang is en het warme water van de noordelijke helft van de Atlantische Oceaan. Hoewel La Niña nu wat minder sterk is dan eerder dit jaar, is het fenomeen toch sterk genoeg om de atmosfeer in het karakteristieke La Niña patroon te houden. Dat komt doordat de La Niña van dit moment al zo lang duurt. La Niña lijkt zich in de herfst weer te versterken en dan de derde opeenvolgende winter in te gaan.
Omdat op de achtergrond weinig verandert, kan het patroon van de zomer tot nu toe ook in augustus in grote lijnen standhouden. Er worden nauwelijks veranderingen verwacht. Nog steeds houdt het warme weer vooral ten zuiden van Nederland aan. Wij blijven in het gebied met eveneens boven normale temperaturen, maar dan minder uitgesproken, omdat perioden met hoge temperaturen en koelere episoden elkaar hier wel met enige regelmaat afwisselen. Op de overgangen van het ene naar het andere regime passeren storingen die af en toe wat regen of een bui kunnen brengen. Over het algemeen lijkt de droogte echter ook in augustus aan te houden en dat is slecht nieuws voor de natuur en de gewassen op het land die steeds meer van het watergebrek in ons land te lijden hebben. En dan hebben we het nog niet eens over de rivieren gehad, die nu al bijna recordlaag staan.
Geleidelijke verandering
Een geleidelijke verandering lijkt er wel voor het natte gebied in het noorden van Europa te komen. En dan gaat het er niet om dat daar droger weer wordt verwacht, maar wel dat de temperaturen er omhoog lijken te gaan, vooral tijdens de herfstmaanden. Tegelijkertijd lijkt de wisselvalligheid zich dan langzaam zuidwaarts te gaan uitbreiden, tot over delen van de Britse eilanden en – vanaf september – geleidelijk ook Nederland en het noorden van Duitsland. Verder naar het zuiden houdt het droge weer ook dan aan. De temperaturen blijven daarbij - ook in onze omgeving – nog steeds aan de hoge kant.
Al met al ziet het er dus naar uit dat er in Nederland de rest van de zomer (en dus ook in augustus) niet al teveel verandert in het huidige, vaak warmere dan normale en vrijwel voortdurend droge weerbeeld van de laatste weken. Het levert ons hoogstwaarschijnlijk een warme, vrij droge en zeer zonnige zomer op. Daarna, vanaf september en de start van de meteorologische herfst, kan het wel geleidelijk wisselvalliger worden als storingen op de Oceaan het weer bij ons meer lijken te kunnen gaan beïnvloeden. Maar ook dan lijken de temperaturen, in september en oktober dus, aan de hoge kant te blijven.