Foto gemaakt door Sven Lachmann via Pixabay
Foto gemaakt door Sven Lachmann via Pixabay
Nu

Natuurbranden al aan de orde van de dag in Nederland

Sinds een paar dagen geldt voor heel Nederland de hoogste alarmfase voor het risico op natuurbranden. En dat is niet voor niks. Er zijn al heel wat branden geweest en met de oplopende droogte zullen er ongetwijfeld nog veel meer volgen.

‘Alarmfase 2’ klinkt misschien niet erg alarmerend, maar toch is het de hoogste fase die we hebben. Tot voor kort gold dit nog niet voor de noordelijke provincies Friesland, Groningen en Drenthe waar het nog wat natter (en koeler) was, maar nu de hitte en droogte op volle toeren doorstoomt is ook in het noorden het risico groot geworden.

Fase 2 houdt in dat de brandweer met extra materieel en menskracht uitrukt naar een natuurbrandmelding. Natuurbranden kunnen zich heel snel uitbreiden en zijn moeilijk te bestrijden. Bijna overal geldt bij fase 2 ook een verbod op open vuur.

Duizend branden

Inmiddels komen in Nederland al heel regelmatig natuurbranden voor. Elk jaar brandt ongeveer 35 hectare af; een gebied ter grootte van 60 voetbalvelden. In de droogste jaren zagen we de meeste branden. Afgelopen jaar waren er ongeveer 750 natuurbranden in ons land. In het zeer droge 2018 ging het aantal meldingen richting de duizend. Meestal kunnen die branden nog wel in de kiem worden gesmoord, maar door de stijgende temperaturen en het eveneens stijgende neerslagtekort nemen de risico’s toe.

De droogte op dit moment is al ernstiger dan het in dat extreme jaar 2018 was. Na een behoorlijk natte periode in de lente is het neerslagtekort als een speer gestegen, en het is inmiddels overal te zien. En ook hebben we al een heel aantal natuurbranden gezien. Afgelopen zaterdag reed een collega langs een fikse autobrand op de A12, waarbij het vuur ook oversloeg op de berm. Een dag eerder stond de Leusderhei in de fik. Nog een dag eerder legde een duinbrand in Noord-Holland al zo’n 200 vierkante meter natuur in de as.

Geen Canada

Die 'paar' voetbalvelden die afbranden zijn natuurlijk totaal niet vergelijkbaar met de berichten die we soms uit Zuid-Europa horen, en wat er op dit moment bijvoorbeeld in Canada gebeurt. Gigantische gebieden staan daar in brand en de rook verspreidt zich duizenden kilometers ver. Wellicht heb je de buitenaardse beelden uit New York gezien; de hele stad kleurde bruin en geel door een dikke laag rook uit Canada. Gigantische branden in vaak onherbergzame gebieden zijn begrijpelijkerwijs moeilijk te bestrijden. Wij hebben geen bergen, onze natuurgebieden zijn niet zo enorm uitgestrekt, en er is een aardig netwerk van brandgangen. (Al hadden de blusvoertuigen onlangs grote moeite een brand bij Budel te bereiken, omdat ze niet door het mulle zand konden komen.)

Snel gevaarlijk

Toch creëert die kleinschaligheid juist extra problemen. Want een natuurbrand an sich is nog niet zo problematisch – de natuur profiteert er ook van – maar in ons kleine postzegellandje levert ook een kleine brand al heel snel een gevaar op. Doordat Nederland steeds voller wordt gebouwd, heeft een ‘klein brandje’ al snel een grote impact. Naast natuurgebieden vind je vaak meteen al woningen of woonwijken, maar ook campings, zorginstellingen, of vitale functies als hoogspanningsleidingen. Zo zijn er al eens vakantieparken ontruimd, kregen omwonenden een evacuatieadvies, en bij de branden zoals die van vorige week, vlakbij de snelweg, worden al snel rijstroken afgesloten wat weer grote verkeersproblemen oplevert.

Dit gaat vaker gebeuren. Dat verwachten de experts, en we zien het tegelijkertijd al gebeuren. De brandweer en andere veiligheidsinstanties treffen natuurlijk maatregelen. Van oudsher richt de brandweer zich natuurlijk voornamelijk op gebouwbranden, maar nu komen natuurbranden steeds meer in de aandacht. Zo gingen er al brandweerlieden op ‘stage’ in Spanje. Op allerlei strategische plekken staan blusvoertuigen klaar om acuut in actie te kunnen komen. Boven natuurgebieden worden regelmatig verkenningsvluchten uitgevoerd, zodat men sneller kan zien of er iets loos is.

Alle brandweerwagens op

Toch maakt men zich zorgen, vooral vanwege een gebrek aan materieel en menskracht. Als er bijvoorbeeld op meerdere plekken tegelijk een natuurbrand zou ontstaan, kunnen we dat eigenlijk niet aan. Zo'n situatie kwam vorig jaar voor in Groot-Brittannië. Op een extreem droge en warme dag in het Verenigd Koninkrijk vonden veel natuurbranden tegelijk plaats die zich uiteindelijk ook tot in woonwijken hebben uitgebreid. Zo'n 60 woningen zijn daarbij verloren gegaan. Gedurende enkele uren was letterlijk ál het brandweermateriaal ingezet; als er een verkeersongeval plaatsvond was er simpelweg niemand meer beschikbaar om te helpen. Zoiets kan ook in Nederland gebeuren.

Wat het voor jou betekent

Voorkomen is dus veel beter dan genezen, en daar kan jij ook bij helpen. Want: de meeste natuurbranden ontstaan door menselijk handelen. Er is maar één klein vonkje voor nodig. Dus, nu we allemaal in alarmfase 2 zitten, let even hierop: in bijna alle gemeenten geldt een verbod op open vuur (ook voor wie een ontheffing heeft). Vaak geldt ook een verbod op barbecueën, in parken en op campings bijvoorbeeld. Kampvuren, wensballonnen en fakkels mogen ook meestal niet. Roken in de natuur is ongewenst en automobilisten moeten opletten dat ze hun hete voertuig niet in droog gras parkeren. Let bijvoorbeeld ook op glas; als dat in de zon ligt kan een brand gemakkelijk ontstaan.

Als je dan toch een natuurbrand tegenkomt, adviseren de veiligheidsdiensten het volgende:

  • Wacht hulp niet af. Vlucht zo snel en ver mogelijk weg van de brand, indien mogelijk naar de openbare weg.
  • Loop niet voor de brand uit of in de richting waarin de brand zich verspreidt, maar haaks op de brand. Daarmee is de kans kleiner dat de brand u inhaalt.
  • Help andere mensen en kinderen om op een veilige plek te komen.
  • Bel 112 om de locatie van de brand zo precies mogelijk door te geven.
Dorien BouwmanMediameteoroloog