Record weinig zeeijs in januari in het zuidpoolgebied
Uit recent onderzoek is naar voren gekomen dat er in de maand januari nog nooit zo weinig zeeijs op Antarctica, of de Zuidpool, was. Ten opzichte van andere jaren is er gemiddeld ruim 31 procent minder zeeijs aanwezig en daarmee is het record van januari 2017 gebroken. Op dit moment is er 1,7 miljoen vierkante kilometer minder zeeijs dan gemiddeld aanwezig. Het zeeijs zal de komende tijd nog iets verder smelten, maar het minimum is nu wel bijna bereikt.IJs komt zowel op het land als in zee voor. Landijs is bijvoorbeeld de dikke ijslaag die op het vasteland van Groenland ligt, maar we vinden het ook in gletsjers, bergen en ijskappen. Als dat ijs zou smelten, stroomt het de zeeën in, waardoor de zeespiegel uiteindelijk zal stijgen. Zeeijs heeft geen vaste ondergrond en dit soort ijs vinden we op of in het water, vooral rond de Noordpool en Antarctica. Dit ijs ligt of drijft al in het water en als het smelt, wordt het de hoeveelheid ijs door dezelfde hoeveelheid water vervangen. Het smelten van zeeijs heeft dan ook geen gevolgen voor de zeespiegelstijging, maar het is geen goed teken voor het klimaat.
Dalende trend
Hoewel de omvang van het zeeijs van nature fluctueert, zien we de laatste decennia dat de zeeijsminima opvallend laag uitvallen. De belangrijkste oorzaak hiervan is de opwarming van de aarde. In het jaar 2012 was al sprake van een recordminimum aan zeeijs en slechts 5 jaar later kwam het in 2017 tot het volgende dieptepunt, het oude record dat nu is verbroken. In de jaren 2007 en 2016 was ook sprake van opvallend kleine ijsminima. Allemaal uitschieters omlaag en dan is het voor veel mensen makkelijk om een snelle conclusie te trekken, maar bij dit soort onderzoeken is het juist belangrijk om ook naar het ‘grote plaatje’ te kijken. Daarom kijken we bij trends altijd naar een periode van enkele tientallen jaren, in dit geval de periode tussen 1991 en 2020. Uit deze hele periode blijkt echter ook dat de trend dalende is en dat de oppervlakte van het Arctische zeeijs afneemt.
Satellietbeelden
Volgens Copernicus - een Europese instantie die de toestand van de oceanen en ook het zeeijs op mondiale en regionale schaal onderzoekt, was er op de Zuidpool, of Antarctica, in die periode tussen 1991 en 2020 gemiddeld 5,5 miljoen vierkante kilometer zeeijs aanwezig. En op dit moment is dat nog maar zo’n 3,8 miljoen vierkante kilometer. De organisatie stelde dit vast met behulp van satellietgegevens.
Van boven en van onderen
Volgens Copernicus is het zeeijs op de Zuidpool ook zeer gefragmenteerd. Bovendien zagen onderzoekers de afgelopen jaren op satellietbeelden in deze maanden steeds tienduizenden meren en vijvers langs de kustlijn van Oost-Antarctica. Vooral in warme jaren, zoals in 2017 en dit jaar, blijkt dan ook dat de ijsplateaus van Oost-Antarctica veel kwetsbaarder zijn dan men eerder dacht. En terwijl meren en vijvers bovenop de ijsplateaus in het oosten van Antarctica aanleiding zijn tot bezorgdheid, wordt het zeeijs aan de westkant van Antarctica vanaf de onderkant aangevallen. Door veranderende lucht- en zeewaterstromingen stijgt warm water op uit de diepte en creëert aan de onderkant van de ijsplateaus rivierachtige kanalen en dus ijssmelt.
Ook op Noordpool minder zeeijs
Copernicus heeft ook het zeeijs op de Noordpool gemeten. Daar was de totale oppervlakte deze wintermaand 4 procent onder gemiddeld voor januari. Deze maand staat daarmee wel op de derde plaats van het minste zeeijs in januari voor het noordpoolgebied.