Foto gemaakt door Jessie van Neer - Beesel (Limburg) - Een wekenlange droge en soms frisse noordelijke wind, hoe zit dat? Komende week lijkt er wel iets te gaan veranderen; met de hogere temperaturen zal de droogte dan alleen maar verder verscherpen.
Foto gemaakt door Jessie van NeerBeesel (Limburg)Een wekenlange droge en soms frisse noordelijke wind, hoe zit dat? Komende week lijkt er wel iets te gaan veranderen; met de hogere temperaturen zal de droogte dan alleen maar verder verscherpen.
Nu

Volgt na hardnekkige noordenwind warmer weer?

Al sinds de eerste helft van mei waait de wind vrijwel onophoudelijk uit richtingen tussen noordwest en noordoost. Waar komt die hardnekkige noordenwind vandaan? Hoezo is het ondanks (of dankzij?) die wind, die vaak van zee komt, zo goed als droog? Waarom zijn de verschillen in temperatuur en zonneschijn tussen het noorden en zuiden van het land de laatste tijd zo groot? En tenslotte, misschien wel de belangrijkste vraag: gaan we de komende week dan eindelijk met zomerse temperaturen te maken krijgen? Deze vragen en bijbehorende antwoorden komen in dit artikel allemaal aan bod. Ook gaan we in op een kouderecord in het noorden van Europa.

Na een zeer lange, kletsnatte periode, sloeg het weer zo rond halverwege vorige maand ineens om. Er viel nauwelijks nog een druppel regen en de zon scheen flink, maar vooral in de (noordelijke) kustgebieden was het behoorlijk fris en kwam vaak nog bewolking voor.

Hogedrukgebieden ten noordwesten

Daar waar we begin mei nog te maken hadden met windrichtingen tussen zuid en west, daar zocht de wind vanaf de periode beginnend rond 10 mei steeds vaker de noordhoek op. Het was een verandering die in gang werd gezet door de straalstroom – een soort ‘rivier’ van wind die op wat grotere hoogte in onze atmosfeer van west naar oost over het noordelijk halfrond meandert. Die straalstroom bewoog verder naar het noorden. Ten zuiden ervan, in de omgeving van de Britse Eilanden, ontstond een hogedrukgebied.

Noordelijke winden

Dit hogedrukgebied zocht af en toe verbinding met andere hogedrukgebieden boven bijvoorbeeld de Azoren en het noorden van Europa. Afhankelijk van de details, leidde dit tot windrichtingen tussen noordwest en noordoost, en heel soms, op de warmere dagen, even oost. Die meer noordoostelijke of zelfs oostelijke wind kwam tot stand als het hogedrukgebied even verbinding zocht met het hoog boven Noord-Europa, of wanneer het hoog zich even wat meer naar het oosten uitbreidde. De meer noordwestelijke wind vond juist plaats wanneer het hoog zich wat naar het westen terugtrok en/of naar het noorden uitbreidde.

Dit eerste zagen we afgelopen woensdag gebeuren, die lekker warm en vrijwel overal zonnig verliep. Donderdag volgde weer zo’n koelere dag met een meer noordwestelijke wind. Tegelijkertijd kreeg een trog, een gebied met lagere druk en relatief lage temperaturen zowel aan de grond als hoger in de atmosfeer, de kans zich uit te breiden over Scandinavië en het westen van Rusland. Zowel bij ons als in het noorden van Europa begint juni dan ook aan de koude kant. Hierover later meer.

Droog

Ondanks dat de wind vanaf die vochtige zee komt, is het over het algemeen droog. Dit komt door de invloed van het eerdergenoemde sterke hogedrukgebied dat zo dichtbij ligt. Onder een hogedrukgebied vinden dalende luchtbewegingen plaats, waardoor de wolken niet zo diep kunnen worden en de vorming van neerslag dus onderdrukt wordt. Tot meer dan een spatje motregen of een zeer lokaal buitje is het dan ook al wekenlang niet meer gekomen. Daarbij was de aangevoerde lucht vaak relatief koel. Een koel oppervlak leidt weer tot een stabiele opbouw van de atmosfeer. Onder invloed van de zon warmt het oppervlak in het binnenland dan wel weer op, en zo ontstaan soms wat stapelwolken. Door het hogedrukgebied groeiden deze echter vrijwel nooit uit tot buien.

Tweedeling in weerbeeld

Wat we steeds terugzien in het weerbeeld, is een vrij grote tweedeling tussen noord(west) en zuid(oost). Wordt het in het zuidoosten vrijwel constant meer dan 20 graden, daar komen de maxima in het noorden en noordwesten vaak slechts met moeite boven de 15 graden uit. Bovendien komt daar regelmatig meer bewolking voor. Dit heeft verschillende redenen. Allereerst wordt met die noordelijke stroming simpelweg koelere lucht aangevoerd, omdat het zeewater nog relatief koud is. Over land warmt die lucht op, wat ook weer helpt met het oplossen van eventuele lage bewolking. Meer zon leidt dan weer tot extra opwarming. Op deze manier is het binnenland en specifiek het zuidoosten vaak het warmst. Soms, zoals afgelopen donderdag, is de luchtmassa die wordt aangevoerd extra koud, doordat de lucht zijn oorsprong in het verre en koude noorden bevindt.

Tenslotte draait de wind, ook wanneer deze aanvankelijk aflandig is, in de loop van de dag vaak meer richting de zee. Dit is wat we een zeewind noemen en dit ontstaat door het temperatuurverschil tussen het land en de zee. Warme lucht is relatief licht en stijgt op, waardoor boven land de luchtdruk iets daalt. Ter compensatie stroomt de koudere (en iets zwaardere) lucht vanaf de zee de kustgebieden binnen. Zo zijn de kustgebieden ook op de warmere dagen koeler dan de rest van het land.

Koud begin van juni

De eerste officiële zomerse dag, een dag waarop de temperatuur in De Bilt naar 25C stijgt, blijft nog altijd uit. Op de eerste lokale zomerse dag moesten we ook lang wachten. Voor veel mensen voelde het dan ook alsof het echt warme weer uitbleef. In mei viel dit echter alles mee – de temperatuur lag, ondanks een paar koudere dagen, over het land gemiddeld rond de normaal, met uitzondering van het noorden waar het dus kouder was.

Met die eerdergenoemde koude lucht die de afgelopen dagen over (het noorden van) Europa af kwam zakken, begon juni wel duidelijk kouder dan normaal. Zo verliep de eerste dag van deze maand niet alleen bij ons op sommige plekken ronduit koud (in Leeuwarden werd het niet warmer dan een schamele 12,8 graden), in het noorden van Europa was het nog een stuk kouder. Zo kwam het in Lapland bij buien tot (natte) sneeuw en mat Finland de laagste temperatuur ooit gemeten in juni: -7,7 in Saana.

Oplopende temperaturen?

De komende week zien we aanvankelijk nog een vergelijkbaar weerbeeld. Het is droog, de zon schijnt flink en de temperaturen lopen uiteen van een graad of 16 op de Wadden tot 24 of 25 in het zuid(oost)en. Vooral in de (noordelijke) kustgebieden steekt af en toe een zeewind op. Daar is de kans op wat bewolking ook nog het grootst.

Vanaf halverwege komende week lijkt het luchtdrukpatroon dan echt substantieel te wijzigen. Het hogedrukgebied in de omgeving van de Britse Eilanden beweegt naar het noordoosten, terwijl er boven de Oceaan, ten westen van Frankrijk en het Iberisch Schiereiland, een lagedrukgebied komt te liggen.

Vooral op hoogte wordt zo vanuit het zuiden warmere lucht aangevoerd, aan de grond draait de wind meer naar het oosten. Het blijft zonnig en droog, maar de temperaturen gaan hierdoor een behoorlijke stap omhoog maken: de temperaturen komen vrijwel overal boven de 20 graden uit, wellicht nog met uitzondering van een smalle kuststrook of de Wadden. In het binnenland wordt het op uitgebreide schaal zomers warm met temperaturen van 25 graden of meer en het is niet ondenkbaar dat we in het zuiden van het land zelfs achterin de 20 of zelfs op 30 graden uit gaan komen.

Tegelijkertijd blijven de kustgebieden, zeker ’s middags, steeds weer gevoelig voor die zeewind die op kan steken. Vooral het noordelijk kustgebied kan hiermee te maken krijgen.

Droogte

Opnieuw een droge week in combinatie met veel zon, een windje en nu ook oplopende temperaturen zal de droogte verder verscherpen. We houden de ontwikkelingen van het (warme) weer en natuurlijk de droogte de komende dagen in de gaten.

Daan van den BroekMeteoroloog