Winters ochtendje kwam met ontwenningsverschijnselen
‘Krabben, dat had ik niet verwacht!’ ‘Wat een mist!’ ‘Ik gleed bijna onderuit op de fiets’. Het was ineens een klein beetje winter vanmorgen, en we zijn het al bijna helemaal ontwend.Sinds de koude periode van een paar weken geleden – schaatsen op natuurijs, weet u nog? – is er van winter totaal geen sprake meer. Regen, wind en soms belachelijke temperaturen zijn aan de orde van de dag en de zuidweststroming dendert maar door. De weken achter ons, en ook de weken voor ons, lijken meer op herfst, en je gaat al bijna aan lente denken. Maar vanochtend niet.
Hoewel het wel degelijk in de verwachtingen zat, kwam de (relatieve) kou voor veel mensen toch als een soort verrassing. Temperaturen onder nul? Jawel. Althans; op één weerstation dan. In Voorschoten werd een minimumtemperatuur gemeten van -0,9 graden vanochtend. Heel veel andere plekken kwamen er ook heel dichtbij, want op zeven andere stations lag het minimum tussen 0 en 1 graad en op nog meer plaatsen vroor het aan de grond.
Mistlamp
Het bleek toch even verwarrend. Vanuit diverse plaatsen in het land hoorden we over bevroren autoruiten en moest er gekrabd worden, waar duidelijk niet veel mensen op hadden gerekend. Ook was er ineens weer dichte mist, en dat hadden we vooral vanwege de wind ook al een hele tijd niet gezien. Zelf reed ik vanochtend vroeg vooral achter de mistlamp van mijn voorganger aan, omdat ik de strepen op de weg bijna niet meer zag. Ook mijn afslag openbaarde zich pas op het allerlaatste moment. Grootschalige gladheid was er niet, maar hier en daar werd het wel verraderlijk glad op bijvoorbeeld fietsbruggetjes.
Hoe kan dat?
Waar komt dat nou ineens vandaan, midden in die serie van bijna lente-achtige dagen (en nachten!)? De oorzaak was een heel kort intermezzo met hoge druk. Zoals je misschien weet zitten we al dagen, of liever: weken, in een trein met lagedrukgebieden. Het was zelfs zo dat we bijna een week lang met eenzelfde front te maken hadden dat maar over ons land heen en weer bleef zwalken. Dat was zo’n langgerekt ding, dat ook de warmte vanuit zo’n beetje Noord-Afrika op transport ging naar ons, dankzij een harde wind.
Gisteravond is dat front eindelijk écht weggetrokken naar het oosten, en maakte daarmee de weg heel even vrij voor een zogeheten ‘rug’ van een hogedrukgebied, dat gisteravond en vannacht over ons land schoof. Dat merkte je aan het feit dat het droger werd, de wind bijna helemaal stilviel, en dat het flink opklaarde. Bovendien kwamen we tegelijkertijd heel eventjes in wat koudere lucht terecht, wat je misschien gisteren ook al hebt gevoeld.
Ondertussen is het natuurlijk hartje winter. We bevinden ons nog steeds in de langste nachten van het jaar. Als het dan een keertje rustig en helder is, zijn daar ineens de perfecte omstandigheden om de temperaturen razendsnel te laten dalen. De timing van de lagedrukpauze was dus precies goed voor één koud nachtje, en voilà: winterperikelen.
Makkelijk ongemak
Gek genoeg hoeft het voor een ijzige autoruit niet altijd te vriezen. Dat komt omdat een auto veel makkelijker afkoelt dan het aardoppervlak, waar je vaak nog een warmtereservoir in de bodem hebt. Het oppervlak van een auto kan dus een lagere temperatuur hebben dan de lucht eromheen. Al dat vocht in de lucht, wat we op dit moment natuurlijk volop hebben, kan dus toch op je autoruiten neerslaan en bevriezen, terwijl je thermometer geen vorst aangeeft. Dat speelt ook een rol bij die gladde bruggetjes die er vanochtend waren. Bruggen en viaducten zijn vaak de eerste plekken waar gladheid ontstaat, omdat die bodemwarmte daar ontbreekt. Bovendien kan een klein beetje rijp al een behoorlijke glijpartij veroorzaken, als je niet oppast. Voor dit soort winterse ongemakken hoeft het dus helemaal niet volop winterweer te zijn.
Dat was het?
Intussen is de mist al weer verdwenen, zijn de temperaturen in het zuiden al weer naar een graad of 7 gestegen en trekt de wind al een beetje aan. Het wachten is op de volgende storing, die zich vanmiddag al weer aan gaat dienen. Meer winter dan dit kleine vleugje hoeven we voorlopig ook niet te verwachten, ook niet als je een iets verdere blik op de weerkaarten werpt.
Toch moet je de ruitenkrabber nog niet meteen aan de wilgen hangen; we hebben gezien hoe weinig er voor nodig is. Ja, de storingen blijven voorlopig af en aan komen en kou is ver weg, maar over de details is nu nog weinig te zeggen. Als de timing net even goed is, kan er zo weer zo’n ochtendje tussen zitten. En trouwens: de winter is nog lang.