Foto gemaakt door Jelmer van der Graaff/Weer.nl - Europa - Hoewel Nederland ook in de vorige eeuw (zeer) warme zomers heeft gekend, zijn die op Europese schaal niet te vergelijken met die van tegenwoordig.
Foto gemaakt door Jelmer van der Graaff/Weer.nlEuropaHoewel Nederland ook in de vorige eeuw (zeer) warme zomers heeft gekend, zijn die op Europese schaal niet te vergelijken met die van tegenwoordig.
Nu

Zomers van nu niet meer te vergelijken met die van vroeger

De zomer van 1976. In Nederland was het een ‘grote’ zomer met zelfs naar huidige maatstaven veel zomerse en tropische dagen, net als in andere delen van West-Europa. En toch is de zomer van 1976 niet te vergelijken met die van de laatste jaren, althans, als je iets verder kijkt dan een paar plekken in West-Europa. Het past in de trend die vrijwel overal ter wereld waarneembaar is.

Met een gemiddelde zomertemperatuur van 18,4 graden in De Bilt staat de zomer van 1976 nog altijd royaal in de top-10 wat betreft warmste zomers ooit gemeten in Nederland. Kijk je naar het aantal zomerse dagen (41), dan is dat zelfs nog altijd goed voor een eerste plaats. Maar diezelfde zomer was in Zuid-, Oost- en Noord-Europa naar huidige maatstaven extreem koel.

Historische weergegevens

Door historische waarnemingen en huidige weermodellen te combineren kunnen weerkaarten uit het verleden met vrij grote nauwkeurigheid worden gereconstrueerd. De ERA5-dataset van het Europese Copernicus Programma gaat bijvoorbeeld terug tot het jaar 1940. Dankzij die gegevens kunnen de wereldwijde temperatuurafwijkingen per maand, seizoen of jaar worden berekend.

Veel blauw of haast alleen maar rood

In de onderstaande afbeeldingen zijn de temperatuurafwijkingen tijdens de zomers van 1976 (links) en 2022 (rechts) naast elkaar gezet. Voor beide zomers is als referentieperiode het langjarig gemiddelde van 1991 t/m 2020 genomen. De rode kleuren boven Nederland en andere delen van West-Europa in de zomer van 1976 laten zien dat die zelfs naar huidige maatstaven bovengemiddeld warm zou zijn, met een afwijking van +0,5 tot +2 graden.

Temperatuurmetingen in De Bilt bevestigen dat; met een gemiddelde zomertemperatuur van 18,4 graden was de zomer van 1976 precies één graad warmer dan het huidige langjarig gemiddelde.

De temperatuurafwijkingen in Europa voor de zomers van 1976 (links) en 2022 (rechts), met als referentieperiode de jaren 1991 t/m 2020.

Maar lang niet overal in Europa was de zomer van 1976 erg warm. Sterker nog, in een brede strook van Spanje via de Balkan richting het westen van Rusland lag de gemiddelde zomertemperatuur in dat jaar 2 tot 4 graden beneden de huidige norm. In delen van Zuidoost-Europa is de zomer sindsdien nooit meer zó koel verlopen.

Een groot contrast met de temperatuurafwijkingen tijdens de zomer van vorig jaar (2022). Vergeleken met hetzelfde langjarig gemiddelde was de zomer van 2022 in grote delen van Europa 1 tot 3 graden warmer dan normaal. Alleen in delen van Turkije, IJsland, Groenland en de Atlantische Oceaan was het ietsje koeler dan gebruikelijk.

De herfst van 2022

Afgelopen herfst was sprake van een nieuwe ‘mijlpaal’, al zou je het ook een ‘dieptepunt’ kunnen noemen. Waar zelfs de zomer van 2018 en de winter van 2019 – 2020 op de Europese kaart nog wat blauwe plekjes kende – een gemiddelde temperatuur lager dan de norm voor de periode 1961 t/m 1990 – was dat in de herfst van 2022 niet meer het geval. Overal in Europa lag de temperatuur toen boven wat zo’n 50 jaar geleden nog normaal was. De afwijkingen varieerden van +0,1 graad in het westen van Rusland tot +2 graden in delen van Nederland en zelfs meer dan 5 graden hoger boven Groenland.

De temperatuurafwijkingen in Europa voor de herfst van 2022, met als referentieperiode de jaren 1961 t/m 1990.

Écht koud zijn de winters niet meer

Grofweg de afgelopen 10 jaar is het in Europa eigenlijk niet meer op grote schaal tot een echt koude winter gekomen. De laatste keer dat het in Europa op grote schaal (veel) kouder dan normaal was tijdens de winter, was in 2010. Van Madrid tot in Rusland lag de temperatuur op grote schaal 1 tot 5 graden onder het huidige langjarig gemiddelde, zie de linker afbeelding. In ons land was het de koudste van deze eeuw.

De temperatuurafwijkingen in Europa voor de winters van 2010 (links) en 1940 (rechts), met als referentieperiode de jaren 1991 t/m 2020.

Echter, een vergelijking met de winter van 1940 (rechter afbeelding, met dezelfde referentieperiode) laat zien dat de koudste winters van deze eeuw totaal niet vergelijkbaar zijn met die uit de vorige eeuw, net als zomers’ dus.

Waar in de winter van 2010 alleen in delen van Scandinavië en Rusland de temperatuur meer dan 5 graden beneden het huidige langjarig gemiddelde (1991 t/m 2020) lag, was dat in 1940 in het grootste deel van Europa het geval.

Ben je benieuwd naar de temperatuurafwijkingen voor andere seizoenen? Je kan ze gemakkelijk zelf bekijken via deze tool.

Weer en klimaat

Het weer was, is en blijft ook in de toekomst variabel. De ene zomer zal warmer, droger en zonniger verlopen dan de andere. Maar tussen al die dagelijkse, maandelijkse en jaarlijkse weerextremen door is er ook een hele duidelijke trend te zien; de kans op koele of koude seizoenen zoals Nederland die in de vorige eeuw kende wordt steeds kleiner. En mocht het in onze omgeving dan toch een keer net zo koel zijn als wat vroeger nog normaal was, dan wordt dat elders in Europa of de wereld wel weer gecompenseerd met (veel) hogere temperaturen.

Jelmer van der GraaffMeteoroloog