De vele natte maanden waren goed voor het neerslagtekort
Het najaar van 2023 en voorjaar van 2024 verliepen vrij nat. Bijna elke maand viel er gemiddeld over het land meer neerslag dan gebruikelijk. Deze nattigheid is goed terug te zien in het neerslagtekort, wat in de periode van 1 april t/m 30 september wordt gemeten. Het droogteseizoen begint na de winter, wanneer er weer vocht uit planten verdampt.Het neerslagtekort van 2024 is beneden gemiddeld, in tegenstelling tot dat van 2018.
Grafiek toont droogte
In de neerslagtekortgrafiek wordt het verloop van het neerslagtekort in millimeters weergegeven. Het wordt berekend over het gemiddelde van 13 stations verspreid over Nederland. Een toename in de droogte is een stijgende lijn en een afname van de droogte is een dalende lijn. In dat geval is de hoeveelheid neerslag groter dan de hoeveelheid vocht dat verdampt en neemt de gemiddelde droogte over Nederland af.
In de zomer wordt het neerslagtekort steeds groter door verdamping door de zon in combinatie met lagere neerslaghoeveelheden. Ook al verlopen het voorjaar en najaar natter dan gebruikelijk, kan in de zomer een groot neerslagtekort ontstaan als de regen uitblijft. Klimaatverandering heeft hier een directe invloed op. De lente-, herfst- en wintermaanden worden natter en de zomers droger, aldus het KNMI. Hoe dichter de hoeveelheid regen en verdamping bij elkaar in de buurt liggen, hoe stabieler het grondwaterpeil. Een hoger grondwaterpeil leidt tot een lager berekend neerslagtekort. Daarom spreken we nog steeds van droogte als het een paar keer flink heeft geregend, maar de grondwaterstand nog laag is.
‘Nat’ 2024 vs ‘droog’ 2018
Het neerslagtekort van dit jaar ligt over de gehele periode onder het gemiddelde van 1991-2020. In 2018, toen de zomer zeer droog was, liep het neerslagtekort al snel op. Het tekort haalde eind juli waarden van rond de 300 millimeter. Het maximale neerslagtekort van 2024 is daar ‘slechts’ een derde van en behaalde nog geen 100 millimeter. Dit maximum werd gemeten rond het einde van augustus, één van de weinige maanden dit jaar die droger dan normaal verliep.
Dit jaar viel gemiddeld over Nederland bijna elke maand meer regen dan gebruikelijk. In 2018 is het omgekeerde te zien.
Waterschap Vechtstromen houdt bij wat de (grond)waterstanden zijn in de provincies Drenthe, Overijssel en Gelderland en plaatst regelmatig een kort verslag. In de verslagen van maart t/m oktober is het verloop van de nattigheid goed terug te lezen.
Na een zeer nat najaar waren de waterstanden hoog in maart. Het was daarna een tijdje wat droger, waardoor de grondwaterstanden daalden naar normale waarden voor de tijd van het jaar. Het groeiseizoen werd dan ook gestart met voldoende grondwater. Het is belangrijk om dit water zo veel mogelijk vast te houden waar mogelijk, maar op andere plekken moet overtollig water worden afgevoerd om overlast te voorkomen.
In april en mei viel in het gebied veel neerslag, waardoor hoogwatersituaties en wateroverlast konden optreden. Ook begin juni regende het vaak en stond het grondwater hoog voor de tijd van het jaar. Eind juni was het even droog, maar was er nog steeds een neerslagoverschot en relatief hoge grondwaterstanden door de grote hoeveelheid neerslag in de voorafgaande periode. Zomerse buien in juli leidden tot extreme neerslaghoeveelheden en stegen de waterstanden sterk. In de periode hierna daalden de waterstanden weer tot normalere waarden. De laatste update is van begin oktober, waar opnieuw wordt gesproken over aanhoudende neerslag en hoge grondwaterstanden.
Contrasterend is het bericht over de droogte van 2018. “De droogteperiode in 2018 duurde lang, was extreem en intensief”, schrijft Waterschap Vechtstromen in de procesevaluatie droogteperiode 2018. Er werden verschillende verboden opgelegd voor het onttrekken en gebruik van grondwater om (onherstelbare) schade aan de natuur te voorkomen. In een opwarmend klimaat zijn maatregelen tegen droogte en wateroverlast, als gevolg van langdurig weinig neerslag en piekbuien, duidelijk van belang bij het watermanagement in Nederland.