Sneeuw, altijd een dankbaar onderwerp op je winterfoto
Sneeuw, altijd een dankbaar onderwerp op je winterfoto
Nu

Eindelijk de Horrorwinter 2024-2025!?

Afgelopen zondagmiddag begon de astronomische herfst nadat de weerkundige herfst al op 1 september startte. Het echte herfstweer komt vooral aan het einde van deze week met regen, tijdelijk veel wind en middagtemperaturen die niet veel verder oplopen dan 13 graden.

Wilde wintervoorspelling in oktober

Oktober is ook uitgerekend de maand waarin doorgaans de meest wilde wintervoorspellingen verschijnen in de media. Vrijwel ieder jaar komt het journaille wel een keer met ‘horrorwinter’ of ‘winter des doods’ op de proppen.

Vooral de quasiserieuze mediaplatforms als GeenStijl en Powned hebben hier een handje van.

Ook in het Verenigd Koninkrijk lust men er wel pap van en wordt vrijwel ieder winterseizoen bij voorbaat gebombardeerd tot ‘koudste van de eeuw’ of meest sneeuwrijk van de afgelopen twintig jaar.

Uiteraard is het interessant wat betreft het aantal views naar aanleiding van dit soort content op genoemde portalen, dat pijlsnel stijgt als bij iedere vleug (virtuele) ordinaire kou uit Scandinavië gestrooid wordt met dit soort heftige terminologie. En er zijn ook echt lezers of toehoorders die acuut geloven in zo’n verontrustend ‘horrorscenario’.

Definitie winter des doods

In onderstaand artikel proberen we allereerst de horrorwinter te definiëren en vervolgens bekijken we de al dan niet realistische kansen op zo’n winter des doods voor Nederland.

Wat navraag op straat aan willekeurige voorbijgangers over hoe ze een horrorwinter zouden kenschetsen, leverde de volgende ingrediënten op.

Sneeuw werd vrijwel altijd genoemd en vaak een heel grote hoeveelheid van het witgoed.

Ook ijs was erg favoriet en het daar bijbehorende schaatsen op natuurijs. De gretigheid viel direct op bij de meeste respondenten als dit natuurlijk gevormde ijs op sloten en plassen ter sprake kwam. Het klassieke winterbeeld spreekt velen nog altijd enorm aan.

Over de duur van zo’n ‘heel erge winter’ liepen de visies nogal uiteen. De een had het over drie maanden aaneengesloten winters weer en de ander kon goed leven met koud twee weken winter met alles dr’op en dr’an, zeg maar.

Laagste temperaturen werden ook nog genoemd terloops en de min twintig graden als wens kwam regelmatig ter sprake bij de meest enthousiaste winterminnenden.

Strenge winters 1942 en 1963 voldoen aan criterium

Maar wat zou nou een redelijke definitie kunnen zijn van zo’n dijk van een Hollandse winter?

In de eerste plaats is er natuurlijk de duur van de winter. Al snel komen beruchte jaren als 1963 en 1940 tot en met 1942 aan bod. Dat waren de echte ‘duurwinters’ in de vorige eeuw die regelmatig dijken van vorstperiodes toonden. Het ging van ‘dik hout zaagt men planken’ toen er niet zoals tegenwoordig, met de laatste drie koudegolven nog relatief vers in het geheugen die van vrij korte duur waren. Neem bijvoorbeeld februari 2012. Een vrij imponerende koudegolf heerste destijds, zeker in het toen al opgewarmde klimaat, maar deze was bij lange na niet van het kaliber ‘oorlogswinters’. Koudegolven duren maximaal tien tot veertien dagen tegenwoordig.

Dus met de ervaring van veel minder langdurige koudegolven de laatste kwart eeuw voldoen we a priori nooit aan de definitie horrorwinter, want die duurt natuurlijk min of meer de ganse winter, zoals vroeger regelmatig geschiedde.

Acute en zware overlast door sneeuw(storm) en ijzel

Ten tweede zouden we als criterium kunnen opvoeren de (plotse) impact van de winterse overlast op de samenleving. In dat geval wordt de exacte (lange) duur van de winter minder evident. En dat geldt ook voor het optreden van extreem lage temperaturen. Dat wordt dan min of meer secundair, daar alle aandacht uitgaat naar de acute, intens winterse overlast.

Als goed voorbeeld kunnen we het hier over de ‘strenge kwakkelwinter’ van 1978-1979 hebben die bijna week in week uit gekenmerkt werd door zware (verkeers) overlast door sneeuw en ijzel.

Tijdens de intense blizzard van 13-14 februari 1979 gold zelfs de noodtoestand voor Noord-Nederland en verdwenen sommige boerderijen onder sneeuwduinen tot wel 6 meter hoogte.

In zo’n geval kan ik me voorstellen dat het gebruik van de term horror, of een soortgelijke bewoording, gerechtvaardigd is in een eventuele scherpe prognose, als die er tenminste is?

Horrorscenario 1978 nauwelijks gezien door de Bilt

Het ironische wil namelijk dat de Russische kou-uitbraak tijdens de laatste dagen van 1978 en de eerste week van 1979, amper werd voorzien door het KNMI in de Bilt. Op 30 december 1978 kwam de Bilt met slechts wat lichte tot matige vorst voor de eerste januaridagen. De praktijk was diametraal anders want in het noordoosten van Groningen kwam het uiteindelijk lokaal tot vier nachten met meer dan 20 graden vorst boven een pulversneeuwdek (waar velen alleen maar van kunnen dromen tegenwoordig). Bovendien werd een flink deel van het land getrakteerd op een onvervalste polarlow op 2 januari met inderdaad een bijna horrorachtig sneeuwstormpalet, inclusief het gehele scala aan overige winterse elementen.

Dus bij dit geval uit 1979 (conform de definitie) hoefde het geen drie maanden volop winter te zijn, het scoren van het koudste tiendaagse tijdvak in een halve eeuw tijd bijvoorbeeld, zou er evenmin toe doen.

Maar de intense winterbeleving doorheen het hele land – en gigantische nationale overlast door respectievelijk vijf keer ijzel in januari en twee bijzondere blizzards, droegen ertoe bij dat eigenlijk wel aan het horrorcriterium werd voldaan destijds.

Eindelijk de jackpot, winter 2024-2025?

En nu het seizoen 2024-2025. Komt er eindelijk eens een keer een geweldig koude winter aan?

Op dit moment zijn er nog geen echte indicaties dat we zouden kunnen afstevenen op een koud(er) winterseizoen, laat staan een ‘horrorwinter’. Die komt er zeker niet kan ik alvast verklappen. Koude sneeuwrijke winters, althans episodes, zijn nog altijd mogelijk in Nederland, ook de komende tien of twintig jaar nog, maar de kans op serieuze winterse uitvallen neemt helaas significant af.

Zeer koude continentaal arctische lucht kan ons gewoon nog voluit bereiken via Spitsbergen, ook de komende winter, maar de duur van zo’n berekoud intermezzo wordt aantoonbaar verkort, zo zagen we reeds in 2012 en ook in februari 2021. Na een dag of acht met winterkou, vooruit hooguit tien dan, treedt er onherroepelijk dooi op.

Marc PuttoRedacteur Weer.nl