Nederlandse weer steeds saaier - Hollandse weerbeeld kent weinig dynamiek meer
Vrijwel iedere trotse Nederlander (zijn die er nog tegenwoordig?) gaat er regelmatig prat op dat ‘zijn of haar’ Hollandse weer best veel variëteit kent en dus per definitie volop dynamisch is. Deels is dat natuurlijk ook zo omdat ons land nadrukkelijk gesitueerd is in een zone waarin de meest uiteenlopende weersystemen elkaar vlot opvolgen. Het zogenaamde *polaire front, de scheidingslijn tussen de koudere lucht in de regio IJsland en de mildere lucht nabij Spanje, dat we mogelijk nog kennen uit de aardrijkskundeboekjes van vroeger, zwabbert immers regelmatig min of meer in de buurt van Nederland gedurende het jaar, met de gebruikelijke afwisselingen in het weer van dien.Op de keper beschouwd luidt de vraag eigenlijk of ons Hollandse weer wel zo afwisselend is en vol met dynamiek zit?
Steeds extremer weer aldus de media
Als we de media moeten geloven wordt ons weer ook steeds extremer omdat dit kennelijk past in het geijkte verhaal van de hedendaagse opwarming dat we dag in dag uit moeten aanhoren. Maar is dat ook echt zo?
Welgeteld zijn er per jaar (objectief gezien) slechts vijf of zes dagen waarop het weer echt boeiend is voor de ‘gebruiker’.
En dat geldt natuurlijk helemaal voor de meteoroloog, of specifiek weergeïnteresseerde. Op de overige 360 dagen van het jaar is het weer hier dus nogal statisch, saai en zoutloos. Wie herinnert zich niet de ellenlange sombere (regenachtige) dagen uit het najaar van 2023 en het prille voorjaar..
Een tamelijk opgewonden standje uit het oosten des lands, een seniore boswachter met temperament, die zo’n beetje tegen zijn pensioenleeftijd loopt, wond zich de voorbije jaren nogal op over de vrijwel volledige absentie van dynamiek in de Hollandse atmosfeer de afgelopen decennia. De goede man was immers veel beter gewend in zijn jongere levensjaren.
Afname van echt spannende weerdagen
In de regelmatig aan ondergetekende verstuurde schermpostberichten foeterde de goede man als een soort ‘angry young man’ op het hedendaagse, niet zelden oersaaie Nederlandse weerbeeld. En inderdaad, deze ogenschijnlijk niet gefingeerde boosheid omtrent de doorgaans bedroevende atmosferische stand van zaken in dit veel te maritieme landje, is terecht mijns inziens. Ook ondergetekende constateert al decennialang een relatief sterke afname van het aantal echt spannende/boeiende weerdagen.
Want wat gebeurt er nu nog op weergebied in Nederland als we het eens kritisch analyseren? Flinke grief van de boswachter was onder meer dat de bekende maartse buien (die je ook in april geregeld zag vroeger) er amper meer zijn tegenwoordig. Van die prachtige hagelwitte aambeelden (ijskappen van buienwolken), die zich schril aftekenen tegen het diep blauwe zwerk (Noors blauw), waarin het zicht de tachtig kilometer horizontaal beloopt langs de Noordzeekust en de onstuimig dartelende sneeuwvlokken, of nerveuze zweefhagelkorrels droog en krokant blijven tijdens hun wilde vrije val, zelfs nog bij een graad of 6 tot 7 op leefniveau vanwege de aanwezige kurkdroge en brandschone arctische luchtsoort.
Maartse - en najaarsbuien stellen weinig meer voor
Werkelijk geen bui die meer voldoet aan deze plastische beschrijving wordt nog gezien des voorjaars. Hetzelfde geldt voor de karakteristieke najaarsbuien aan de kust in een maand als september of oktober. Die zien we ook steeds minder vergeleken met begin jaren tachtig. Dat zijn van die zeer korte en heftige buien met druppels zo groot als een oude rijksdaalder, onweer en veel slagregen in korte tijd, die het centrum van een kustplaats in een mum van tijd kunnen laten overstromen.
Nauwelijks meer loeizware stormen in Nederland
Ook het aantal echte stormen (langs de hele westkust minimaal windkracht 11 gedurende twee uur) is enorm afgenomen de laatste pakweg drie decennia. We hadden storm Poly weliswaar de afgelopen zomer, die zeer ferm huishield in een klein gebied langs de zeekant en het gebeurde wel eens vaker dat zo’n kortstondige zomerstorm zich aandiende. Maar het echte gebulder in de herfst of winter, soms wel tot 72 uur aaneen, zien we zelden of nooit meer.
Al meer dan tien jaar slappe winters
En neem dan nog het ronduit slappe winterweer waarmee we standaard ieder winterseizoen worden geconfronteerd. Het is in feite nooit meer onvervalst winter geweest sinds de Elfstedenwinter van 1997. Ja begin februari 2021 leek het er nog even op met zowaar een venijnige sneeuwjacht op het pleit en een paar nachten met strenge vorst. Veel langer dan een dikke week heerst Thialf echter niet meer in de Lage Landen.
Tenslotte refereerde de ‘kwaaie’ boswachter nog aan het feit dat de klassieke koufronten (vergezeld van dikwijls zwaar onweer en vernietigende hagelbollen) het vooral in de zomer grandioos laten afweten tegenwoordig.
Weerbeeld is vlakker geworden over de hele linie
De conclusie is zonneklaar: De grootste dynamieken zijn er dus uit in Nederland en ons weer is aanmerkelijk vlakker geworden over de hele linie. Ietwat theatraal opgevoerd door de boswachter wellicht, zo te zien aan zijn heftige uitlatingen telkens via e-mail jegens ondergetekende, maar wel met een kern van waarheid. Waarom die dynamiek er zo goed als uit is, is niet helemaal te verklaren, maar de extra opwarming boven Noordwest-Europa heeft hier wel in zekere mate mee van doen. Voor echte weerliefhebbers die bovenal van actie houden in de atmosfeer, is er dus per saldo minder te beleven om opgewonden over/van te geraken.
Afnemende temperatuurgradiënt is de oorzaak
De boswachter (die nog talloze strenge winters meemaakte in de vorige eeuw, angstaanjagend onweer en vliegende stormen) z’n agitatie is dus wel voorstelbaar en zijn frustratie evenzeer. Hij zal ermee moeten leren leven dat de echt interessante weersituaties waarschijnlijk nooit meer wederkeren in dit land hoe pijnlijk dat ook moge klinken. Hoofdoorzaak is een afnemende temperatuurgradiënt boven West- en Noordwest-Europa.
Grosso modo kan men zeggen: hoe geringer de temperatuurcontrasten binnen een bepaald gebied, des te vlakker ook het weerpatroon. Sneeuwjachten, ouderwetse kou-uitvallen vanuit het noorden, zeer zwaar onweer, enzovoorts, zijn allen zeer temperatuur specifiek. En we weten, hoe groter de temperatuurclash tussen de luchtsoorten, hoe heftiger het weer zich openbaart.
De trend zal wel zo blijven de komende decennia, maar dat wil niet zeggen dat een steenkoude winter nooit meer haalbaar is in de Lage Landen, of dat er nimmer meer woeste ‘orkaanstoten’ optreden langs de Nederlandse kust in november.
Op de valreep warempel toch een dynamische dag
Zeer opmerkelijk en bijna hilarisch eigenlijk was het feit dat op deze maandag 15 april een actief koufront (inclusief hoogtetrog passeerde) dat zonder pardon rumoerig weer veroorzaakte in het land met felle slagregens, hagelslag en opvallend zware windstoten op de koop toe.
Toch die dynamiek dus even in het Nederlandse weer. Heel soms lukt het dan dus toch!