Onvoorspelbare motregen: waarom je soms wordt overvallen door dit weertype
Over het algemeen worden weersvoorspellingen steeds beter. De technologie die hiervoor gebruikt wordt, is geavanceerd en wordt continu geoptimaliseerd. Zo is het mogelijk om weerkaarten te maken die zich afspelen in de toekomst. Behalve berekeningen van weermodellen, worden radarbeelden gebruikt om neerslag te voorspellen.Sinds de smartphone is het heel eenvoudig om even snel de neerslagradar te bekijken voordat je op pad gaat. Of om te plannen of je nou juist op zaterdag of zondag een dagje uit kan zonder verregend te raken. App-ontwikkelaars maken gebruik van deze behoefte en zo verschijnen er steeds meer apps met een regenradar. Super handig natuurlijk, maar hoe komen de apps aan deze gegevens? En waarom is het zo dat er soms niks te zien is op de radar, terwijl je wel drijfnat wordt van dat stukje naar de supermarkt?
Dit weekend was het weer raak en dacht ik veilig naar buiten te kunnen volgens de regenradar, maar toch vielen er superkleine druppeltjes die samen zorgden voor een nat pak. Waarom werd deze miezer niet goed opgepikt door de radar?
Druppels meten
Het KNMI gebruikt radarantennes om druppels in de lucht in kaart te brengen. Deze druppels weerkaatsen de elektromagnetische straling die de radar uitzendt, waardoor de locatie, grootte en intensiteit van neerslag gemeten kan worden. Dit wordt dan geanimeerd op radarbeelden. Vervolgens wordt een neerslaggebied met de tijd opgeschoven (extrapoleren) om in te schatten wanneer een bui een bepaalde locatie treft. Bij extrapoleren wordt er minder rekening gehouden met het verdwijnen of juist ontwikkelen van buien en dat leidt tot onzekerheden.
Radargolven worden weerkaatst door regendruppels, zo kan de neerslag gemeten worden. Bron: KMI
Miezer is te klein
Motregen is een andere onzekerheid van het voorspellen van neerslag. De radarantennes ontvangen informatie vanaf 1500 meter hoogte in de lucht. Wolken die zich hieronder bevinden, zoals laaghangende wolken en mist, worden niet waargenomen door de radar. En laat het nou net zo zijn dat motregen ontstaat vanuit een dik, laaghangend wolkendek op zo'n 500 tot 1000 meter hoogte.
Een ander probleem van motregen is dat het uit zeer fijne druppels bestaat. De druppels zijn zo klein dat ze de straling van de radar nauwelijks weerkaatsen. Regenmeters aan de grond vangen de motregen wel op, maar er moeten heel veel van die kleine druppels vallen om de meter te vullen. Als het de hele dag miezert, komt dat neer op nog steeds weinig neerslag en dus een relatief droge dag. Terwijl dat helemaal niet zo voelde toen je er doorheen moest fietsen!
Betrouwbaarheid
De neerslagradar is dus niet altijd zo betrouwbaar als het lijkt. Tijdens grote frontale buien komt het beeld goed overeen met de werkelijkheid, maar op zo’n miezerige dag is het buiten waarschijnlijk natter dan de radar doet geloven. In de zomer zijn het juist de onweersbuien waar een neerslagradar moeite mee heeft. Doordat deze buien zich heel snel ontwikkelen of ineens splitsen, is het moeilijk om precies te voorspellen waar de neerslag gaat vallen. Een neerslagradar is een handige tool om enigszins te bekijken of het droog blijft, maar ook deze techniek kan er naast zitten. Bestudeer dus vooral ook de lucht voordat je naar buiten loopt; hoe donkerder de wolk, hoe groter de kans dat er binnenkort regen valt. En die motregen, tja, die zal nog wel even aanhouden.