Nu

Relatieve luchtvochtigheid: het ondergeschoven kindje in weersverwachtingen op radio en televisie

Als we de weersverwachting beluisteren op de radio of op televisie zien, gaat het altijd over dezelfde ingrediënten namelijk temperatuur, wind en de kans op zon of regen. Die kans op regen wordt trouwens bijna altijd te nadrukkelijk benoemd in de Nederlandse weerberichtgeving valt op en dat is objectief gezien onterecht daar het in slechts vijf procent van de tijd regent in Nederland op jaarbasis, enfin.  

Relatieve vochtigheid nooit genoemd

De ‘parameter’ die o zo belangrijk is in de ‘weerbeleving’ van de ‘gebruiker’ (u en ik, maar ook de landbouw) wordt nooit expliciet genoemd. Het gaat hier natuurlijk over de relatieve vochtigheid. Derhalve kunnen we de vochtigheid van de lucht eigenlijk wel een soort ondergeschoven kindje noemen in de berichtgeving over het dagelijkse weer in Nederland.

Tijdens hittegolven extreem droge lucht

Die relatieve luchtvochtigheid wordt gemeten in procenten en geeft aan hoe hoeveel waterdamp zich in de lucht bevindt ten opzichte van de maximale hoeveelheid damp. 

Bij 100 procent is de lucht verzadigd en treedt vaak mist op, maar ook tijdens langdurige regen wordt dikwijls (bijna) honderd procent vocht in de lucht aangegeven op de hygrometer.

De droogste luchtsoort treffen we meestal in het voorjaar of in de zomer aan. Vooral onder het solide bewind van een krachtig hogedrukgebied boven onze omgeving of boven Scandinavië kan de vochtigheid soms dalen tot beneden de 20 procent. Tijdens de hittegolven van 2018 en 2019 werd zelfs 12 tot 16 procent gemeten in combinatie met felle zon en topmaxima van 36 graden   

Een wat completere verwachting hartje zomer zou bijvoorbeeld als volgt kunnen luiden:

‘Vandaag droog en zeer warm met middagtemperaturen van 32 graden in het westen tot plaatselijk 37 in het zuidoosten. Er waait een meest matige wind uit oost tot zuidoost en de relatieve luchtvochtigheid daalt naar 18 tot 23 procent in de loop van de middag’.

Waterkoud, schraal en drukkend gangbaarder

Waarschijnlijk neemt men het percentage relatieve vochtigheid niet op in de reguliere verwachtingen omdat het voor de gebruiker nogal abstract klinkt. Begrippen die sterk gerelateerd zijn aan het percentage vocht in de lucht worden echter wel genoemd soms.  

Waterkoud, schraal en drukkend (warm) zijn er zo een paar die regelmatig langskomen in een algemene weersverwachting.

Schraal hoort bij een weerbeeld dat gekenmerkt wordt door een stevig doorstaande (oosten)wind in de winter of het voorjaar. Vaak is het zonnig en onder invloed van een hogedrukgebied boven Scandinavië of Oost-Europa wordt vanuit die richting zeer droge lucht aangevoerd waarin de luchtvochtigheid tot lage waarden kan geraken in ons land. Het voordeel van schraal weer is dat de was razendsnel droogt in de tuin of op het balkon.

Af en toe kan dat schrale weerplaatje veranderen in waterkoud als de temperatuur in eerste instantie nauwelijks verandert maar de vochtigheid wel. Een klassieke situatie is als na een vorstperiode de droge ooster plaatsmaakt voor een vochtiger zuidoosten – of zelfs zuidelijke wind. De bewolking is dan ook vaak toegenomen en er nadert een front met (natte) sneeuw. Die waterkoude atmosfeer wordt door de meesten veel onaangenamer gevonden dan de schrale variant. Vochtige koude wordt als doordringender ervaren blijkt ook uit biometeorologisch onderzoek waarbij de invloed van het weer op de mens centraal staat.

Drukkende warmte VS versus hitte Koeweit

Hetzelfde verhaal geldt in feite voor de warmtebeleving. Iemand die in de zomer van Kuwait naar Philadelphia reist, vindt het daar in Amerika bij 37 graden en een vochtigheid van 55-60 procent veel en veel warmer dan de bijna 50! graden de dag ervoor in het Midden-Oosten. Want Kuwait had daarbij een vochtigheid van slechts 3 procent! Immers als er bijna geen vocht meer in de lucht zit, verdampt al het aanwezige zweet op de huid onmiddellijk en geeft een afkoelend effect. Bij een hoge vochtigheid (bijvoorbeeld 70-80 procent) verdampt er weinig en raken we ons zweet nauwelijks of niet kwijt.

Ook in Nederland kennen we dat drukkende karakter van het weer in de (na)zomer.

Vooral als er op grote schaal onweer dreigt, is het soms niet te harden buitenshuis.

De uitspraak die je vaak hoort dat de warmte in de mediterrane regionen veel draaglijker is dan in de Benelux klopt dan ook goeddeels.

Zelf de nachtvorstkans inschatten 

Voor diegene die zelf z’n temperatuurverwachting wil maken (en dat geldt ook voor de profs) is de vochtigheid in sommige situaties van cruciaal belang. Vooral het zogenaamde dauwpunt komt dan om de hoek kijken. De naam zegt het al: de temperatuur waarbij dauw optreedt op het gras of autodak. Interessant is dat dauwpunt vooral als we willen kijken of het tot nachtvorst komt in de avond/nacht.

Vorstkans groter bij droge lucht namiddag

Als de temperatuur tijdens een heldere avond en nacht in van origine koude lucht gevoelig daalt, stijgt de relatieve vochtigheid daar koudere lucht minder waterdamp kan bevatten. Op een gegeven moment is de lucht verzadigd met vocht en treedt condensatie op.

Als de lucht in aanvang maar droog genoeg is in de vooravond, kan de temperatuur in de net aangegeven setting dus langer en ook tot een lagere waarde dalen dan in een portie vochtige lucht.

Bij een vochtigheid van 50 procent tijdens de namiddag en een luchttemperatuur van pakweg 8 graden, is het veel aannemelijker dat de minimumtemperatuur dichter bij het vriespunt uit gaat komen dan dat de vochtigheid 70 procent was geweest op dat tijdstip. 

Meteorologen gebruiken ook een methode (McKinsey) die hierop gebaseerd is, dus om de laagste minimumtemperatuur te berekenen in heldere stralingsnachten. Of het net wel of niet tot grondvorst kan komen. Van belang is dat onder meer voor de gladheidsbestrijding.

En zo zien we aan de hand van een aantal (praktijk)voorbeelden dat de relatieve luchtvochtigheid een niet te onderschatten (en bovenal interessant) ingrediënt is in de meteorologie. Wat mij betreft wordt de te verwachten hygrometerstand wat vaker exclusief genoemd in de weersverwachting van bijvoorbeeld een agentschap als het KNMI te de Bilt.

Marc PuttoRedacteur Weer.nl