Foto gemaakt door auteur - Apeldoorn
Foto gemaakt door auteurApeldoorn
Nu

Solar Geoengineering: een klimaat-taboe

Het is een kwestie die de wetenschap verdeelt, ‘solar geoengineering’ (zonnestralingsbeheer) zou immers een hulpmiddel tegen klimaatverandering kunnen zijn. Anderzijds zien tegenstanders negatieve gevolgen die nog onvoldoende zijn onderzocht. Het is een controversieel onderwerp dat langzaam genormaliseerd lijkt te worden. Er wordt opgeroepen om wereldwijde afspraken te maken het nooit te gebruiken. Desondanks zijn er enkele groepen die onderzoek doen naar ‘solar radiation modification’ (SRM).

In 2006 ontstond het eerste idee voor SRM. Hoogleraar atmosferische chemie Paul Crutzen ontdekte dat stratosfeerinjectie een “escape route” kon zijn voor de stijgende temperaturen. Het was een aanzet voor wetenschappers om zich er voorzichtig in te verdiepen. Zo groeide een Amerikaanse onderzoeksgroep aan Harvard uit tot een belangrijke speler in solar geoengineering onderzoek.

Hoe werkt zonnestralingsbeheer?

De energiebalans tussen de aarde en de zon zorgt ervoor dat de aarde een leefbare temperatuur heeft. De zon zendt kortgolvige straling uit, welke deels wordt geabsorbeerd door het aardoppervlak en de atmosfeer. Het andere deel wordt terug naar de ruimte weerkaatst. De atmosfeer en het aardoppervlak weerkaatsen een deel van de opgenomen warmte richting de atmosfeer als langgolvige straling. Dit wordt geabsorbeerd door wolken en broeikasgassen, waardoor een groot deel van de warmte op de aarde blijft. De rest wordt door de atmosfeer uitgezonden richting de ruimte.

Solar radiation modification (SRM) is gebaseerd op methoden om zonlicht te reflecteren. Bron: NOAA Chemical Sciences Laboratory

Hoe meer straling teruggekaatst wordt richting de ruimte, hoe minder de aarde opwarmt. SRM maakt gebruik van dit principe, door in feite zo veel mogelijk straling te weerkaatsen. Dit kan onder andere door spiegels in de ruimte te plaatsen, wolken meer te laten reflecteren of stratosfeerinjectie. Stratosfeerinjectie is de meest bekende methode. Daarbij worden weerkaatsende deeltjes in de stratosfeer gespoten en zo zou de aarde minder opwarmen. Het lijkt effectief en redelijk betaalbaar, maar mogelijk zit er een addertje onder het gras.

Plus- en minpunten

Het gebruik van stratosfeerinjectie is een manier om verlichting te bieden voor de klimaatcrisis. Aan de andere kant is er nog te weinig bekend over negatieve gevolgen. Het aanpassen van de stralingsbalans zou bijvoorbeeld weerpatronen en ecosystemen kunnen beïnvloeden. Juist vanwege deze onzekerheden willen de voorstanders meer onderzoek naar SRM. Stratosfeerinjectie heeft mogelijk nadelige gevolgen, maar zonder gerichte oplossingen is klimaatverandering ook schadelijk. Aan de andere kant zou zo’n “techno fix” te veel hoop bieden en afleiden van uitstootreductie, wat als enige écht zou werken tegen de opwarming.

Een groep wetenschappers schreef een open brief gericht aan overheden en daarin wordt opgeroepen om de ontwikkeling en mogelijke inzet van SRM op mondiale schaal stil te leggen. In de brief wordt vermeld dat “het inzetten op zonnestralingsbeheer als mogelijke toekomstige oplossing de verplichtingen om te mitigeren in gevaar kan brengen.” Overheden, bedrijven en maatschappijen zouden ontmoedigd worden om zich in te spannen voor CO2-reductie. Een risico is dat zonnestralingsbeheer als argument gebruikt zou worden om het beleid van CO2-reductie uit te stellen.

De natuurkundige kant van het onderzoek domineert nog te veel boven de sociale en ecologische perspectieven. In de klimaatwetenschap wordt er met modellen gekeken wat er gebeurt als er bepaalde parameters worden veranderd. Het echte leven is veel onvoorspelbaarder en wereldwijd kan SRM niet op een eerlijke en effectieve manier worden beheerd. Hoewel er door onderzoek meer duidelijk kan worden over de potentiële effecten, is een toekomstig verbod op solar geoengineering niet onwaarschijnlijk.

Eva SandelowskyRedactie Weer.nl