Foto gemaakt door Climate.gov - De twee manieren om naar de afwijking van de zeeoppervlaktetemperatuur te kijken: traditioneel of relatief
Foto gemaakt door Climate.govDe twee manieren om naar de afwijking van de zeeoppervlaktetemperatuur te kijken: traditioneel of relatief
Nu

Een nieuwe aanpak voor het meten van El Niño en La Niña?

Elke maand plaatst het Climate Prediction Center een update over de omstandigheden rond het systeem ENSO (‘El Niño Southern Oscillation’). In het bericht van februari bespreken ze een relatief nieuwe en onbekende meetwijze voor temperatuurverschillen in het interessegebied. Die meetwijze zou in de toekomst wel eens de traditionele bepaling van drempelwaarden kunnen vervangen.

Traditionele vs relatieve index

Het gekoppelde oceaan-atmosferische systeem ENSO kan zich in de positieve, negatieve of neutrale fase bevinden. Dit hangt af van de afwijkingen in de temperaturen van het oppervlakte water in de tropische Stille Oceaan. Temperatuurafwijkingen worden vooral bepaald in de Niño3.4 regio.

Traditioneel bepalen afwijkingen van de huidige temperatuur ten opzichte van de klimaatperiode 1991-2020 of we spreken van een El Niño, La Niña of neutrale gebeurtenis. Bij El Niño zijn afwijkingen groter dan +0,5 graad bij La Niña zijn ze negatiever dan -0,5 graad.

De nieuwe methode heeft in feite te maken met klimaatverandering en stijgende oceaantemperaturen. Omdat de aarde in zijn geheel opwarmt, zijn ook de afwijkingen ten opzichte van de afgelopen 30 jaar steeds positiever. Een manier om dit te filteren is door te kijken naar het relatieve temperatuurverschil. De gemiddelde temperatuurafwijking over de gehele tropische oceanen wordt dan van het klimaatgemiddelde afgehaald, wat benadrukt hoe koel het Niño3.4-gebied is in vergelijking met de rest van de tropen.

Op basis van deze aanpak is de huidige La Niña een stuk krachtiger. De temperatuurafwijkingen zijn duidelijk groter – richting de -2 graden. Dat helpt te verklaren waarom het effect op de atmosfeer opvallend groot is. Volgens de traditionele bepaling zijn de huidige La Niña omstandigheden in de oceaan vrij zwak, maar duiden de atmosferische metingen op een sterke gebeurtenis.

Overgang naar neutrale fase

Op dit moment houden de La Niña omstandigheden nog aan. Wel is er een 66% kans dat het systeem wisselt naar neutrale omstandigheden in de periode van maart tot mei. Het is een korte en zwakke gebeurtenis met afwijkingen van maximaal -0,9°C.

In januari werd er meer regen dan normaal geregistreerd in Indonesië en minder regen boven het koelere water van de centrale tropische Stille Oceaan. Er zijn sterkere passaatwinden aan het oppervlak en wind op grote hoogte is ook sterker. Dit zijn typische La Niña omstandigheden in de atmosfeer. Klimaatmodellen verwachten dat het systeem niet lang in de La Niña fase blijft en de voorkeur wordt gegeven aan ENSO-neutraal. Later dit jaar is er een grotere kans op La Niña dan op El Niño.

Vooruitkijkend zijn ENSO-neutrale omstandigheden het meest waarschijnlijk voor de periode maart-mei. Daarna heeft La Niña meer kans dan El Niño. Bron: NOAA Climate Prediction Center