Winterse primeur: matige vorst voor het eerst lokaal gemeten
Vannacht vroor het op meerdere plekken meerdere graden. Het was nog geen officiële landelijke matige vorst omdat het op het hoofdstation van het KNMI niet meer dan 5 graden vroor. In De Bilt werd een minimumtemperatuur van -4,5 graden gemeten.Hier was het het koudst
Op de weerstations van Eelde, Deelen, IJmuiden, Gilze-Rijen en Eindhoven werd een matige vorst van beneden de -5 graden gemeten. In Eelde was het daarbij het koudst met -6,0°C. De plekken met de meeste vorst bevonden zich in centraal-Nederland en in grote delen van Noord-Brabant. Hier werden nachttemperaturen van -4,2 tot -5,5°C gemeten.
De minimale temperatuur in de nacht van 10 op 11 januari. De eerste matige vorst van het seizoen werd op meerdere plekken gemeten. Bron: Wetterzentrale
In delen van het westen van Zeeland en Zuid-Holland bleef het kwik vannacht boven het vriespunt. In Vlissingen werd het minimaal 1,5°C graden en in Hoek van Holland vroor het net niet, daar werd het 0,2°C. Ook in het uiterste noorden van Groningen en op een paar van de Waddeneilanden werd een minimale temperatuur van boven de 0 graden gemeten.
Overdag ook fris
In tegenstelling tot ’s nachts, bleef het in het zuidoosten van het land overdag het koudst. In Limburg en het zuiden tot oosten van Noord-Brabant kwam de maximumtemperatuur niet boven het vriespunt uit. In de rest van het land werd het 4 tot 7 graden.
Dit temperatuurverschil, dat de kaart van Nederland in twee delen splitst, werd veroorzaakt door de aan- en afwezigheid van de zon. In het westen en noorden scheen de zon gemiddeld 5,5 uur, ongeveer 70% van de totale mogelijke zonneschijn vandaag. In het zuidoosten scheen de zon op de meeste weerstations nog geen uur lang. Het bleef daardoor erg bewolkt en mistig, waar ook code geel voor was afgegeven. Ook was er zaterdagochtend sprake van ijzel en gladheid. In de avond en nacht naar zondag geldt opnieuw code geel voor plaatselijke gladheid vanwege het bevriezen van natte wegen.
Late eerste matige vorst
Gemiddeld komt matige vorst voor het eerst voor rond 1 december. Tot nu toe was er een paar keer sprake van lichte nachtvorst, maar werd het niet kouder dan -4,5 graden. Tijdens de meeste nachten in december vroor het niet. Vorig jaar werd de eerste lokale matige vorst op 30 november gemeten in Leeuwarden. Gemiddeld komt het in het winterseizoen 15 keer tot matige vorst in het oosten en noordoosten, 10 keer in het midden en zuiden en 2 tot 5 keer in het westen. Deze aantallen zijn vastgesteld in de meest recente klimaatperiode van 1991 tot 2020. In de periode 1981-2010 waren er gemiddeld drie dagen meer met matige vorst, wat duidt op een afname door de langzame opwarming.