Droogte officieel voorbij!
December verloopt landelijk kletsnat met gemiddeld 115 mm. Daardoor is sinds 27 december officieel geen sprake meer van een neerslagtekort. Het landelijk neerslagtekort, dat jaarlijks vanaf 1 april wordt bijgehouden, bedroeg half december nog circa 50 mm. Inmiddels is zoveel regen gevallen dat sprake is van een klein neerslagoverschot. In het zuidoosten is het echter nog steeds te droog.Het doorlopend potentieel neerslagoverschot wordt vanaf de start van het groeiseizoen – 1 april – landelijk bijgehouden. Er wordt daarvoor gekeken naar 13 regenmeters van het KNMI die verspreid over het land staan opgesteld sinds 1906. Als meer neerslag valt dan verdampt, is sprake van een neerslagoverschot. In het zomerhalfjaar verdampt echter gemiddeld meer neerslag dan dat er valt, dus is sprake van een neerslagtekort. Dit tekort loopt normaal aan het begin van augustus op tot zo’n 120 mm.
Neerslagtekort was slechts 7 jaren nóg groter dan dit jaar
Dit zomerhalfjaar was het neerslagtekort veel groter dan normaal. Op 20 mei schoten we al over de 120 mm tekort. Het voorjaar was dus direct al kurkdroog. In de periode half mei tot en met half juni was het niet eerder zo droog voor die tijd van het jaar, op 4 juni werd al een tekort van 178 mm bereikt en dat was een record zo vroeg in de zomer. Veel mensen herinneren zich deze ‘coronatijd’ nog. Het was zonnig, droog en soms waaide een schrale wind.
In de loop van juni en in juli trokken soms zware buien over het land, waardoor het neerslagtekort stagneerde. Tijdens de augustushittegolf werd het opnieuw zeer droog en liep het tekort op tot 253 mm op de 13e. Dit is goed voor een 8e plek in de top-10 grootste neerslagtekorten sinds het begin van de landelijke neerslagmetingen in 1906.
Daarmee was het nóg droger dan vorig jaar, toen we met een tekort van 214 mm op een 15e plek eindigden. Het jaar 2018 was echter een stuk droger. Met een neerslagtekort van 319 mm was het een nummer 5 in de top-10.
December brengt verlichting
Ook afgelopen najaar bleef de droogte aanhouden. Er viel landelijk 230 mm tegen 246 mm normaal. Oktober was nat, maar november juist weer erg droog. En toen kwam de kletsnatte decembermaand. Het neerslagtekort werd in één klap weggewerkt door een maandsom van 115 mm. Dat zijn ruim 11,5 emmers water per vierkante meter. Dat is best opvallend, bij de 7 jaren die nog droger waren dan dit jaar bleef de droogte bij 6 jaren aanhouden. Dit gebeurde ook in 2018. Het neerslagtekort was toen op Oudejaarsdag nog steeds 180 mm, een 4e plaats. 1921 sloot recorddroog het jaar af met een neerslagtekort van 248 mm.
Normaal zijn we in Nederland gewend om water af te voeren bij een neerslagoverschot. Nu houden waterschappen het water langer vast om ervoor te zorgen dat we volgend jaar niet weer meteen last krijgen van droogte. Ook wordt het grondwaterpeil extra aangevuld.
In het zuidoosten nog steeds zeer droog
Toch zien we nog steeds grote verschillen in het land. In het westen en noorden is de droogte voorbij en is op de meeste plaatsen weer sprake van een neerslagoverschot. Dit beeld is normaal voor het winterhalfjaar. Weerstation Voorschoten in Zuid-Holland noteert een neerslagoverschot van maar liefst 216 mm.
Hoe anders is dit in het oosten en zuidoosten. In delen van Twente, de Achterhoek, de Betuwe en de provincies Brabant en Limburg komt nog steeds een neerslagtekort van ruim 100 mm voor. In Noord- en Midden-Limburg is het neerslagtekort zelfs groter dan 200 millimeter! Pas als januari, februari en maart kletsnat verlopen, is ook daar het neerslagtekort opgeheven. Gebeurt dit niet, dan kan de droogte in het voorjaar snel toeslaan.