Foto gemaakt door Chris Biesheuvel - Met nog een week aan vrij koud weer te gaan, staat nu wel vast dat april tot een zeer koude maand gaat uitgroeien.
Foto gemaakt door Chris BiesheuvelMet nog een week aan vrij koud weer te gaan, staat nu wel vast dat april tot een zeer koude maand gaat uitgroeien.
Nu

April 2021 groeit tot een zeer koude maand uit

Met nog ruim een week te gaan, staat nu al wel vast dat april 2021 tot een erg koude maand zal uitgroeien. Nu in het koude weer van dit moment de resterende aprildagen niet veel meer lijkt te veranderen, koersen we af op een gemiddelde temperatuur van ongeveer 6,5 graden, bijna 3,5 graden onder het gebruikelijke gemiddelde van 9,9 graden.

In De Bilt liggen zowel de gemiddelde minimumtemperatuur (1,2 graden tegen normaal 3,7 graden) als de gemiddelde maximumtemperatuur (10,5 graden tegen 13,8 graden) op dit moment duidelijk beneden normaal. De gemiddelde temperatuur bedraagt tot nu toe 6,0 graden, tegen 9,0 graden normaal. In de resterende dagen van april lijkt de afstand met de gebruikelijke temperaturen dus weer wat verder toe te nemen, door de koude verwachtingen van dit moment.

Met de verwachte temperatuur van om en nabij 6,5 graden wordt april 2021 de koudste grasmaand van deze eeuw en tevens de koudste aprilmaand sinds 1986 (in 35 jaar tijd dus), toen de gemiddelde temperatuur uiteindelijk op 6,2 graden uitkwam. De allerkoudste aprilmaand ooit is die van 1917 toen de gemiddelde temperatuur op 4,6 graden bleef steken, bijna 2 graden onder de voor deze maand verwachte gemiddelde temperatuur dus. Dat is pas koud, zou je dan denken.

Kou april 2021 is hoe dan ook opmerkelijk

Toch is de huidige aprilmaand meer dan opmerkelijk te noemen, omdat juist april in Nederland de maand is die door de klimaatverandering het meeste en het snelste is opgewarmd. Om een idee te geven: in de klimaatperiode van 1901 tot en met 1930 bedroeg de normaal voor april nog 7,8 graden en in de klimaatperiode van 1961 tot en met 1990 was daar met 8,0 graden als geldende normaal maar weinig in veranderd. Daarna begon de stijging. In de periode van 1971 tot en met 2000 kwam april op 8,3 graden uit, 10 jaar later in de periode van 1981-2010 konden we al een gemiddelde temperatuur van 9,2 graden aantekenen. En in de net begonnen nieuwe periode, waarin de normalen uit 1991 tot en met 2020 gelden, is de apriltemperatuur tot 9,9 graden doorgestegen.

Met andere woorden: zelfs in de koudste klimaatperiode sinds 1901 zou deze aprilmaand nog bijna anderhalve graad kouder dan normaal zijn geweest. In die zin biedt de huidige maand ons een bijzonder inkijkje in hoe het lenteweer in Nederland er in het verleden uitzag. Met dus vaak vorst in de nachten, in de eerste helft van de maand nog geregeld sneeuw en met een natuur die echt de tijd neemt om uit te lopen. Sommige bloemen lijken al wel een eeuw in bloei te staan.

Geen trendbreuk in klimaatverandering

Overigens kun je de kou van dit voorjaar tot nu toe niet meteen een trendbreuk in de klimaatverandering noemen. Waarschijnlijk hoort het er zelfs bij. In eerdere verhalen op deze site hebben we al laten zien hoe klimaatverandering als één van zijn gevolgen heeft dat de wind in onze omgeving makkelijker van ver uit het noorden, maar ook van ver uit het zuiden waait. Beide situaties hebben we in dit jaar tot nu toe al meerdere malen meegemaakt.

Zo was het in februari een week lang erg koud toen lucht afkomstig uit het poolgebied tot Nederland wist door te dringen. Nog geen twee weken later was de situatie omgekeerd. Een stevige zuidenwind voerde lucht helemaal afkomstig uit de Sahara aan. In het zuiden van het land werd het op 23 februari al bijna 20 graden. De eerste 3 weken van maart was het woord weer aan winden met vaak een noordelijke component en lagen de temperaturen vaak onder normaal. De laatste week van de maand braken zuidelijke winden opnieuw door. Op 31 maart werd het in Limburg plaatselijk ruim 26 graden. Het warmterecord voor maart werd daarmee een stukje scherper gesteld.

Kou van nu is geen garantie voor koud vervolg in mei

Een garantie voor een warm vervolg in april vormde die uitschieter niet. Nog tijdens de paasdagen was de arctische lucht met een noordelijke wind alweer terug en kwamen zelfs sneeuwbuien het land in die Nederland in de week daarna regionaal wit kleurden. Nadien is de noordelijke wind eigenlijk niet meer weggeweest en zo is het ook makkelijk te verklaren waarom de aprilmaand van dit jaar tot zo’n koude maand lijkt te gaan uitgroeien.

Ook al ziet het ernaar uit dat de huidige koude fase nog wat langer aanhoudt, een garantie voor het weersverloop in mei biedt ook dit niet. Zoals al aangegeven horen noordelijke en zuidelijke winden dit jaar bij elkaar en kan het ook in de meimaand ineens omslaan. Zou dat gebeuren, dan wordt het toch in korte tijd heel warm. Of we de lente er als geheel nog mee kunnen redden, is wel de vraag. Het warmtetekort is inmiddels ver opgelopen. Dat compenseren wordt voor mei een grote opgave.

Reinout van den BornChef Redactie