Eerste matige vorst winterhalfjaar 2022 een feit
Vannacht om 01:00 uur daalde de temperatuur nabij Groningen op weerstation Eelde naar -5,1 graden en daarmee is de eerste matige vorst van dit winterhalfjaar een feit. Daarna ging de temperatuur nog verder naar beneden: uiteindelijk kwam Eelde op -6,6 graden uit. Om te kunnen spreken van matige vorst moet de temperatuur op minstens één van de KNMI-weerstations dalen tot onder -5 graden. Op meerdere plekken in het noordoosten en oosten kwam de temperatuur ruim onder het vriespunt uit. Toch was Eelde de enige plek met matige vorst: zowel Leeuwarden als het Gelderse Hupsel noteerden exact -5,0 graden als minimumtemperatuur, en kwamen daarmee slechts een tiende graad tekort.De eerste matige vorst ergens in het land valt laat, gemiddeld gebeurt dit namelijk al op 1 december.
De laatste keer dat het ergens in het land tot matige vorst kwam was op 7 maart dit jaar. Toen daalde de temperatuur in het Gelderse Deelen naar -6,6 graden en ook elders in het zuiden en oosten werden temperaturen onder -5 graden gemeten.
Vorig jaar viel de eerste matige vorst mooi op tijd op 29 november. Het werd toen in Twenthe het koudst met -6,2 graden. In de winter van 2020 moesten we uitzonderlijk lang wachten tot 21 januari, toen werd het in Maastricht -5,4 graden. Alleen in 2007, 1983 en 1975 moest langer worden gewacht op de eerste matige vorst in ons land.
Steeds minder matige vorst
Het aantal dagen met matige vorst in het winterhalfjaar loopt normaal gesproken (over de periode 1991-2020) uiteen van 2 dagen in het uiterste zuidwesten (Vlissingen) tot 16 dagen in het oosten van het land (Twente). In De Bilt komt de minimumtemperatuur gemiddeld op 10 dagen op -5,1 of lager uit.
De afgelopen jaren zien we steeds minder dagen met matige vorst. Zo kwam het in het winterhalfjaar van 2014 en 2020 niet tot matige vorst in De Bilt, iets dat in de vorige eeuw nooit is voorgekomen. In het winterhalfjaar van 1963 kwam het het vaakst tot matige vorst, toen daalde de temperatuur in De Bilt maar liefst 59 dagen naar -5,1 graden of lager. Weerstation Twenthe had zelfs op 72 dagen matige vorst. En zelfs aan de Zeeuwse kust in Vlissingen kwam het 41 keer tot matige vorst.
Matige vorst valt later dan gemiddeld
Gemiddeld komt het op 1 december, de start van de meteorologische winter, tot de eerste matige vorst ergens in het land, althans in het huidige klimaat (1991 t/m 2020). Deze gemiddelde datum schuift in het opwarmende klimaat steeds verder naar achteren. In de vorige eeuw lag deze datum altijd in november (meteorologische herfst) en nu voor het eerst in december. Begin vorige eeuw vroor het gemiddeld op 13 november al matig in ons land. Maar het kan al veel eerder gebeuren. Lang geleden, in 1912, kwam het op 7 oktober al tot matige vorst in het Achterhoekse Winterswijk, het werd toen -5,7 graden. In 1904 werd het op 15 oktober in Winterswijk al -6,2 graden en iets recenter in 1971 vroor het ook op 15 oktober al matig met -5,2 graden in Wageningen.
Een geheel winterseizoen zonder matige vorst in ons land is nog niet voorgekomen, maar de winter van 2020 kwam dichtbij met slechts één keer matige vorst op 21 januari. Recordlang moesten we wachten in 1975 en 1983. Pas op 9 februari dook de temperatuur ergens in het land onder -5 graden.
Nog meer vorst op komst?
Komende dagen is het allesbehalve winters. Vanuit het zuidwesten stroomt een portie zachte lucht naar ons land. Na een vriendelijke zaterdag met geregeld zon, is er vanaf zondag veel bewolking en valt van tijd tot tijd regen. De temperaturen komen in de dubbele cijfers uit, zondag kan het maar liefst 12 graden worden. In de nachten liggen de temperaturen dan ruim boven nul. Pas richting de kerstdagen lijkt het weer kouder te worden.