Het gaat in Nederland minder vaak sneeuwen, maar soms wel hard
Doordat het ook later deze eeuw geleidelijk warmer wordt, zal het in Nederland in de toekomst steeds minder vaak sneeuwen. Maar als het sneeuwt, kan er soms wel meer vallen. Dat blijkt uit een onderzoek van wetenschappers van de Universiteit van Potsdam in Duitsland, waarvan de resultaten in augustus in het wetenschapsblad Nature zijn gepubliceerd.Vorig jaar op 23 december schreven we op Weer.nl al dat er in Nederland in één generatie 13 sneeuwdagen verloren zijn gegaan. Vooral de laatste winters gebeurde maar heel weinig op sneeuwgebied, totdat in de afgelopen winter op 7 en 8 februari sneeuwstorm Darcy toesloeg en er op veel plaatsen tussen 10 en in het oosten lokaal 25 centimeter sneeuw omlaag kwam.
De jaren met de meeste sneeuw
De jaren waarin het deze eeuw in Nederland het vaakst heeft gesneeuwd, zijn 20005, 2010, 2011 en 2013 met ruim 30 sneeuwdagen. In andere winters sneeuwde het (veel) minder vaak. Dikke lagen sneeuw waren er (regionaal) af en toe wel, zoals begin maart 2005 in het noorden het land, 25 november 2005 in het midden, maart 2006 verspreid, december 2009 en 2010 op veel plaatsen, in december 2017 vooral op de Veluwe en dus op 7 en 8 februari 2021 ook op veel plaatsen.
In maart 2005 viel in Drenthe lokaal meer dan een halve meter, op 25 november 2005 werd het midden van Nederland door een sneeuwinfarct getroffen waarbij op de hogere delen van de Veluwe hier en daar een laag van rond 40 centimeter kwam te liggen, in december 2009 gebeurde dat lokaal in Friesland. In december 2010 groeide de sneeuwlaag in het zuidoosten van Nederland hier en daar tot rond 35 centimeter aan en in december 2017 kwam op de hogere delen van de Veluwe plaatselijk een laag van meer dan 40 centimeter te liggen.
Hoeveelheid sneeuw Darcy niet bijzonder
Het is dan ook niet voor niets dat het KNMI op zijn site na afloop van sneeuwstorm Darcy schreef dat de toen gevallen hoeveelheid sneeuw zelfs in het nieuwe klimaat niet erg bijzonder was. Wat je feitelijk ziet is dat het bij ons weliswaar minder vaak sneeuwt, maar dat er als het eenmaal sneeuwt nog steeds wel een behoorlijke en soms zelfs een extreme hoeveelheid kan vallen.
Hier komen meerdere ontwikkelingen bij elkaar. Dat het Nederlandse klimaat warmer wordt, weten we allemaal. Omdat we een land zijn in een waterrijke omgeving, komt er door de temperatuurstijging meer vocht in de lucht terecht. Warme lucht kan namelijk meer waterdamp bevatten. Als de omstandigheden geschikt zijn voor regen, kan er dus potentieel ook meer vallen (zie de afgelopen zomer). Datzelfde geldt voor de momenten waarop het sneeuwt.
Nu ligt dit laatste iets minder voor de hand, omdat de temperaturen om sneeuwval mogelijk te maken op zijn minst toch dichtbij het vriespunt moeten liggen. En dan zou je aan variatie van vocht in de lucht niet al teveel verwachten. Wat hier een rol speelt is de hogere watertemperatuur. Het warmere water verdampt meer vocht, dat in de lucht erboven terecht komt. Daarbij is neerslag in Nederland vaak het gevolg van de botsing van verschillende luchtsoorten; warm en koud. Vooral aan de warme kant van de lijn kan tegenwoordig meer vocht in de lucht zitten, dat aan de koude kant toch als een fikse hoeveelheid sneeuw omlaag kan komen; als het maar koud genoeg is.
Warme en vochtige lucht vanuit Spanje
Wat dat betreft was sneeuwstorm Darcy een mooi voorbeeld. Terwijl in Nederland de vorst inviel, kwam vanuit Spanje een lagedrukgebied naar het noorden dat een hoeveelheid warme en zeer vochtige lucht met zich meesleurde. Die warme en vochtige lucht botste onder meer boven Nederland op de koude vrieslucht vanuit het noorden en de afloop is bekend. Het voor de sneeuw benodigde vocht kwam dus vanuit het zuiden, de kou die nodig was lag al bij ons.
Bijna alle hiervoor benoemde voorbeelden van extreme sneeuwval in Nederland zijn tot stand gekomen in situaties waarin (extra) vochtige lucht, afkomstig van wateroppervlakten die warmer waren dan vroeger, boven Nederland voldoende afkoelde om het toch te laten sneeuwen. In de gevallen waarin dat lukte, sneeuwde het zo hard door dat zich toch een forse sneeuwlaag kon opbouwen. Het mag dan minder vaak sneeuwen, het gaat dus soms nog wel hard.
Het gaat minder vaak sneeuwen, maar soms wel hard
Als je deze trend in de toekomst doorzet, zo laten de onderzoekers zien, gaat het in West-Europa de komende jaren alleen maar minder vaak sneeuwen. De afname kan het einde van deze eeuw wel tot meer dan 90 procent bedragen, zo laten ze op basis van een mix van de op dit moment meest gangbare klimaatmodellen zien. Tegelijkertijd blijft het wel zo dat als het nog een keer sneeuwt, er nog steeds wel (heel) veel kan vallen. Misschien zelfs nog wel iets meer dan nu al soms.
Kijk je naar andere bekende sneeuwgebieden op aarde, zoals in Noord-Amerika en in Azië, dan zie we ook daar op de meeste plaatsen een afname van het aantal sneeuwdagen, maar veel minder snel en scherp dan in het westen van Europa. Tegelijkertijd nemen de sneeuwextremen in die gebieden juist vaak (veel) harder toe dan bij ons. Extreme sneeuwval lijkt in die gebieden dan ook een prominentere plek te gaan innemen, ook als een gevolg van klimaatverandering dus.