Foto gemaakt door Geurt van Roekel - Utrecht - Een natte start in Utrecht.
Foto gemaakt door Geurt van RoekelUtrechtEen natte start in Utrecht.
Nu

Warme oceanen brengen ons een koude lente

Normaal is het weer in Nederland veranderlijk en hebben we niet lang hetzelfde. De westelijke straalstroom boven de Oceaan voert de weersystemen aan die het weer bij ons op zijn meest enkele dagen lang beïnvloeden. Daarna volgt weer iets nieuws. Hoe kan het dan dat het dit voorjaar wel ineens zo lang koud is? Zomaar meer dan 2 maanden achter elkaar?

Hoezeer het weer ook van toevallen aan elkaar hangt, als je heel goed kijkt, zit er wel degelijk een patroon in dat langere tijd kan aanhouden. Zo’n patroon dat ervoor kan zorgen dat een zomer warmer en droger dan normaal is of een herfst natter dan normaal. Het is niet voor niets dat we die vergelijkingen steeds weer maken. Ze helpen ons om te begrijpen wat er met het weer van alledag gebeurt. En om te zoeken naar oorzaken, als het een keer zo anders is, zoals nu.

Lente in Nederland het droogste jaargetijde

Van de lente weten we in Nederland dat het op jaarbasis het droogste jaargetijde is, met de maand april als droogste maand. De oorzaken liggen voor de hand. Om het te kunnen laten regenen, moet er vocht in de lucht zitten. Vocht dat er door verdamping van al het water om ons heen in terecht komt. Nu is het water in het voorjaar, omdat de winter nog maar net voorbij is, nog relatief koud. Het verdampen gaat zo lastiger dan in een maand als augustus, als de warme zon al weer heel wat tijd heeft gehad om de watertemperatuur te laten oplopen. Augustus, met al dat vocht in de lucht, is gemiddeld dan ook de natste maand van het jaar. In april valt gemiddeld de minste regen.

Dat de lente gemiddeld gesproken minder warm is dan de zomer, weten we ook allemaal. Maar de temperaturen van deze lente zijn wel heel opvallend. Wat mist zijn de warme winden uit richtingen tussen zuid en oost, de veel koudere winden richtingen tussen west en noord hebben we de laatste tijd juist heel vaak. Onevenredig vaak, zou je zelfs kunnen zeggen.

Waarom is de lente dit jaar zo anders?

Blijkbaar is het patroon van het weer mu op zo’n manier anders dat er voor de warme winden even weinig ruimte is en voor de koude winden juist heel veel. En dat gedurende langere tijd. De vraag is waar dat precies in zit? Om die vraag te kunnen beantwoorden, moet je grootschalig kijken en dan vooral naar externe factoren die invloed op het weer hebben. Die factoren zijn er te kust en te keur. Belangrijk zijn de zeeën met hun enorme wateroppervlakten, de zon (als opperverwarmer van de aarde en daarmee de basis van elke vorm van weer), invloeden zoals die van ijs en sneeuw en ook de bewegingen in alle lagen van de atmosfeer, die overal voorkomen. Verder speelt de manier waarop warmte en kou over de aarde zijn verdeeld in het weer een grote rol.

Het is lastig om uit te maken welke van de vele mogelijke invloeden het belangrijkste zijn voor het weer van enig moment. Niet zelden is het beeld ronduit vaag en weet je het niet precies. Het weer lijkt dan een soort tombola en kan alle kanten op gaan. Op andere momenten is het wel vrij duidelijk. Je weet dan welke factoren invloed hebben, hoe die invloed er precies uitziet en wat de gevolgen ervan zijn. En soms, zoals ook dit voorjaar, kan zo’n invloed lang aanhouden.

Warme Oceanen brengen ons koude lente

Bepalend is nu dat zowel de noordelijke helft van de Grote Oceaan (een oceaan die zich zowel over het Zuidelijk-Halfrond – de zuidelijke heft van de oceaan – als het Noordelijk Halfrond – de noordelijke helft – uitstrekt) als de noordelijke helft van de Atlantische Oceaan (ook zo’n enorme zee op twee halfronden) duidelijk warmer dan normaal is. De noordelijke helft van de Grote Oceaan zit 0,5 graden (maar regionaal meer) boven normaal en de noordelijke helft van de Atlantische Oceaan 0,6 graden. Omdat zeegebieden groot zijn, kunnen afwijkingen in de watertemperatuur ook voor langere tijd invloed hebben op de weersontwikkeling in de gebieden waar ze optreden.

In dit geval zijn het twee hogedrukgebieden die een hoofdrol spelen. Eén ervan ligt op de Grote Oceaan, voor de westkust van de VS en veroorzaakt in het zuidwesten daar een enorme droogte. De staat Californië zet zich alweer schrap voor een zwaar seizoen van natuurbranden dat ieder moment kan beginnen. Het andere hogedrukgebied ligt op ons deel van de Oceaan. In april lag het vaak in het zeegebied tussen IJsland en Schotland, nu treffen we het al een tijdje in het zeegebied tussen Groenland en IJsland aan. Het is dit hogedrukgebied dat ons de koude lente heeft gebracht, die nu zijn laatste twee weken is ingegaan. Een slot dat kil en wisselvallig lijkt te blijven.

Veranderingen kosten tijd

Beide hogedrukgebieden zijn een gevolg van de hogere dan normale watertemperaturen in de gebieden waar ze liggen. Zolang in die situatie geen structurele verandering komt, blijven die hogedrukgebieden waarschijnlijk een rol spelen. Nu malen molens op de oceanen maar langzaam, veranderingen in watertemperaturen verlopen er heel traag. Er is gewoon tijd voor nodig.

Toch staat hiermee nog niet vast dat de situatie van nu ook tijdens de zomermaanden aanhoudt. Watertemperaturen zijn namelijk niet de enige factoren die bepalen waar hoge- en lagedrukgebieden terechtkomen. De zon is inmiddels behoorlijk hoog gekomen. Op het land wordt het steeds warmer. In die zin zijn de omstandigheden grootschalig wel degelijk aan het veranderen.

Toch is er verandering in zicht

Nu lijken die veranderingen nog niet genoeg om het patroon van de voorgaande maanden te doorbreken, maar dat kan in de komende weken best veranderen. Het is niet voor niets dat we in de laatste 30-daagse verwachting het aloude hogedrukgebied in het hoge noorden zo rond de maandwisseling wel degelijk zien verdwijnen. Gebeurt dat ook echt, dan ziet de wereld er vanaf dan toch ineens heel anders uit en zijn weer allerlei nieuwe varianten in het weer denkbaar.

Wat dat betreft, is het goed om nog even geduld te hebben. Daarbij kunnen we verder bedenken dat het weer van nu voor de natuur helemaal niet slecht is. Er valt meer regen dan in voorgaande voorjaren en de bomen, struiken en andere gewassen komen veel rustiger uit. Een 4e droog voorjaar op rij had grote schade kunnen aanrichten. Die lijkt ons door het weer van nu bespaard gebleven.

Reinout van den BornChef Redactie