46-Daagse: vanaf half januari toch overgang naar winterweer?
De weersomslag was de afgelopen week compleet. Van voluit winters weer met schaatsen en vorst, nog in het afgelopen weekend, zijn we overgegaan op een weertype dat perfect bij de Kerstdepressie past. Die singulariteit in het weer die bijna elk jaar lijkt voor te komen en die in de klimatologie van Nederland ook terug te vinden is. Daarin is de Kerst namelijk duidelijk warmer dan de jaarwisseling, die er nog geen week na komt.Ook op de achtergrond zien we de veranderingen terug. Daar waar we boven het poolgebied lange tijd hogedrukgebieden zagen, zich vertalend in een AO-index die sterk negatief was, gaan de barometers er nu hard omlaag. De AO-index wordt de komende tijd dan ook neutraal. Was het wat verder bij de pool vandaan steeds zo dat de luchtdruk in de buurt van IJsland en Groenland relatief hoog was en bij de Azoren juist relatief laag (de daarbij horende NAO-index was flink negatief), nu is dat beeld omgedraaid. Bij IJsland zien we – zoals zo vaak – weer gewoon lagedrukgebieden terug. Bij de Azoren zijn de barometerstanden juist hoog en ligt het hogedrukgebied op zijn plaats. De NAO-index wordt de komende tijd – voor het eerst in langere tijd – dan ook weer positief.
Westcirculatie, op de Oceaan
Het zijn allemaal indicaties die bij het op gang komen van een westcirculatie horen, in elk geval op de Oceaan. Lagedrukgebieden hebben er de komende tijd vrij spel en komen makkelijk bij de rand van Europa uit. Omdat zich boven het continent een hogedrukgebied vormt, wordt het daarna wel lastiger voor de storingen om verder te trekken. Dat is vooral voor het zuiden en zuidoosten van Europa, maar ook voor de Alpenlanden erg slecht nieuws. Daar hebben ze de winterneerslag meer dan hard nodig. Als de hogedrukgebieden er, zoals vorig jaar in de winter ook gebeurde, de komende tijd hardnekkig blijken te zijn, worden de nu al behoorlijke droogteproblemen er alleen maar groter.
Voor Nederland is het hogedrukgebied ook van belang. Vanuit de manier waarop het evenwicht tussen de drukkende storingen op de Oceaan en het tegenhoudende hogedrukgebied boven Zuid- en Zuidoost-Europa tot stand komt, kunnen we een zeer wisselvallige en bijzonder zachte, maar ook een rustigere en wat minder uitgesproken zachte fase krijgen. Ook moeten we het hogedrukgebied in de gaten houden. Trekt het in de loop van de tijd naar het noorden, om boven Noordoost-Europa of zelfs Scandinavië terecht te komen, dan kan het bij ons op tijd van duur ook zomaar ineens kouder worden. Een mooi voorbeeld hiervan deed zich in de winter van 1996 voor, die we vandaag in een ander verhaal op deze site beschrijven. Toen leverde die ontwikkeling zelfs een koude winter op.
Week 1: van 26 december tot en met 1 januari
- Nu en dan regen
- Een straffe zuid(west)elijke wind
- Temperaturen tussen 9 en 13 graden
Lagedrukgebieden hebben de macht op de Oceaan, boven het Europese continent zien we het hogedrukgebied. Eerst is dat vooral boven het zuiden en zuidoosten van het continent actief, later in de periode breidt het zich noordwaarts uit.
Storingen, die ons in het eerste deel van de week nog makkelijk kunnen bereiken, krijgen het later lastiger om door te dringen. Zachtere en koelere lucht wisselen elkaar af en worden van elkaar gescheiden door storingen die met bewolking en regen passeren. Soms waait het flink, maar tussendoor is ook de zon te zien. Het wordt vaak rond 10 of 11 graden, soms is het een tikkeltje koeler. Tegen de jaarwisseling lijkt een golf met zeer zachte lucht, aan de westflank van het naar het noorden opkomende hogedrukgebied, over de westrand van Europa onze kant op te komen. Dan kan het kwik nog een stuk verder omhoog…
Week 2: van maandag 2 tot en met zondag 8 januari
- Aanhoudend wisselvallig
- Stevige zuidelijke wind
- Temperaturen (ver) boven normaal
In week 2 zien we hoe de strijd tussen de storingen op de Oceaan en het hogedrukgebied boven het continent grimmiger wordt. Niet alle storingen komen er bij ons zomaar meer doorheen. Verder komen de lagedrukgebieden op de Oceaan vanuit een zuidelijkere positie omhoog. De luchtdruk bij de Azoren gaat dan ook weer omlaag.
Toch blijven we met aanhoudende en vaak sterke zuidelijke tot zuidwestelijke winden zitten, die nog steeds zachte lucht aanvoeren, waarin de temperaturen overdag gemakkelijk tot 10 graden of nog iets verder kunnen oplopen. In de nachten hangt het ervan af. Klaart het eens wat overtuigender op en valt de wind een beetje weg, dan kunnen we in de buurt van het vriespunt uitkomen. Anders blijft het natuurlijk dik boven nul.
Als de storingen passeren, en op basis van de verwachte neerslaghoeveelheden lukt dit nog steeds vaak, is het bewolkt en regenachtig. Tussendoor kan het ook weleens mooi opklaren en is er ruimte voor de zon. Dat laatste lijkt al een tijdje steeds mee te vallen.
Week 3: van maandag 9 tot en met zondag 15 januari
- Geleidelijk minder wisselvallig
- Wind naar richtingen tussen zuid en oost
- Wat dalende temperaturen
De rij met lagedrukgebieden op de Oceaan komt wat naar het oosten en strekt zich van IJsland nu in de richting van het Iberisch schiereiland uit. Erachter vestigt zich in de buurt van de Azoren een hogedrukgebied dat uitbreidingsplannen naar het noordoosten krijgt. Het hogedrukgebied boven het Europese continent komt nog iets verder naar het noorden.
Bij ons gaat de wind meer uit richtingen tussen zuid en oost waaien. Verder worden storingen vanuit het westen vaker tegengehouden, door het hogedrukgebied boven het continent. Het blijft nog zacht, maar de afwijkingen ten opzichte van de in deze tijd gebruikelijke temperatuur worden wel geleidelijk wat kleiner.
Week 4: van maandag 16 tot en met zondag 22 januari
- Overgang naar rustig hogedrukweer
- Oostelijke tot noordoostelijke wind
- Vorst in de nacht, overdag iets boven nul
Hier zien we de verrassing in deze verwachting. Het hogedrukgebied op de Oceaan en dat boven het Europese continent zoeken en vinden verbinding met elkaar. Er ontstaat een groot hogedrukgebied waarvan de as ten noorden van Nederland komt te liggen. De wind draait bij ons dan ook naar oost tot noordoost en de aanvoer van koudere lucht komt op gang. Uitstraling onder een misschien wel heldere hemel doet mogelijk de rest, want vrijwel meteen duiken de temperaturen onder normaal, in wat klimatologisch gezien ook nog eens de koudste fase van de winter is. En dan mag je in de nachten toch weer aan vorst denken en overdag aan temperaturen die maar een beetje boven nul uitkomen. Echte transportkou zit er met kaarten als deze nog niet in. Maar een beetje een winters weertype is zeker mogelijk.
Week 5 en 6: tot en met zondag 5 februari
- Aanhoudend rustig hogedrukweer
- Oostelijke tot noordoostelijke wind
- Vorst in de nacht, overdag iets boven nul
In de laatste twee weken van deze verwachting wordt het hogedrukgebied boven Scandinavië berekend. Het inzettende koudere weer lijkt dan ook aan te houden, met vorst in de nachten en overdag temperaturen die maar een beetje boven nul uitkomen. Verder zijn de neerslagkansen klein en zou de zon het behoorlijk goed moeten kunnen doen.
Gezien de omstandigheden van dit moment mag je deze lange termijnverwachting van het ECMWF rustig opvallend en verrassend noemen. Het is niet voor niets dat we vandaag het verhaal over de winter van 1996 hebben geplaatst, want de nu berekende ontwikkeling heeft veel weg van wat er toen gebeurde: een bulderende poolwervel, geen SSW, en toch koude weerkaarten. Als dit zo uitkomt, zou het dit jaar dus precies zo kunnen gaan. Met wel een andere uitwerking. Klimaatverandering is nu een stuk verder en zo koud als toen zou het met vergelijkbare weerkaarten tegenwoordig niet meer worden. En het moet allemaal eerst ook nog maar eens gebeuren. Maar, zoals gezegd, het zijn in elk geval opvallende bewegingen.
Samenvattend
Al met al lijkt het er dus op dat het zachte en wisselvallige weer van dit moment nog tot en met de eerste helft van januari aanhoudt, waarbij het tegen het einde van die periode al wel langzaam minder wisselvallig wordt. Daarna berekent het Europese model een omslag naar rustig hogedrukweer, met oostelijke tot noordoostelijke winden, meer zon, vorst in de nachten en overdag temperaturen die nog maar iets boven het vriespunt komen.