Een bulderende poolwervel, geen SSW en toch koud… De winter van 1996
We schreven gisteren op deze site hoe de kansen op een koud vervolg van de winter van 2023 op dit moment heel klein lijken te zijn geworden. Belangrijkste redenen hiervoor zijn de sterke poolwervel van dit moment en de kansen op een SSW, later deze winter, die erg klein lijken. Toch zijn er voorbeelden zijn van winters die – ondanks een sterke poolwervel en zonder een SSW – bij ons toch koud zijn verlopen. Een heel interessant voorbeeld van zo’n winter is die van 1995/1996. Het is de laatste winter in Nederland die over de drie wintermaanden een negatieve temperatuur van -0,2 graden kende. Tijdens die winter had zelfs een Elfstedentocht kunnen worden gehouden.Het voorbeeld van de winter van 1996 is interessant, omdat we dezelfde achtergrondsituatie hadden als nu, bij de start van de winter van 2022/2023. We zaten in een La Niña jaar en de QBO was westelijk. Geen situatie waarbij je direct een strenge winter verwacht. Toch kwam die er wel. Terwijl de poolwervel sterk bleef en de stratosfeer in de loop van de winter erg koud was, bleef het drukpatroon in de troposfeer vrijwel voortdurend geblokkeerd. In januari en februari kwam zelfs het Azorenhoog erbij, maar de NAO-index bleef ongeveer neutraal. En precies als dat gebeurt, kan een winter toch ineens heel koud uitpakken.
Het begon meteen in december
Het begon meteen in december al. Na een relatief normale, maar – door het ook toen al geblokkeerde drukpatroon – al wel droog verlopen novembermaand (met een gemiddeld al sterk negatieve NAO-index) ging december door met de veelal geblokkeerde drukverdelingen. Eerst lag het hogedrukgebied boven Rusland en Scandinavië, later in de maand verplaatste het zich meer naar de omgeving van IJsland en Groenland.
De decembermaand verliep koud. Het vroor in De Bilt op maar liefst 26 dagen, waarvan op 9 dagen matig en 2 dagen streng. De laagste temperatuur, -12,5 graden werd op 29 december gemeten. Op 9 dagen beef het kwik de volledige 24 uur onder nul en de gemiddelde maandtemperatuur kwam op -0,9 graden uit. Dat was ook toen behoorlijk laag.
Eerste vorstperiode
Op 24 december begon de eerste vorstperiode die op 3 januari 1996 eindigde. Er brak een zachte periode aan. Het blokkerende hogedrukgebied was er nog wel, maar trok zich naar het noordwesten van Rusland terug. Tegelijkertijd ontwikkelde zich op de Oceaan een sterke westcirculatie, die wel behoorlijk zuidelijk lag. Bij ons draaide de wind, aan de oostflank van grote lagedrukgebieden op de Oceaan, naar zuidelijke richtingen. Het werd behoorlijk zacht en op 13 en 14 januari steeg de temperatuur tot boven 10 graden.
Even later veranderde het opnieuw. Het hogedrukgebied in het noordoosten en oosten kreeg een uitbreiding in onze richting en de temperaturen gingen, waarschijnlijk ook geholpen door de voorgeschiedenis en het koude oppervlaktewater, weer omlaag. Vanaf 16 januari vroor het alweer in de nachten en op 18 januari begon de tweede vorstperiode die tot en met 9 februari zou aanhouden. In die periode zien we het hogedrukgebied vrijwel voortdurend boven Scandinavië, waarbij het af en toe contact maakt met het Azorenhoog, dat een wat westelijkere positie inneemt dan gebruikelijk. Dit verklaart ook de vrijwel neutrale NAO-index die we zowel in januari als in februari zien. Verder is de bovenlucht boven de Noordpool en de regio Groenland/IJsland voortdurend koud, wat bij de sterke poolwervel hoort die we wel die hele winter zien. Het was voorwaar een opvallende combinatie toen.
Elfstedenkoorts liep hoog op
Door de langdurige vorst in januari liep de Elfstedenkoorts begin februari sterk op. Het Elfstedenbestuur zette in op zondag 4 februari, maar tijdens de vergaderingen met de rayonhoofden kwamen toch teveel knelpunten naar voren. De drukverdeling was complex en het was niet ondenkbaar dat de dooi zou invallen.
Dat gebeurde niet. De vorst zette juist aan en pas op 9 februari eindigde de vorst. De kritiek op het Elfstedenbestuur was niet mals. En op 10 februari, een dag te laat dus, werd op initiatief van de Panorama een wilde Elfstedentocht gehouden. Andere Tijden Sport wijdde een aflevering aan de Elfstedenkoorts, die winter. Tijdens de uitzending geeft de toenmalige voorzitter Henk Kroes toe dat De Tocht wel gehouden had kunnen worden.
Na het einde van de vorstperiode bleef het de rest van de februarimaand kwakkelen en ook de maartmaand verliep koud. Na de -0,9 graden van december kwam januari op een gemiddelde temperatuur van -0,1 graden uit. Februari eindigde als enige van drie wintermaanden in de plus, met een gemiddelde temperatuur van 0,6 graden. De winter als geheel scoorde een gemiddelde van -0,2 graden en in De Bilt 150,5 Hellmannpunten.
Geen SSW, wel een koude winter
En zo groeide de winter van 1996, waarvan je van tevoren nauwelijks kon voorzien dat het zou gebeuren, tot een koude winter uit, met zelfs bijna een Elfstedentocht. Terwijl de randvoorwaarden daar, net als dit jaar overigens, bepaald niet op wezen. In de tussentijd is er veel veranderd. Klimaatverandering is 26 jaar verder en een drukverdeling, die toen meteen winterweer opleverde, brengt ons tegenwoordig vaak niet meer dan lagere temperaturen, maar geen winterweer. De kans op een herhaling lijkt dan ook erg klein.