Eerste lokale zomerse dag 2022 ruim een week later dan normaal
In het Limburgse Ell kwam de temperatuur om 16:15 uur op 25,1 graden uit en daarmee is sprake van de eerste lokale zomerse dag van 2022. Daarvoor moet het op één van de officiële meetpunten in ons land 25,0 graden of warmer worden. Uiteindelijk werd het 25,6 graden. In Eindhoven werd het 25,3 graden en in Arcen 25,0 graden. De eerste lokale zomerse dag valt ruim een week later dan gemiddeld in het huidige klimaat (1991 - 2020). Van een officiële zomerse dag is nog geen sprake, in De Bilt werd het 22,7 graden.Ondanks het bijzonder droge en zonnige weer de afgelopen weken, bleef zomerse warmte in ons land nog uit. Vandaag kregen we echter te maken met de aanvoer van warme lucht op hoogte, veel zon en weinig wind. Door die combinatie kon de temperatuur lokaal oplopen tot boven 25 graden. In het huidige klimaat (1991 t/m 2020) gebeurt dat gemiddeld voor het eerst op 1 mei. Daarmee valt de eerste lokale zomerse dag dus ruim een week later dan gebruikelijk. De eerste zomerse warmte komt steeds vroeger in het voorjaar. Dertig jaar geleden was 17 mei gemiddeld de eerste dag met zomerse temperaturen in ons land. Een verschuiving van bijna 3 weken!
Bijna 8 maanden geen zomerse warmte
Voor de vorige lokale zomerse dag moeten we terug naar 10 september 2021. Toen werd het in Hupsel en Twente nog net 25 graden. Dat is al 241 dagen, oftewel bijna 8 maanden geleden. Dat is flink langer dan vorig jaar, toen de periode zonder zomerse warmte slechts 189 dagen duurde. Dat kwam met name door een bijna recordvroege lokale zomerse dag in maart. In 2018 was de periode zonder zomerse temperaturen nog wat korter met slechts 183 dagen.
In 1984 pas op 19 juni zomers warm
Vorig jaar werd het bijna recordvroeg zomers warm, op 31 maart noteerde Arcen 26,1 graden en dit was de warmste dag ooit gemeten in maart. Alleen op 29 maart 1968 werd het nóg vroeger zomers met 25,6 graden in Venlo en Gemert.
Het langst moest worden gewacht op een lokale zomerse dag in 1984. Pas op 19 juni kwam het kwik voor het eerst ergens in ons land boven 25 graden uit. Zoiets is in het huidige klimaat nagenoeg onmogelijk.
In het verleden is het zelfs een paar keer voorgekomen dat de 25 graden op enkele weerstations überhaupt niet werd gehaald. In Den Helder lukte dat niet in de jaren 1910, 1916, 1940 en 1956. In dat laatste jaar werd het niet warmer dan 24,4 graden. In Vlissingen werd in 1907 en 1965 de zomerse grens niet gehaald. In 1965 was de hoogste gemeten temperatuur op deze badplaats slechts 24,1 graden. Niet bepaald strandweer dus. Recordkoud bleef het in 1962 op weerstation Kornwerderzand (bij het Friese Makkum), de hoogste temperatuur van het jaar viel toen op 18 juni en bedroeg een magere 22,7 graden.
Hoe oostelijker, hoe warmer
Het aantal zomerse dagen per jaar varieert sterk per regio. In het huidige klimaat (gemiddelde van 1991 t/m 2020) komt het op de Waddeneilanden tot slechts 9 zomerse dagen per jaar. In De Bilt zijn het er gemiddeld 28 en in het Noord-Limburgse Arcen zelfs 42. Liefhebbers van zomerse warmte zitten in het zuidoosten en oosten dus duidelijk beter dan in de kustgebieden, waar regelmatig koelere lucht van zee wordt aangevoerd.
De 'eindeloze zomer' van 2018 telde recordveel zomerse dagen. Weerstation Arcen noteerde er maar liefst 89! Op de tweede plaats staat de - voor die tijd - uitzonderlijk warme zomer van 1947. De weerstations Winterswijk en Venlo hadden toen 72 zomerse dagen.