Foto gemaakt door Jolanda Pelkmans - Gilze - Het lek van de winterverwachting is boven. De kiem voor de foute verwachting is al vroeg gelegd. En we hádden het kunnen zien. Dat is goed voor de wetenschap.
Foto gemaakt door Jolanda PelkmansGilzeHet lek van de winterverwachting is boven. De kiem voor de foute verwachting is al vroeg gelegd. En we hádden het kunnen zien. Dat is goed voor de wetenschap.
Nu

Het lek van de winterverwachting is wel boven

De winter van 2022 is tot nu toe niet de koude winter geworden, die we wel hadden verwacht. Vorige week hebben we hierover op onze site al uitvoering bericht. Wat we toen nog niet wisten, lijkt nu wel duidelijk. Doordat de combinatie van La Niña en de PDO-- op de Grote Oceaan ten westen van de VS de dominante factor is geworden, kon de westcirculatie de afgelopen week de macht grijpen. We hadden dat ook eerder al kunnen zien aankomen. Toch is het koude standje niet helemaal uit zicht verdwenen. Er speelt zich een interessante modellenstrijd af.

We beleven een zachte start van de januarimaand. De gemiddelde temperatuur in De Bilt lag de eerste 6 dagen op 8,3 graden, zo’n 4,7 graden boven de normale waarde van 3,6 graden. Vooral de eerste dagen van de maand waren extreem zacht met diverse warmterecords, daarna zijn de temperaturen geleidelijk op een wat lager niveau gekomen.

Ook december, de eerste maand van deze winter, verliep vrij zacht. Lagen de gemiddelde temperaturen die maand tot en met de kerstdagen nog rond of iets boven, en in het oosten en noordoosten en oosten zelfs iets beneden normaal, het zeer zachte slot van de maand heeft de balans uiteindelijk fors naar ‘te wam’ doen overslaan, in het hele land.

Atmosfeer schoot in een andere stand

Zo net na de kerstdagen leek het wel of de atmosfeer in een andere stand schoot. Zagen we tot op dat moment vaak een strijd tussen koude lucht vanuit het noorden en de zachtere, vaak binnen onze grenzen of in elk geval in de buurt, vanaf de laatste week van het jaar was de zachte lucht duidelijk in het voordeel en werd de winter ver naar het noorden teruggedrongen.

Foto gemaakt door WCS - De combinatie van La Niña en de negatieve PDO-index voorzag perfect wat er deze winter tot nu toe is gebeurd. Je ziet hier de luchtdrukafwijkingen ten opzichte van normaal. In december een hogedrukgebied op de Oceaan, in Januari een westcirculatie.
Foto gemaakt door WCSDe combinatie van La Niña en de negatieve PDO-index voorzag perfect wat er deze winter tot nu toe is gebeurd. Je ziet hier de luchtdrukafwijkingen ten opzichte van normaal. In december een hogedrukgebied op de Oceaan, in Januari een westcirculatie.

Eerst was niet duidelijk waardoor dat zo ineens kwam, maar nu het stof is neergeslagen, blijkt dat er al die tijd al wel degelijk aanwijzingen voor zo’n omslag waren. We hebben ze alleen niet gezien, of in elk geval niet op de juiste manier geïnterpreteerd. Het was Paul Verheij van weerforum Weerwoord die ons op het, naar nu blijkt juiste spoor bracht. Hij liet in de eerste helft van december in een post op het forum zien hoe de drukverdeling van dat moment meer op een drukverdeling leek die bij een sterk negatieve PDO-index hoorde, dan op een drukverdeling, horend bij een forcering door de MJO-index, zoals wij in onze verhalen steeds betoogden. En hij had gelijk.

DE PDO-index is een maat voor de verdeling van de watertemperaturen op het noordelijke stuk van de Grote Oceaan, ten westen van de VS. Samen met het warme water van de Atlantische Oceaan was deze PDO (Pacific Decadal Oscillation) een groot deel van het afgelopen jaar bepalend voor de weersontwikkeling op het Noordelijk Halfrond, waarbij de invloed van de ook toen actieve La Niña niet zelden werd overvleugeld. Nu lijken de twee eendrachtig samen te werken. Beide indices zijn (sterk) negatief. Bij La Niña betekent dit dat er langs de evenaar een koude zeestroom tussen Zuid-Amerika en Indonesië is. Bij de PDO zien we op de noordelijke helft van de Grote Oceaan in het midden juist een warme zeestroom, vanuit de omgeving van Japan richting het westen van de VS, met daar omheen juist kouder zeewater (in de vorm van een hoefijzer).

La Niña en PDO -- waren dominant

Bij het maken van de winterverwachting werd de combinatie van La Niña en een sterk negatieve PDO-index als één van de mogelijke forceringen bekeken. Het voorzag precies in het scenario zoals dat deze winter tot nu toe is gevolgd. Namelijk een decembermaand met veel hogedruk op de Oceaan en af en toe een uitbraak van kou in onze richting, in januari gevolgd door een vrij abrupte overgang naar een westcirculatie met lagedrukgebieden op het noorden van de Oceaan.

Het lastige, op het moment dat we de winterverwachting maakten, was dat we over veel meer mogelijke forceringen beschikten, met ook duidelijke invloeden van de QBO-, de MJO en de warme noordelijke van de Atlantische Oceaan erbij. Verder zag je in de modelberekeningen van dat moment voor de langere termijn ook steeds weer de MJO-signalen terug, die meerdere keren op een koud vervolg hintten. Waarbij al die keren uiteindelijk tot een enkele dag beperkt bleven. Het signaal van La Niña en de PDO-, dat het uiteindelijk had moeten zijn, sneeuwde daarbij onder.

We zijn uiteindelijk gegaan voor de invloed van al de belangrijke drijvers samen (La Niña, MJO, PDO--, QBO-, maar ook de invloed van de warme Atlantische Oceaan). Op basis van een vergelijking met andere jaren die een vergelijkbaar beeld hadden, kwamen we op het gepresenteerde scenario uit, in de eerste helft van de winter sterk leunend op het MJO-signaal en in de tweede helft van de winter op een voor later in januari verwachte SSW.

Gegokt en hard verloren

Enfin, het verhaal is bekend. De invloed van de MJO werd, geholpen door de sterke poolwervel van dit moment, overvleugeld door de combi van La Niña en PDO--. Het traject dat daarbij hoorde, is tot nu toe het traject geweest dat we deze winter hebben afgelegd. Verder ziet het er niet meer naar uit dat de poolwervel de komende weken nog instort (SSW). Daarmee is het fundament onder het koude, tweede deel van deze winter verdwenen. Maar ook dat hebben we al uitgelegd. Verkeerd gegokt dus en hard verloren. Het was toch allemaal minder duidelijk dan het leek. Maar toch ook fijn dat we het wel hádden kunnen zien. Dat is belangrijk voor de wetenschap van de teleconnecties.

Maar dan is het nu dus wel duidelijk, zou je zeggen? Nee, ook niet. Want sinds enkele dagen doet zich een bijzondere tegenstelling voor tussen de berekeningen van de twee belangrijkste globale weermodellen; het Europese (dat in het algemeen als leidend wordt gezien) en het Amerikaanse. Opnieuw zien we daarin de twee signalen terug die ook de decembermaand vorm hebben gegeven. Houdt het Europese model nog vast aan een vervolg waarin de sterke poolwervel en straalstroom een hoofdrol spelen, het Amerikaanse komt met ontwikkelingen waarin je ineens het MJO-signaal weer terugziet. Beide standjes in de atmosfeer zijn blijkbaar ook nu nog mogelijk.

Welk standje wordt het nu?

Het draait allemaal om hoe de drukverdeling zich vanaf komende zondag en maandag in onze omgeving ontwikkelt. Het Amerikaanse rekenmodel laat dan boven Scandinavië een hogedrukgebied ontstaan dat in de dagen daarna versterking krijgt van een ander hogedrukgebied, vanaf de Oceaan. In Europa wordt de westcirculatie van nu zo langzaam aan banden gelegd. De wind gaat vaker uit het oosten waaien en de kansen op een daling van de temperatuur worden groter.

Het Europese model ziet een grotere rol voor de sterke straalstroom van dit moment. Het hogedrukgebied boven Scandinavië komt er ook, maar wordt sneller naar het oosten weggeduwd en het hogedrukgebied daarna komt op een zuidelijkere plek terecht en wordt door de straalstroom noord ervan verder opgepookt. In die ontwikkeling blijven de winden bij ons westelijk en gaan we juist een veel zachtere week tegemoet. Tot gisteravond wilden de twee modellen niets van elkaars ontwikkelingen weten, in de nieuwste run lijkt het Europese model wat richting het Amerikaansen op te schuiven. De invloed van de straalstroom is er nog steeds, maar de MJO-signalen keren ook geleidelijk terug, zeker op de wat langere termijn. Nu maar afwachten welk standje het wordt.

Reinout van den BornChef Redactie