‘Hittegolf’ op Antarctica levert bizar veel sneeuw op
De ‘hittegolf’, die tussen 16 en 18 maart op de oostelijke helft van de ijskap op Antarctica tot temperaturen leidde die plaatselijk bijna 40 graden boven normaal lagen, heeft in diezelfde periode tot een onvoorstelbare hoeveelheid verse sneeuw op het ijs geleid. Een bericht hierover is op het Belgisch / Nederlandse weerforum Weerwoord.be te lezen.Op basis van gravitatiemetingen van het GRACE-programma van NASA is komen vast te staan dat de ijsmassa op Antarctica in de periode van half maart tot en met half april met maar liefst 335,4 gigaton is aangegroeid. Dat is een onvoorstelbare 33540 miljard kilogram. Een dergelijk grote aangroei is in de meetperiode, die enkele jaren na de eeuwwisseling begon, niet eerder waargenomen. Doordat de aangevoerde lucht behalve warm ook bijzonder vochtig was, zijn grote hoeveelheden neerslag gevallen. Dat gebeurt op de ijskap van Antarctica, waar het normaal hiervoor te koud is, eigenlijk bijna nooit. Een groot deel van de gemeten aangroei zal dan ook voor rekening van die ene gebeurtenis zijn gekomen.
Bizar warm
In de periode van 16 tot en met 18 maart was het op de zuidpool bizar warm. De combinatie van een lagedrukgebied bij het Australische Perth en een hogedrukgebied ten zuidoosten van Nieuw-Zeeland (vooral dit hogedrukgebied lag op een uiterst ongewone plaats) had ervoor gezorgd dat zich in de straalstroom rond de zuidpool een enorme bocht had gevormd. Het gevolg ervan was dat warme en vochtige lucht, afkomstig vanuit het oosten van Australië, vanaf de Tasmaanse Zee helemaal tot boven Antarctica kon komen.
Meteen aan de antarctische kustlijn leidde dit tot hoge temperaturen. De onderzoeksstations Casey en Dumont d’Urville maten temperaturen van respectievelijk 6 en 4 graden boven nul. Verder viel er in de vochtige lucht erg veel regen.
Heel veel sneeuw
Op zijn weg omhoog, het oostelijke ijsplateau van Antarctica op, koelde de lucht maar heel langzaam af. Belangrijkste oorzaak hiervan was opnieuw de hoge luchtvochtigheid en het feit dat zich steeds bewolking vormde. Bij condensatie, dat het tegenovergestelde van verdamping is, komt warmte vrij. In dit geval was dat zoveel dat de lucht maar langzaam afkoelde. Tegelijkertijd viel er veel neerlag. In de nabijheid van de kust was dat regen, hogerop vooral sneeuw. Heel veel sneeuw, zoals nu dus is gebleken.
Toen de warme lucht bij de hoog op het ijsplateau gelegen onderzoeksstations Vostok (Rusland) en Dome Concordia (Europa) aankwam, waren de afwijkingen ten opzichte van wat normaal is tot rond 38 graden opgelopen, een verschil dat op die manier op aarde eigenlijk nog nooit eerder was gemeten, zo weten we nu ook. Het vroor op beide stations nog wel, maar normaal was het echt heel veel kouder. Door al dat vocht in de lucht dus.