Langste dag: zomer lijkt zijn draai te hebben gevonden

Koelere lucht boven de Britse eilanden en Scandinavië is echter nooit ver weg en ook die golft van tijd tot tijd richting Nederland. Op de overgangen trekken nu en dan storingen over die wolken en buien of regen met zich meebrengen. De komende maanden is de grote vraag in hoeverre er op die momenten voldoende valt om het niet nog droger te laten worden dan het nu regionaal in het land al is. Daar lijkt het om te gaan spannen.

Neerslagtekort

Het neerslagtekort staat nu op landelijk 127 millimeter, waarbij de regionale verschillen al behoorlijk groot zijn. In een brede strook van zuid naar noord over het land is niet zoveel aan de hand en zijn de tekorten met tussen 60 en 120 millimeter hanteerbaar. Aan weerszijden wordt dit gebied geflankeerd door stroken over het oosten en zuidwesten van Nederland waar de tekorten veel groter zijn. In Zeeland komen ze hier en daar al boven 200 millimeter uit. In beide stroken worden de sproeiers volop gebruikt.

Het hittegebied boven het zuiden van Europa omvat de regio’s waar hogedrukgebieden in de winter grote neerslagtekorten veroorzaakten. De combinatie van die droogte en de fel schijnende zon maakt dat het op die plekken nu, vroeger dan normaal al intens heet is. In Spanje kwam het kwik in mei al voor het eerst boven 40 graden. Tijdens de hittegolf van vorige week schopte het stadje Andújar in het zuiden het zelfs tot bijna 45 graden. Het kwik steeg er op de warmste dag tot nu toe tot 44,5 graden.

Hitte

Eind vorige week breidde die hitte zich tot over Frankrijk, Italië, de Alpenlanden en Duitsland uit. Werd het in Frankrijk plaatselijk al ruim 43 graden, ook in Italië en in het laagland van Duitsland kwam het kwik in de buurt van 40 graden uit. In Nederland kregen we een schampshot van de grootste hitte mee. In Limburg werd het afgelopen zaterdag bijna 34 graden, maar een dag later was de warme lucht alweer verdrongen.

En zo zou het de komende maanden steeds moeten gaan. Door de grote tegenstellingen tussen het hete zuiden en het koelere noordwesten van Europa blijft toch iets van een straalstroom over die het weer bij ons met tussenpozen kan beïnvloeden. Lange en stabiel zomerse perioden lijken de rest van de zomer dan ook niet dik gezaaid. We kan het steeds weer warm worden en soms ook bijzonder warm, want de hitte is nooit ver weg. Na een paar dagen zullen buien dan meestal weer enige verkoeling brengen.

Regionale verschillen

De grote vraag daarbij is of er voldoende valt om het niet te droog te laten worden. Hoge temperaturen, en we lijken op een zomer af te gaan die warmer dan normaal verloopt, hebben extra verdamping tot gevolg als je dat vergelijkt met een gemiddelde situatie. Waarschijnlijk zal het van regio tot regio verschillen. Als de buien ergens eens een keer fors uitpakken, zal dat gebied voor wat de vochthuishouding betreft een tijdje geen problemen hebben. Tegelijkertijd kan het op andere plaatsen, waar die buien niet zijn geweest, juist te droog worden en we zien dat in het land eigenlijk nu al gebeuren.

Later wisselvalliger

Omdat later in de zomer, vooral vanaf de tweede helft van juli en in augustus op de Atlantische Oceaan, de Caribische Zee en de Golf van Mexico, het orkaanseizoen steeds meer op gang komt, lijkt het dan ook bij ons wat wisselvalliger te worden. Vorig jaar ging die toename van de wisselvalligheid zeker in de augustusmaand ook met relatief lagere temperaturen gepaard. Iets dergelijks zou dit jaar weer kunnen gebeuren, maar is geen zekerheid. Ook dan ligt de echt warme lucht waarschijnlijk nog steeds dichtbij.