46-Daagse: eerst nog wisselvallig, daarna warmer en stabieler?
Toen we vorig jaar uit de zachte winter kwamen, stopte het op 25 februari subiet met regenen en brak de zon door. Een recorddroge en -zonnige maartmaand volgde. Vooral in het midden en zuiden van het land viel tot en met de ochtend van de 31ste vrijwel niets, pas later op die dag begon het alsnog te regenen- en te sneeuwen, alleen telde die neerslag voor het eindtotaal niet meer mee. Het record was al gevestigd.Hoe anders ziet het er dit jaar in maart uit. Als we naar het regenkaartje tot en met gisteren kijken, zien we dat in het noorden op veel plaatsen al tussen 35 en 60 millimeter regen is gevallen, in het midden en zuiden al tussen 60 en plaatselijk 95 millimeter. En we hebben nog een flink deel van de maand te gaan. Ook bij het aantal zonuren, is het verschil enorm groot. Stond de teller, gemiddeld over de hoofdstations van het KNMI, vorig jaar op 16 maart al op 122,7 uur zon, dit jaar moeten we het met iets meer dan de helft doen: 66 uur. Overigens is dat wel het normale aantal zonuren voor de periode tot nu toe. Het laat maar eens zien hoe zonnig maart vorig jaar was. Zelfs een normale maand valt erbij in het niet.
Twee SSW’s brachten de verandering
Het andere weer van dit jaar in de maartmaand is nog steeds terug te voeren op de twee SSW’s, die we half februari en begin maart boven het poolgebied hebben gehad. De opwarming van de stratosfeer daar, gevolgd door het afbreken van de poolwervel, heeft er met name in de Atlantische sector voor gezorgd dat koude lucht in het noorden zich verder zuidwaarts heeft uitgebreid; dat alles onder invloed van een hogedrukgebied dat al een tijdje in de buurt van Groenland ligt. Ook in Nederland hebben we daar de eerste helft van deze maand vanalles van gemerkt, in de vorm van sneeuw, vorst in de nachten en een gemiddelde temperatuur die ongeveer 1,5 graden onder normaal is uitgekomen.
Op de plekken waar de koude lucht uit het noorden op de veel warmere in het zuiden botste, ontstonden steeds nieuwe lagedrukgebieden die in de straalstroom met hun storingen, bewolking en regen onze kant op werden gestuurd. Niet zelden kwamen we daarbij aan de koude kant van de straalstroom uit. Het is daarom ook perfect verklaarbaar waarom het de eerste helft van maart dit jaar bij ons zoveel kouder, natter en ook somberder is geweest dan in dezelfde periode vorig jaar. Het is interessant om te zien hoe dit de tweede maandhelft verdergaat. We zoeken het in de 46-daagse verwachting van deze week uit.
Week 1: van maandag 20 tot en met zondag 26 maart
- Eerst droog en nu en dan zon, vanaf halverwege de week wisselvalliger
- Eerst zuidelijke, later zuidwestelijke tot westelijke winden
- Eerst zacht met maxima tussen 10 en 15 graden, in het zuiden soms hoger. Later koeler.
Op de oceaan zien we lagedrukgebieden, boven het zuiden en midden van Europa zijn hogedrukgebieden actief. Tot en met donderdag wordt met een zuidelijke tot zuidwestelijke wind behoorlijk zachte lucht aangevoerd, waarin de temperaturen overdag gemakkelijk op waarden tussen 10 en 15 graden uitkomen. Daarbij is het de eerste dagen van de week, door de aanwezigheid van het hogedrukgebied boven Centraal-Europa, bij ons op de meeste plaatsen droog. Vanaf woensdag dringen lagedrukgebieden op de Oceaan zo sterk aan dat storingen onze omgeving met hun wolken, regen en wind weer kunnen bereiken. Vooral vanaf vrijdag lijkt het daarbij ook geleidelijk weer wat kouder te worden.
Week 2: van maandag 27 maart tot en met zondag 2 april
- Een gure week met diverse buien, soms zelfs winters
- Een wind uit richtingen tussen west en noord, laat in de week zuidwest
- Temperaturen tussen 8 en 11 graden, in de nachten soms dichtbij nul.
Terwijl het lagedrukgebied, dat eerst nog op de Oceaan ligt, zich via onze omgeving naar het zuiden van Scandinavië en de Baltische staten verplaatst, lijkt het hogedrukgebied in de omgeving van Groenland en IJsland opnieuw sterker te worden. In het Noordzeegebied draait de wind hierdoor naar richtingen tussen west en noord en komt opnieuw een golf met koudere lucht, vooral in de hogere delen van de atmosfeer onze kant op.
Terwijl het weerbeeld hierbij gevarieerd wordt, met een afwisseling van wolken en zon en vooral overdag ook enkele buien, lijken het kwik weer een duidelijke stap terug te moeten doen. In de nachten kan het tijdens opklaringen weer tot in de buurt van het vriespunt afkoelen, overdag is het met 8 tot 11 graden wel gedaan. In buien is het bovendien kouder en kan het lokaal weleens tot hagel en in de avond en nacht ook natte sneeuw komen. Op 1500 meter daalt de temperatuur namelijk tot rond de -6 graden terug.
Later in de week wordt het mogelijk een fractie zachter, als de wind zuidwest wordt.
Week 3: van maandag 3 tot en met zondag 9 april
- Aanhoudend wisselvallig
- Een vaak zuidwestelijke wind
- Temperaturen tussen 11 en 14 graden
In grote lijnen verandert op de weerkaarten niet veel. Nog steeds ligt het hogedrukgebied in de buurt van Groenland en IJsland en worden lagedrukgebieden via een relatief zuidelijke koers over de Oceaan in de richting van Europa geblazen. Bij ons houdt het in het algemeen wisselvallige weerbeeld dan ook aan. Nog altijd kunnen storingen overkomen met bewolking en regen of buien, afgewisseld door drogere perioden met nu en dan zon. De temperaturen schommelen iets, afhankelijk van of we ons aan de warme of aan de koude kant van de straalstroom bevinden. Gemiddeld komen we rond normaal uit en in deze tijd zijn dat overdag temperaturen tussen 11 en 14 graden, soms dus ook wat hoger.
Week 4: van maandag 10 tot en met zondag 16 april
- Een onduidelijke weerssituatie met meerdere opties
- Mogelijk een overgang naar stabieler en warmer lenteweer
- Onduidelijke neerslagverwachting
De optie met een hogedrukgebied nabij IJsland en Groenland wordt deze week een stuk kleiner. De grootste groep laat het hogedrukgebied nu boven Scandinavië zien, met ook een optie voor een positie ten westen van de Britse eilanden. Het lijkt er op dat we in de overgangsfase naar een ander weerregime terechtkomen.
De uitkomst deze week is dan ook onzeker. Duidelijke signalen zijn er niet. Niet voor de temperatuur, ook niet voor de neerslag. Komt het hogedrukgebied boven Scandinavië terecht, dan lijken we aan een stabielere fase te beginnen. Blijft het nog even op de Oceaan liggen, of in de buurt van Groenland en IJsland, dan zal het nog wat langer wisselvallig blijven. De Scandinavische variant is halverwege april potentieel de warmste, de andere twee opties laten mogelijk nog steeds beneden normale temperaturen zien.
Week 5 en 6: van maandag 17 tot en met zondag 30 april
- Toenemende kans op overgang naar warmer en stabieler lenteweer
- Waarschijnlijk geleidelijk boven normale temperaturen
- Een tendens naar duidelijk droger weer
Terwijl het nieuwe filiaal van het hogedrukgebied in de kaarten blijft, zien we in week 5 ook bij IJsland en Groenland weer een sterk hogedrukgebied ontstaan. In week 6 trekt dat naar Scandinavië, terwijl het oorspronkelijk Scandinavische hogedrukgebied die week boven het oosten van Europa wordt ingetekend.
Het kan bij ons die twee weken een relatief stabiel weertype opleveren, zeker als de hogedrukgebieden goed met elkaar samenwerken. Terwijl we aan de onderkant van de berekeningen steeds meer kou zien verdwijnen en er aan de bovenkant heel wat perspectief is voor warmer weer, blijft de mediaan van de berekeningen op een hoogte van 1500 meter tussen 0 en -2 graden schommelen. Gemiddeld gesproken worden dan ook normale temperaturen verwacht. In de laatste week van de verwachting, met het hogedrukgebied boven Scandinavië en het andere boven het oosten van Europa, moet de kans toch groter zijn dat het lenteweer dan toch een stabielere en warmere fase ingaat.
Samenvattend:
Verandert de eerste weken waarschijnlijk nog weinig in het meestentijds wisselvallige weer met gemiddeld ongeveer normale temperaturen voor de tijd van het jaar, vanaf week 4 lijken we langzaam maar zeker een nieuwe fase van de lente in te gaan.
Met toenemende hogedrukinvloed boven Scandinavië neemt de kans op geleidelijk stabieler en warmer weer toe. Het zou mooi in onze lenteverwachting passen, waarin we een dergelijke overgang ook vanaf halverwege april hadden ingetekend. Of het ook echt zo zal gaan, zal de tijd leren. We blijven het allemaal natuurlijk allemaal voor je volgen.