Foto gemaakt door Archief - Het lagedrukgebiedje dat op 12 mei 1983 de Hemelvaartsstorm veroorzaakte.
Foto gemaakt door ArchiefHet lagedrukgebiedje dat op 12 mei 1983 de Hemelvaartsstorm veroorzaakte.
Nu

Lagedrukgebied van morgen heeft veel weg van een Kanaalrat

Het kleine lagedrukgebied, dat morgen in Nederland tot een potentieel explosieve weersontwikkeling leidt, heeft veel weg van een Kanaalrat.

Een Kanaalrat is een klein lagedrukgebied dat op de Oceaan ten westen van Frankrijk tot ontwikkeling komt en vervolgens al activerend via de Kanaalregio naar België en Nederland trekt. Hij kan bij ons, gevoelsmatig vanuit het niets, tot stormweer en heftige regenval leiden. Vroeger, toen de weercomputers minder goed waren dan die van nu, kwamen ze weleens totaal onverwacht op ons af. Tegenwoordig gebeurt dit niet meer, al zijn het nog steeds weersystemen die een grote mate aan onzekerheid met zich meebrengen.

Hemelvaartsstorm

Een beruchte Kanaalrat was die van 12 mei 1983, toen het in Nederland tot de Hemelvaartsstorm kwam, misschien wel een van de meest opvallende stormen uit de vorige eeuw. Volkomen onverwacht trof een zware storm Nederland, precies op Hemelvaartsdag. Elf mensen, vooral zeilers, verloren die dag het leven, veel meer mensen raakten gewond. De storm werd veroorzaakt door een lagedrukgebied dat zo klein was, dat het door de weermodellen van toen volledig werd gemist. In de verwachtingen van die ochtend werd met geen woord over de storm gerept, die enkele uren later al zou losbarsten.

In 2000 kwam het op 28 mei voor de laatste keer tot een onverwachte Kanaalrat. Toen ging het om een zware storm die eigenlijk pas de avond ervoor door de computermodellen werd opgepikt. In tegenstelling tot 12 mei 1983 was er toen wel tijd om nog te waarschuwen. Een dag later kwam de storm inderdaad, met aan zee een windkracht 10 en in delen van het land bovendien veel regen. De bomen stonden in blad en vele waaiden om, tot in de binnenstad van Amsterdam aan toe. Het vliegverkeer op Schiphol had veel last van de storm.

Amerikaanse model was het eerst

Het potentieel zeer onstuimige weer van morgen werd een kleine week als eerste door het Amerikaanse GFS-model opgepikt. Meerdere runs achter elkaar liet het rekenmodel voor morgen een potentiële storm met veel regen zien, terwijl de andere rekenmodellen er zonder uitzondering nog niets van wilden weten. Daarna verdween de optie ook weer uit de Amerikaanse berekeningen. Gisteren was de potentieel explosieve ontwikkeling van morgen ineens weer op de weerkaarten terug, nu in vrijwel alle modelberekeningen.

Nu alle modellen de mogelijke ontwikkelingen van morgen duidelijk in de smiezen hebben, is de onzekerheid nog niet voorbij. Veel zal afhangen van de precieze koers van het zich ontwikkelende systeem, zijn snelheid en het tempo waarmee het activeert. Het Engelse model laat het systeem de meest agressieve koers volgen, ongeveer langs de baan van de Kanaalrat van 12 mei 1983. De andere modellen zitten wat oostelijker en soms ook zuidelijker met hun baan. Het zwaartepunt van de regen, de windstoten en het windveld als geheel worden door ieder model dan ook op een andere manier behandeld.

Europese model

Het Europese model laat het lagedrukgebiedje in Noord-Holland het land opkomen en dan via Friesland en Groningen verder naar het oostnoordoosten trekken. De actiefste wind zit aan de zuid- en westflank van het systeem, met in de kustgebieden in de ochtend een windkracht 8 en windvlagen tot 100 kilometer per uur, in een strook van Zeeland naar Overijssel en ook in het Waddengebied. In de middag trekt het allemaal weg.

Harmonie laat het lagedrukgebied in Zeeland aan land komen en dan over het westen naar Friesland trekken, waarna het naar Groningen afbuigt. Hier maken het IJsselmeer en het Waddengebied kans op hier een daar een storm, een windkracht 9, met de zwaarste windstoten tot 110 kilometer per uur op het IJsselmeer en in het oostelijke Waddengebied. De Duitse Bocht zou vlagen tot 120 kilometer per uur kennen krijgen. Dot zou dan vooral aan het einde van de ochtend en in de eerste helft van de middag moeten gebeuren.

Iets minder sterk

Het Amerikaanse model volgt ongeveer de koers van het Europese, maar heeft de windstoten noordelijker en iets minder sterk. En andere fijnmazige modellen als Arpege, Icon en Arome hebben de sterkste ontwikkeling van het systeem, voor wat de wind betreft, boven het noorden van het land en in het Waddengebied, aan het begin van de middag.

Ook voor wat het zwaartepunt van de regen betreft, bestaat er een vrij grote onzekerheid. Dat zwaartepunt houdt zich aan de westkant van de kern van de depressie op. Hoe westelijker de baan ervan komt te liggen, des te groter is de kans dat het zwaartepunt van de regen buiten Nederland op de Noordzee komt te liggen. Nog steeds valt dan het meeste regen in het westen en noordwesten, maar in het zuidoosten zal het duidelijk minder zijn. In het natste geval kan in het westen en noordwesten plaatselijk meer dan 50 millimeter vallen. Hoe verder oostelijk je dan komt, des te minder zal het waarschijnlijk zijn.

Reinout van den BornChef Redactie