Het aantal zware stormen in het Nederlandse binnenland neemt af
Maandag schreven we over de laatste stormvloedramp in Nederland, veroorzaakt door de storm van 31 januari en 1 februari 1953 (nu 70 jaar geleden) en een kleine week geleden over de zeer zware storm Daria, die in 1990 aan land kwam.In beide gevallen werd aan zee een uurgemiddelde van windkracht 11, en op andere weerstations op het land een uurgemiddelde van windkracht 10 gemeten. In 1990 werd zelfs in Flevoland, Utrecht en Gelderland een zware storm – 10 Beaufort – genoteerd. Hoe bijzonder is een windkracht 10 voor het binnenland? En komt het tegenwoordig vaker, of misschien wel bijna niet meer voor? We zijn op onderzoek uitgegaan.
Metingen sinds 1910
Sinds 1910 heeft het KNMI een meetnetwerk van weerstations met een windmeter, waarmee op verschillende plaatsen in ons land de gemiddelde windsnelheid en de windstoten worden gemeten. De hoogste windsnelheden worden meestal langs de kust bereikt, waar de wind weinig wordt geremd door obstakels zoals bomen en gebouwen. Daardoor komt het daar veel vaker tot (zware) storm dan in het binnenland.
Een windkracht 10 (zware storm) is boven land een zeldzaamheid. De laatste keer was in 1990, toen in Lelystad, Cabauw en Herwijnen een uur lang windkracht 10 werd gemeten. In februari 2022 kwamen we er tijdens storm Eunice dichtbij. Het meetstation Cabauw redde het met een uurgemiddelde van 46 knopen toen net niet. Die laatste keer is nu dus 33 jaar geleden. Daarvoor, tussen 1910 en 1990 kwam het landinwaarts wel vaker tot een zware storm.
82 dagen met officieel een zware storm
Het aantal zogenoemde zware stormdagen, waarbij het op tenminste één KNMI-weerstation minstens één uurvak gemiddeld met een windkracht 10 waaide, staat sinds 1910 op 83. Daarvan heeft het 79 dagen alleen in de kustprovincies met een windkracht 10 gewaaid. Op 13 dagen kwam het ook buiten de kustprovincies tot een zware storm. Alleen in Limburg is nog nooit een uurvak gemiddeld windkracht 10 gemeten. Opvallend is dat er 4 dagen waren, waarbij het in het binnenland wél tot een windkracht 10 kwam en in de kustprovincies niet!
Windkracht 10 in De Bilt
De eerste keer dat het buiten de kustprovincies tot een windkracht 10 kwam, was op 29 december 1914 met een windkracht 10 in het Drentse Eelde. Aan de kust stond toen een windkracht 11 en werden windstoten tot 151 km/u gemeten. Vervolgens noteerde De Bilt op 6 november 1921 een windkracht 10 en aan de kust stond opnieuw een windkracht 11. Hoek van Holland mat een windstoot van 162 km/u. Op 1 maart 1949 waaide het in De Bilt opnieuw een uur lang windkracht 10. Aan zee stond een windkracht 11 met schuivers van 140 km/u.
Watersnoodramp 1953 tevens de zwaarste storm ooit in het binnenland
De zwaarste storm ooit gemeten in het binnenland was die van 31 januari op 1 februari 1953, beter bekend als de Watersnoodramp. Niet alleen in de kustprovincies waaide urenlang een windkracht 10, ook diep in het binnenland was dit het geval en tot aan de oostgrens, met uitzondering van Zuid-Limburg, stormde het. In het Utrechtse Soesterberg stond in de avond tussen 22 en 23 uur en van middernacht tot 4 uur een zware storm, windkracht 10.
Eindhoven maakte het nog bonter: tussen 20 en 02 uur stond daar een windkracht 10 en tussen middernacht en 1 uur zelfs een windkracht 11! Een officiële zeer zware storm dus. Daarna nam de wind iets af tot 9 Beaufort, maar tussen 4 en 7 uur stond er opnieuw een windkracht 10 en tussen 5 en 6 uur een windkracht 11. Naast Eindhoven stond er ook in Leeuwarden een windkracht 11 met rukwinden tot 144 km/u. De schade was in het hele land enorm. De storm nam maar langzaam in kracht af en hield daardoor lang aan, vooral in het zuidwesten van ons land waar de windmeters circa 20 uur achtereen windkracht 9 of meer aanwezen.
Frappant is dat 1953 een derde dag kende met een zware storm in het binnenland. Op 30 maart kwam het niet alleen in Schiphol, maar ook in Soesterberg tot een windkracht 10.
Wel storm in het binnenland, maar niet aan de kust
En dan hebben we ook nog een paar bijzondere gevallen, waarbij het wél in het binnenland tot een zware storm kwam, maar niet in de kustprovincies. Dit gebeurde voor het eerst op 4 december 1954. Terwijl er in Eindhoven een windkracht 10 stond, kwamen de kustprovincies niet verder dan een windkracht 9. Een paar weken later gebeurde precies hetzelfde, toen op 23 december op de weerstations Twenthe, Volkel en Eindhoven een uurgemiddelde van windkracht 10 werd gemeten, terwijl weerstations in de kustprovincies niet verder kwamen dan een windkracht 9.
Een jaar later gebeurde het weer, op 18 mei 1955 werd in Eindhoven een windkracht 10 gemeten, terwijl het westen van Nederland niet verder kwam dan een 9 Bft. Deze voorjaarsstorm richtte in de bossen in het binnenland een grote verwoesting aan.
Bijzonder was ook de zware storm van 12 januari 1956 die over het zuiden en oosten van Nederland trok. Terwijl het in het westen en noorden wel meeviel met de wind, stond er op de Veluwe en in Twente nét geen windkracht 9 en in Eindhoven werd een windkracht 10 gemeten.
Sinds de jaren ’70 nog maar 3 zware stormen in het binnenland
Van de 13 dagen met een zware storm in het binnenland, hadden we er slechts 3 in de afgelopen 40 jaar. Zo was er op 2 april 1973 sprake van totaal vernietigde natuurpercelen. Volkel haalde een uurgemiddelde van een windkracht 10 en aan de kust stond een zeer zware storm, 11 Bft. Er werden orkaanstoten tot zo’n 155 km/u gemeten.
Een paar jaar later kwam het op 3 januari 1976 opnieuw tot een zware storm in het binnenland met deze keer een windkracht 10 in het Drentse Eelde. Aan zee was dit de op één na zwaarste storm ooit gemeten met op meerdere plekken een windkracht 11 in de avond van 2 januari en nacht van 3 januari en windstoten tot 144 km/u. In IJmuiden stond er tussen middernacht en 1 uur een gemiddelde windsnelheid van 120,2 km/u, orkaankracht. Sinds het begin van de metingen kwam het één keer eerder tot een windkracht 12, op 7 september 1944, met een gemiddelde windsnelheid van 126 km/u te Vlissingen.
En de laatste zware storm die het binnenland aandeed dateert alweer van 25 januari 1990, met aan de kust een windkracht 11 en op meerdere plekken in Utrecht, Gelderland en Flevoland een windkracht 10. Er werden in het westen windstoten gemeten van ruim 160 km/u.
Kans op zware storm in het binnenland kleiner dan vroeger
Tot 1990 was een zware storm in het binnenland dus eigenlijk helemaal niet uniek. Op 13 dagen is ergens in het binnenland een windkracht 10 gemeten. In Utrecht en Brabant gebeurde dit 6 keer, waarvan 2 keer in De Bilt. In het oosten is een paar keer windkracht 10 gemeten en Limburg is de enige provincie waar dit nog nooit is gelukt.
Door de verruwing van het landschap zien we een afname van de windsnelheid in het binnenland. Aan de kust komt het nog met enige regelmaat tot een zware storm, maar in het binnenland is dit na 1990 nooit meer gebeurd. In de klimaatperiode van 1961-1990 kwamen er in totaal 23 zware stormen voor in ons land, waarvan er 3 (13%) doordrongen tot buiten de kustprovincies. In de periode 1991-2020 nam het aantal zware stormen iets af naar 21, maar in het binnenland is nooit meer een uurvak met windkracht 10 gemeten. Ter vergelijking, in de periode 1931-1960 kwamen slechts 18 zware stormen voor, waarvan er 8 doordrongen tot het binnenland, een percentage van 44%.
Het aantal zeer zware stormen (11 Bft.) neemt in tegenstelling tot het aantal zware stormen (10 Bft.) wel af. Sinds 1910 waren er 18 dagen met tenminste een uurvak windkracht 11 op een van de KNMI-weerstations in ons land. Na 1990 lukte dit alleen nog in 2013 en 2018. In de vorige eeuw kwam dit gemiddeld eens per 5 à 6 jaar voor en deze eeuw eens in de 10 à 11 jaar. Het is nog onduidelijk of klimaatverandering hierbij een rol speelt.