Einde aan het seizoen van de poolwervel
Hoog in de atmosfeer deed zich afgelopen weekend een omslag in de omstandigheden voor. Door een ‘plotselinge stratosferische opwarming’ (in het Engels een sudden stratospheric warming; SSW) draaide de stroming rond het gebied 180 graden om. In plaats van een wind van west naar oost, gaat deze nu van oost naar west. En dat kan het teken zijn van het einde van de krachtige poolwervel van dit winterseizoen.Verzwakking van de poolwervel
Was de poolwervel in februari nog zeer sterk, inmiddels hebben verstoringen plaatsgevonden waardoor de wervel in kracht afneemt en zelfs van richting verandert. Verstoringen zijn verbonden aan grote temperatuurstijgingen in korte tijd in de stratosfeer. Als dan de wind op het drukniveau van 10 hPa (30 km) omkeert, wordt het een SSW genoemd.

Ensemblevoorspelling van de zonale gemiddelde zonale wind (wind evenwijdig aan de breedtecirkels) en gemiddelde temperatuur op een hoogte van 30 km representeren het huidige en verwachte toekomstige gedrag van de poolwervel. Bron: Stratobserve
In de ensemblevoorspelling, waar de berekeningen van meerdere modellen worden meegenomen, is een sterke omkering van westelijke naar oostelijke winden te zien. Daarnaast toont de temperatuurgrafiek een snelle stijging als gevolg van een stratosferische opwarming van meer dan 20 graden.
De voorspelling laat geen grote afkoeling zien, wat aanduidt dat de poolwervel zich niet herstelt en pas aankomende herfst weer terugkeert met westelijke winden. In dat geval is er sprake van een ‘final warming’. Zo’n laatste opwarming gebeurt elke lente door de sterker wordende zon en afnemende temperatuurverschillen tussen de evenaar en noordpool. Meestal vindt deze overgang ergens halverwege april plaats.
Invloed op het lenteweer
Omdat de stratosfeer in verbinding staat met de troposfeer (de laag van de atmosfeer waar het weer zich afspeelt), kunnen verstoringen van de polaire vortex doordringen tot in de troposfeer en zo ook de straalstroom verstoren. Een SSW is kenmerkend voor het ontstaan van (blokkerende) hogedrukgebieden in de omgeving van IJsland. Ten oosten van de kern van het hogedrukgebied stroomt lucht vanaf de noordpool zuidwaarts. En hoe eerder dat gebeurt, hoe meer kou nog in het noorden aanwezig is. De kans op uitbraken van kou in de lentemaanden wordt daardoor groter.

Verstoringen in de stratosferische poolwervel dringen door tot in de troposfeer. Koude lucht kan, met de juiste drukverdeling, ver naar het zuiden stromen. Bron: KNMI / NOAA
Afwijkingen in de temperatuur of luchtdruk hebben tijd nodig om de lagere niveaus van de atmosfeer te bereiken. Daarom worden de mogelijke invloeden op het weer in een periode van 0-30 dagen na een SSW verwacht. De komende weken zijn uitbraken van koude noordpoollucht dus mogelijk en dat kan zich zelfs tot in mei voortzetten. Dan zou de gemiddelde temperatuur van deze lente wat lager uitkomen dan de relatief warme koers waar het nu op zit.