Update winterverwachting: toch een koudere winter?
De meteorologische winter gaat dinsdag 1 december van start. Op 23 september en op 20 november presenteerden we al versies van onze winterverwachting, steeds op basis van de ontwikkelingen van dat moment en de verwachtingen, zoals we die voor de zeer lange termijn tot onze beschikking hadden. Beide verwachtingen verschilden van elkaar en toen we op 20 november de laatste, in onze ogen definitieve versie hadden gepresenteerd, werd dezelfde dag al duidelijk dat het toch nog anders zou gaan. Inmiddels zijn we 10 dagen verder en zien we die nieuwe ontwikkeling nog altijd. Dus is het op de valreep alsnog tijd voor een laatste update.Nederland is toe aan een winter. Een peiling dit najaar op Weer.nl liet hier geen twijfel over bestaan. Ongeveer twee derde van de meer dan 500 stemmers koos voor de optie met vorst, sneeuw en ijs. Het is dan ook alweer een tijdje geleden dat we van een langere periode met onvervalst winterweer konden genieten. In de winter van 2013 lukte het nog, daarna volgden 7 slappe winters met slechts een paar mooie kruimels. Maar komt er ook iets aan waarop we ons kunnen verheugen?
Eigenlijk is het heel simpel: hoe meer koude lucht er in het hoge noorden tijdens de wintermaanden voorradig is, hoe groter de kans dat die koude lucht op enig moment tot onze omgeving doordringt. Dat heeft vooral met de ligging van de straalstroom te maken. Breidt de kou in en rond de Noordpool zich zuidwaarts uit, dan komt de straalstroom verder bij het poolgebied vandaan te liggen. Tijdens de ijstijden kwam de straalstroom op die manier zelfs boven de Sahara uit. Ons deel van Europa bevond zich er zover noordelijk van, dat de wind hier meestal oostelijk was.
Tijdens koude winters verplaatste de straalstroom zich ook in het recente verleden nog wel eens zover zuidelijk dat de wind in onze omgeving voor langere tijd uit het oosten waaide. Doordat als gevolg van de opwarming van de aarde tijdens de wintermaanden nu veel minder kou voorradig is, is het tegenwoordig lastiger om de wind in de oosthoek te krijgen. De zuidwestelijke stromingen zijn alleen maar dominanter geworden. Toch kan het nog wel, maar meer dan van een zich zuidwaarts verplaatsende jet, moeten we het daarbij nu van bochten in de straalstroom hebben die tot regionale kou-uitbraken kunnen leiden. Dan moet alles echter wel goed vallen.
Meerdere drijvers
Kijken we naar de komende winter, dan hebben we al gezien dart we op basis van de voorgeschiedenis tot nu toe een paar drijvers die we in de gaten moeten houden: de ontwikkeling van La Niña (een koude zeestroom langs de evenaar op de Grote Oceaan tussen Peru en Indonesië), de QBO (een stratosferische straalstroom boven de evenaar die in ongeveer 2 jaar tijd een oostelijke en een westelijke fase heeft), de NPM (Nort Pacific Mode, die een warme en een koele fase heeft), de fase van de zonnevlekkencyclus en de ontwikkeling van de stratosferische poolwervel.
De belangrijkste drijvers van het weer de komende maanden lijken La Niña en de NPM te zijn. Dat maakt de verwachting er niet makkelijker op, omdat beide factoren tegen elkaar in werken. Op de valreep komt daar de invloed van de nieuwe zonnevlekkencyclus bij die ook zo zijn weerslag op de drukverdeling op het Noordelijk Halfrond lijkt te hebben. Tel daarbij de mogelijkheid van een plotselinge opwarming in de stratosfeer, ergens middenin de winter op en je snapt dat we een periode tegemoet gaan die meerdere verrassingen kan opleveren.
Middelsterke La Niña over zijn hoogtepunt heen
Laten we de verschillende drijvers nog even kort langs gaan. De La Niña van nu lijkt zijn hoogtepunt al te hebben gehad. Het koudste water bevindt zich op de centrale delen van de Grote Oceaan, voor de kust van Peru is het water alweer iets warmer geworden. La Niña was middelsterk. Op basis van ervaringen uit het verleden horen daar bij ons winters bij die vroeg (dat wil zeggen in de eerste helft) pieken en daarna vaak op een westcirculatie overgaan (eerste versie winterverwachting). De winter van 2010/2011 was daar een mooi voorbeeld van. Koud in december, daarna gebeurde weinig.
Kijken we naar hoe de aanloop naar de huidige winter in het najaar is geweest, dan bleef de verwachte invloed van La Niña op de drukverdeling lang achterwege. De opbouw leek veel meer op die naar de winter van vorig jaar en zo kwam de NPM weer bovendrijven, de North Pacific Mode die in een bijna recordwarme fase zit. Vorig jaar waren de ook toen warme NPM en de recordpositieve Indian Ocean Dipole (IOD) er de oorzaak van dat de westcirculatie in de winter van geen wijken wist. We kregen er een zeer zachte, onstuimige en natte winter door, zonder winterweer.
Omdat de NPM ook dit jaar erg warm is en de invloed van La Niña tijdens de herfstmaanden leek te overvleugelen, schoof de winterverwachting op naar een herhaling van vorig jaar (de versie van 20 november), met die aantekening dat een vroege SSW nog wel boven de markt hing. En die zou in de tweede helft van de winter dan wellicht alsnog iets winters kunnen bewerkstelligen.
Poolwervel vroeg bijna recordsterk
De poolwervel, de straalstroom die zich tijdens de wintermaanden hoog in de stratosfeer rond het poolgebied ontwikkelt, was er dit jaar vroeg bij en werd in de loop van oktober en november een tijdje recordsterk. Op zich is dat een interessante ontwikkeling, want ervaringen uit het verleden laten zien dat zo’n vroeg sterke fase later in de winter, als aan een aantal voorwaarden wordt voldaan, ook door een vroege SSW kan worden gevolgd, zoals hiervoor al genoemd.
De kans hierop is het grootst als de luchtdruk in het noordoosten van Europa in november en december hoog is en een opstoot van lagedrukgebieden boven Scandinavië uitblijft. Tot nu toe wordt aan die voorwaarde netjes voldaan en in de verwachtingen zag je de verzwakking van de poolwervel eind november voor later in de decembermaand ook al een beetje terug. Of het daarmee uiteindelijk ook tot een SSW komt, moeten we natuurlijk nog afwachten. Dat zal in januari blijken.
NPM en La Niña lijken door elkaar heen te werken
Toen het idee dat we op een herhaling van de vorige winter zouden afstevenen zich bij steeds meer meteorologen had vastgezet, begon het drukpatroon dat bij een La Niña hoort zich op het Noordelijk Halfrond zich ineens alsnog meer en meer door te zetten, al bleven er ook afwijkingen zichtbaar die juist bij de warme NPM horen, zoals de hogedruk boven het noordoosten van Europa.
Ook zagen we af en toe hogedrukimpulsen boven Scandinavië, mogelijk horend bij de start van de nieuwe zonnevlekkencyclus. In de opgaande fase van een zonnevlekkencyclus is de kans op geblokkeerde drukpatronen op het Noordelijk Halfrond groter dan normaal. Het is niet voor niets dat het leeuwendeel van de Elfstedentochten in Nederland zich in de jaren net na een zonnevlekkenminimum heeft afgespeeld. Allemaal toch interessante ontwikkelingen dus.
Blijft over de QBO, de Quasi Biennal Oscillation, de straalstroom hoog in de atmosfeer boven de evenaar. Die bevindt zich in zijn westelijke fase. Normaalgesproken is dat voor winterliefhebbers niet gunstig, omdat de straalstroom op het Noordelijk Halfrond erdoor wordt aangewakkerd en de kans op westcirculaties groter is. De combinatie met de huidige fase van de zonnevlekkencyclus en de hogedrukgebieden boven het noordoosten van Europa betekent echter dat er wel een kans is op een vroege SSW en die kan later in de winter voor kouder weer zorgen.
Wat levert het allemaal op?
Wat levert dit allemaal op? Aangezien een doorbraak van de westcirculatie in deze decembermaand niet meten op het programma staat en La Niña en de zonnevlekkencyclus hun werk lijken te doen, kan december een normale tot een iets beneden normale temperatuur opleveren. Echt winterweer lijkt er in de eerste helft van de maand, met de berekeningen zoals die bij het schrijven van dit verhaal voorliggen, niet meteen in te zitten, maar je weet nooit wat er later in de maand gebeurt.
Voor januari en februari staat, als we de berekeningen mogen geloven, een terugkeer van de westcirculatie met het bijbehorende zachte, onstuimige en natte weer op het programma. Of dit gebeurt, hangt echter van de stratosfeer boven de Noordpool en het gedrag van de poolwervel af. Een vroege SSW is mogelijk. Als die er komt, wordt de tweede helft van de winter interessant en kan ook de winter als geheel nog als vrij koud uit de bus komen, in plaats van zacht.
Leek het eerst dus echt op een herhaling van vorig jaar uit te draaien, nu kunnen we zeggen dat er voor winterliefhebbers de komende maanden zeker aanknopingspunten zijn.