Warm noordelijk halfrond staat vroeg winterweer in de weg
Toen we in september de eerste versie van onze winterverwachting publiceerden, waren er een paar onbekenden die een definitieve invulling van de verwachting nog niet mogelijk maakten. Inmiddels is er tijd verstreken en weten we duidelijk meer.We schreven het afgelopen vrijdag al, toen we de nieuwste versie van de 30-daagse verwachting publiceerden. Het weer in Europa staat al een tijdje onder invloed van hogedrukgebieden boven Scandinavië en Centraal-Europa. Samen met lagedrukgebieden op de Oceaan houden ze de wind op veel plaatsen in de zuidhoek. De aanvoer van lucht, warmer dan normaal voor de tijd van het jaar, is daarmee gegarandeerd.
Het is in grote delen van Europa dan ook bijzonder zacht. Het warme gebied strekt zich nog veel verder oostwaarts uit, helemaal tot over het centrale deel van Siberië, waar ook steeds (net als in de zomer overigens) een zuidelijke wind waait. Het is daar veel warmer dan normaal met afwijkingen nog een stuk groter dan in onze omgeving. Op sommige plaatsen komen de temperaturen er nog aan het vriespunt toe, terwijl het er meer dan 20 graden zou moeten vriezen. Voor die gebieden is dat een ongekende situatie.
Warme bovenlucht
Wat in Centraal-Siberië opvalt, is dat de bovenlucht er nog zo’n hoge temperatuur heeft en dat heeft mogelijk te maken met het feit dat het hogedrukgebied, dat zich normaal in die omgeving bevindt, er nu gewoon nog niet is. In plaats ervan zien we een sterk lagedrukgebied bij het noorden van Siberië, dat met een zuidwestelijke wind erg zachte lucht, afkomstig uit het zuiden van Azië, de centrale delen van Siberië in pompt.
De lucht die er in het westen van Rusland met een westelijke tot noordwestelijke wind voor in de plaats komt, is ook niet zo koud. Reden hiervoor is dat de langdurig zuidelijke wind in Europa ervoor heeft gezorgd dat het in Lapland nu veel zachter dan normaal is en het is die lucht die het westen van de Russische Federatie wordt ingezogen.
Hier komt bij dat zich de afgelopen weken op grote hoogte in de atmosfeer rond de Noordpool een sterke poolwervel heeft gevormd, die het afstromen van kou naar het zuiden de komende tijd grotendeels blokkeert. Dit komt doordat lagedrukgebieden in het Poolgebied langs de noordrand van Siberië een sterke westelijke wind laten waaien die steeds weer nieuwe bellen met zachte lucht, afkomstig uit Europa aanzuigt.
Warme Grote Oceaan
Boven Amerika en Canada gebeurt hetzelfde, omdat daar het water van de noordelijke Grote Oceaan veel warmer is dan normaal. Het idee was eerder deze herfst nog dat het er mogelijk zou afkoelen, door de La Niña bij Zuid-Amerika. Maar dit is niet gebeurd. Sterker nog: het water is er alleen maar warmer geworden. De combinatie van een aansterkende La Niña en warm zeewater op het noordelijke deel van de Grote Oceaan, wakkert de westcirculatie boven Noord-Amerika aan en die zet zich voort boven de Atlantische Oceaan.
Volgens de laatste berekeningen van het Europese weercentrum is de poolwervel de komende tijd, waarschijnlijk zelfs tot aan de jaarwisseling aan toe, veel sterker dan normaal. Meer en meer ook begint die sterke wind in de stratosfeer de voor ons weer zo belangrijke straalstroom op 10 kilometer hoogte aan te wakkeren. Dit lijkt sterk op wat er ook in de winter van 2020 gebeurde. Met een sterke straalstroom is de kans op hogedrukgebieden in het hoge noorden klein, evenals de afstroom van koude lucht uit die streken. Zacht en wisselvallig weer met een sterke westcirculatie liggen juist voor de hand.
Beeld is een stuk troebeler geworden
Omdat het Noordelijke Halfrond nu zo warm is, gemiddeld meer dan anderhalve graad boven het gebruikelijke gemiddelde, moet je het van kou uit het hoge noorden wel hebben voor winterweer in onze contreien. De lange termijnberekeningen van het Europese weercentrum mogen in de loop van december dan nog steeds de ontwikkeling van een hogedrukgebied op de Oceaan laten zien, het komt inmiddels wel zover naar het westen te liggen dat de bijbehorende kou uit het noorden vooral boven de Oceaan terechtkomt, en niet boven onze omgeving. In Europa zou zo’n ontwikkeling juist in het aanwakkeren van de westcirculatie resulteren met een toenemende wisselvalligheid en hoge temperaturen als gevolg.
Tel je het allemaal bij elkaar op, dan is het beeld van de in september verwachte vroege winterkou een stuk troebeler geworden. Voor de tweede helft van de winter zag het er hoe dan ook al niet koud uit, dus zou het als geheel wel weer eens – zoals meestal in Nederland – op een zachte en natte winter kunnen uitdraaien. De definitieve verwachting voor de komende winter wordt zoals altijd aan het einde van deze maand gepresenteerd.