Mei 2021 was zeer nat, koud en vrij somber
De afgelopen meimaand was net als zijn voorganger april dit jaar koud. Met een gemiddelde van 11,2 graden lag de temperatuur 2,2 graden lager dan de normaal die in mei tegenwoordig 13,4 graden bedraagt. In 2010 was mei voor het laatst kouder. Met landelijk gemiddeld 103 mm tegen 56 mm normaal was het de natste mei in 38 jaar. Alleen 1923 en 1983 waren natter met respectievelijk 104 en 120 mm. Door de vele neerslag, bouwde zich geen neerslagtekort op. Het aantal zonuren komt door het zonnige slot van mei gemiddeld over het land toch nog op 200 uren uit tegen 225 normaal. Met sneeuw, storm en onweer was het een bijzondere meimaand.Op de ranglijst van koudste meimaanden staat 2021 op een 22e plaats sinds 1901. Kijk je naar de afwijking van de temperatuur ten opzichte van normaal, dan was het zelfs een 4e plaats, na 1991 (2,3 graden), 1902 (2,5 graden) en 1941 (2,7 graden). In die vroegere jaren lag de normaal lager. Door klimaatverandering is de meimaand sindsdien klimatologisch warmer geworden.
Maand slechts iets te somber door zonnig slot
Kijken we naar de zonuren, dan is de voorbije meimaand teleurstellend verlopen. Gemiddeld over het land scheen de zon 200 uur tegen 225 uur normaal. Het verschil met vorig jaar, toen mei bijna het meirecord van meeste zonuren verbrak, kon bijna niet groter. Tot in de laatste week was het tekort aan zonuren groot, maar de laatste zonovergoten meidagen hebben een deel van het opgebouwde tekort goed kunnen maken. Vooral in het noorden en oosten was het somber met slechts 166 zonuren op weerstation Twenthe. In Zeeland scheen de zon het meest met in Vlissingen 228 zonuren.
Hogedrukgebied bij IJsland
Het weer in mei in Nederland stond vrijwel voortdurend onder invloed van een hogedrukgebied, dat ver weg in de buurt van IJsland lag. Aan de oostflank ervan wisten met noordelijke winden in de bovenlucht steeds weer nieuwe bellen met koude lucht onze omgeving te bereiken. De bijbehorende storingen maakten er bij ons een wisselvallige maand van. Vaak ontstonden buien, regelmatig met onweer en ook hagel, af en toe dreven ook regengebieden over. Tot 29 mei viel elke dag wel ergens in het land neerslag, alleen de laatste dagen waren zonnig en droog.
Landelijk was het met gemiddeld 103 mm tegen 56 mm de op 2 na natste mei sinds het begin van de metingen. In Rotterdam en het Achterhoekse Woold viel maar liefst 173 mm, in Harlingen 156 mm en in het Friese Nijbeets 153 mm. Roermond was de droogste plek met 54 mm en daardoor is momenteel alleen in Limburg nog sprake van een (klein) neerslagtekort.
Sneeuw in de eerste week
In de eerste week bevond Nederland zich nog in de koude lucht die vanuit de aprilmaand was overgebleven. Gedurende een aantal nachten kwam het daarin in delen van het land nog tot lichte vorst. Op 3 mei werd in het Limburgse Ell de laagste temperatuur gemeten van -2,0 graden.
Op 5, 6 en 7 mei was de bovenlucht dermate koud dat tijdens buien plaatselijk smeltende sneeuw werd waargenomen. In de vroege ochtend van 7 mei kleurden sneeuwbuien het landschap in Brabant nog even wit. Hier en daar bouwde zich een sneeuwdek van 2 centimeter op. Het was voor het eerst sinds 1979 dat het door sneeuw in het laagland wit werd. Met 3 dagen waarop het ergens sneeuwde was mei het sneeuwrijkste sinds de meimaand van 1981.
Zomerse Moederdag
Vanaf de 8ste maakten de temperaturen een sprongetje. Op 9 mei, Moederdag, was het plots eventjes zomers in het land met in Arcen de hoogste temperatuur van de maand: 27,7 graden. In De Bilt werd de eerste officiële zomerse dag nét niet binnengesleept, het kwik bleef steken op 24,9 graden.
Na deze uitschieter werd het weer te koud voor de tijd van het jaar, al was de échte kou uit de lucht. Op de meeste dagen vielen ergens in het land wel buien, of regende het een tijdje. Er waren steeds ook langere droge perioden waarin de zon zich liet zien. Na de ijsheiligen (11, 12, 13 en 14 mei) kwam het op normale waarnemingshoogte nergens meer tot vorst. Maar de grens van 20 graden werd ook lange tijd niet gehaald. Pas tegen het einde van de maand knapte het op en werd het warmer. In het zuidoosten werd het op 31 mei ruim 24 graden, maar zomerse temperaturen werden niet meer gehaald.
Stormen
Lagedrukgebieden die langs ons land trokken, brachten op 4 mei en op 21 mei veel wind. Kwam het op 4 mei daarbij net niet tot een officiële storm, op 21 mei lukt dit in IJmuiden wel. Daarmee was het de 12e officiële meistorm die sinds het begin van de waarnemingen in Nederland werd aangetekend. Aan zee werden zeer zware windstoten tot 102 km/u gemeten. Heel bijzonder waren de diverse kleine windhozen die in de tweede helft van de maand aan buienwolken werden waargenomen. Ze wezen op de grote onstabiliteit in de lucht van dat moment. Boven water ontstaan in deze tijd van het jaar normaal gesproken nog geen hozen, omdat de watertemperatuur (helemaal door het koude weer van dit voorjaar) daar veel te laag voor is.
Windhoos in Nijverdal
Tijdens een forse onweersbui kwam het dinsdag 25 mei in Nijverdal tot een wat zwaardere windhoos die in die plaats aardig wat schade aanrichtte. Meer dan 20 huizen liepen windschade op. Hier en daar waaiden bomen om of braken grote takken af. Mensen schrokken zich rot door de plotselinge wervelwind. Ook werd het in de tweede helft van de maand tijdens zwaardere buien op diverse plaatsen even wit van de hagel en ontstond lokaal schade door blikseminslagen.
Het aantal dagen waarop ergens onweer werd gehoord, was sowieso groot. Een bijkomend gevolg van het koude weer was, dat de natuur maar langzaam uitliep en dat veel bomen laat in blad kwamen. Tegen het einde van de maand waren veel eiken nog steeds niet helemaal klaar met hun bladontplooiing. Maar de natuur kon deze natte maand wel bijkomen van drie zeer droge zomerseizoenen.
Weinig warme dagen
Het aantal warme dagen komt deze meimaand in De Bilt op 3 uit tegen 11 dagen van 20 graden of warmer normaal. Sinds 1901 kwam het 11 meimaanden tot minder warme dagen dan dit jaar, waaronder 2015 (2). De 25 graden is in De Bilt niet gehaald, terwijl we normaal ‘recht’ hebben op 4 zomerse dagen. Op 8 mei daalde de temperatuur in De Bilt naar 0,7 graden, waardoor vorst op het hoofdstation uitbleef.
Het aantal mooi-weerdagen, waarbij het droog is, warmer dan normaal en waarbij de zon minstens de helft van de tijd schijnt, komt in De Bilt uit op 1 dag. Normaal hebben we 8 mooi-weerdagen in mei. Dit aantal was slechts 5 keer nog lager, voor het laatst in 1991. De lente telt 8 mooi-weerdagen tegen 20 normaal en dat is het kleinste aantal sinds 1986.