Valwind Leersum: derde schadespoor over landgoed Zuylestein
We hebben op deze site al meerdere malen geschreven over de valwind die Leersum op vrijdag 18 juni aan het einde van de middag trof, en over het tweede schadespoor dat er in de bossen ten noordwesten van Leersum bleek te zijn. In dat verhaal spraken we al het vermoeden uit dat er ook nog een derde spoor zou zijn, aan de oostkant van Leersum. En dat blijkt inderdaad te bestaan. Het gaat om een spoor waar onder andere het landgoed Zuylestein toe behoort dat ook zwaar door de valwind is getroffen. Waarschijnlijk trok hier de rechterkop van de valwind over.Nu we ook het derde spoor hebben gevonden, kunnen we het verhaal van wat zich die vrijdag precies heeft afgespeeld helemaal afmaken. Landgoed Zuylestein bevindt zich op ongeveer 2 kilometer ten oosten van Leersum en ligt tussen Leersum (in het westen) en Amerongen (in het oosten) in. Daar waar de schade, horend bij de kern van de valwind die in Leersum zelf totale chaos veroorzaakte, net ten oosten van Leersum leek te stoppen, kreeg het landgoed er (ook aan het einde van de middag net voor half zes) zwaar van langs. Eeuwenoude bomen knapten af, een historische tuinmuur raakte beschadigd en het hagelde enorm. Omdat nog veel takken gevaarlijk boven de paden hingen, werd het landgoed voor het publiek gesloten om het weer op te kunnen ruimen.
Schade ligt van zuidwest naar noordoost
Ook in het gebied ten zuiden van het Landgoed trof Bas van de Beek, die eerder al het tweede spoor in de bossen ten noordwesten van Leersum onderzocht, op diverse plaatsen schade aan (onder andere aan een boerderij waarvan een deel van het dak is afgewaaid), evenals in het bos ten noordnoordoosten van het landgoed. Daar waar de schade in en ten noordwesten van Leersum vanuit het zuidoosten naar het noordwesten lag, ligt de schade in en rond Zuylestein van zuid tot zuidwest naar noord tot noordoost. Boog de valwind bij Leersum, geholpen door het heuvelland in het gebied, dus duidelijk naar links af, bij Zuylestein is een afwijking naar rechts te zien.
Dat past goed bij valwinden die, naarmate ze langer bestaan, langzaam breder worden. Soms komt het in zo’n valwind tot een nieuwe, die ook wel microburst wordt genoemd. Dat kan in het geval van Leersum ook zijn gebeurd, gezien de grote schade die over een relatief smal spoor in de kern van de grotere valwind is aangetroffen. Het zou veel van wat er is gebeurd kunnen verklaren.
Schade valwind in kern en op twee hoeken
Die kern van de valwind heeft in elk geval in Leersum zelf, met de dominante achtergrondwind mee, de grootste schade veroorzaakt. Dat spoor loopt door in de bossen ten noorden van Leersum. Aan de zijkanten vinden we de schade van de twee hoekkoppen van de valwind, met mogelijke wervelingen, terug. Aan de westkant met de omgewaaide bomen van zuidoost naar noordwest en aan de oostkant van zuidwest naar noordoost. De westelijke kop is mogelijk over landgoed Broekhuizen richting de Dartheuvel en van daar het bos in gegaan, zo laat de reconstructie van het spoor zien. De rechter ging vanuit de polder over Landgoed Zuylestein en van daar naar het noordoosten het bos in.
Bas van de Beek heeft ook nog iets anders gevonden wat deze theorie ondersteunt. De valwind heeft aan de zijkanten, maar dan wat verder weg, ook een soort ‘outflow’ veroorzaakt. Waardoor er in Doorn en in Driebergen korte tijd windvlagen van tussen 40 en 60 kilometer per uur uit oostelijke richting waren, terwijl een amateurstation aan de westkant van Veenendaal juist korte tijd een van zuidoost naar zuidwest draaiende wind waarnam, die daarna weer naar het oosten terugging.
Ook Tiel, Medel en Maurik hadden grote schade
Overigens weten we ook dat de valwind, voordat Leersum en omgeving werden getroffen, al in delen van Tiel, Medel en Maurik had huisgehouden. Ook daar, in alle drie de plaatsen, werd na afloop soms grote schade geconstateerd. Bij Maurik is een mooie foto van het naderende noodweer gemaakt. Je ziet er de imposante bui op, met arcus en meteen daarachter het hagelscherm. Rechts op de foto de opwervelende linker (vanuit de trekrichting van de bui gezien) kop van de valwind, die later mogelijk naar Darthuizen en het bos ten noordwesten van Leersum trok. Dit plaatje vertelt veel. Je ziet er duidelijk op hoe groot de overgang van niets naar alles moet zijn geweest. Aan de rechterkant van de bui, die we hier niet zien, zal het beeld niet veel anders zijn geweest.
Hiermee is het plaatje van het indrukwekkende meteorologische fenomeen, dat Leersum en omgeving aan het einde van de middag op vrijdag 18 juni trof, redelijk compleet. Wat mist, zijn de windsnelheden. Betrouwbare windmeters waren er niet in het pad van de valwind. Gezien de schade moeten de windvlagen qua snelheid ver boven 100 kilometer hebben gezeten en misschien wel boven 150 kilometer per uur. Een analyse door experts zou hierover in de toekomst mogelijk nog uitsluitsel kunnen geven. Voor degenen die het hebben meegemaakt, gewond zijn geraakt of schade hebben opgelopen, maakt het niet veel uit. Die is reëel en hoe dan ook een feit.
Zware valwind blijft zeldzaam fenomeen
Ook al is het zo dat het erop lijkt dat valwinden van het type Leersum door klimaatverandering in Nederland vaker optreden, nog steeds zijn ze op één en dezelfde plaats bijzonder zeldzaam. Zo’n valwind komt er zeker weer, maar de kans dat dit opnieuw in Leersum zal zijn, is gelukkig nog altijd heel klein. Het blijven zeer unieke gebeurtenissen om mee te maken.
Met heel veel dank aan Bas van de Beek voor al zijn veldwerk.