Wandelen door de extreme hitte in Córdoba en Sevilla
Na een week langs de Middellandse Zee te hebben gereisd, reed ik op 12 en 13 juli naar het binnenland van Spanje. Om preciezer te zijn, naar Córdoba en Sevilla in Andalusië. Langs de Middellandse Zee - in plaatsen zoals La Spezia, Marseille en Barcelona - was het door de grote invloed van zee vaak niet veel warmer dan 30 tot 33 graden. In het zuiden van Spanje was dat een heel ander verhaal. Daar kreeg ik te maken met een extreme hittegolf en temperaturen die ik nog nooit eerder had ervaren.Het is in Zuid-Spanje natuurlijk altijd al erg warm in de zomer. De gemiddelde maximumtemperatuur in Córdoba bedraagt voor de maand juli bijvoorbeeld zo'n 37 graden. Ook koelt het 's nachts meestal niet af tot onder de 20 graden. Daarom had ik bij het plannen van m'n treinreis door Zuid- en Zuidwest-Europa al rekening gehouden met zeer hoge temperaturen. In plaats van op een camping te overnachten, koos ik er daarom alvast voor om een hotel met zwembad en airco te boeken.
Het kwam niet uit de lucht vallen
Al eind juni waren er signalen dat het tijdens mijn verblijf in Zuid-Spanje rond half juli erg heet zou kunnen worden. Niet vreemd, want eigenlijk een groot deel van de maand juni was het daar al bovengemiddeld warm en erg droog. Op een termijn van zo'n 2 weken vooruit gingen de weermodellen gemiddeld al naar zo'n 40 graden, toch wel duidelijk warmer dan normaal.
Onderweg hield ik het weer en de weersverwachting wel aardig in de gaten. Met enige regelmaat verbaasde ik me over de bizarre weerkaarten die voorbij kwamen voor de Benelux. Maar waar de onzekerheid voor de lage landen nog groot was, gold dat eigenlijk niet meer voor Spanje en Portugal. Al meer dan een week van tevoren leek het zo goed als zeker dat het Iberisch Schiereiland te maken zou krijgen met extreme hitte. Langzaam steeg de temperatuur in de weersverwachting steeds verder. Van 40 naar 41, later 42 en uiteindelijk 43 graden bij aankomst in Córdoba op 12 juli. Een dag later zou het in Sevilla zelfs nóg warmer worden.
Ondraaglijk heet, of toch niet?
Op 12 juli reed ik met de hogesnelheidstrein van de kust bij Valencia via Madrid naar Córdoba, met een aankomsttijd halverwege de middag. Volgens enkele amateur-weerstations in de stad was het al 43°C, het officiële meetpunt op het vliegveld was met een kleine 42°C nog wat bescheidener. Toen ik de trein uitstapte, vond ik de hitte nog wel meevallen, al was dat waarschijnlijk ook vanwege het feit dat het station half ondergronds lag. Na de stationshal met airconditioning te hebben verlaten, stuitte ik inderdaad op de écht warme lucht. Ik dacht nog na om met de bus naar het hotel te gaan, maar uiteindelijk besloot ik toch te gaan lopen en de hitte maar eens te ervaren.
Een paar minuten lang voelde het écht heel heet aan. Wat me verder gelijk opviel, was dat m'n adem in plaats van verwarmend juist verkoelend werkte. Op zich is dat ook logisch, want de lichaamstemperatuur is met zo'n 37°C toch beduidend lager dan de 43°C in de stad. In het hotel ging ik uiteraard het zwembad in om af te koelen. Maar daarna gebeurde er wat opvallends. Langzaam maar zeker begon de hitte eigenlijk steeds fijner aan te voelen. Sterker nog, ik zette de ligstoel zelfs in de zon en heb daar bijna een uur gelegen. In de namiddag, terwijl het maar liefst 43 graden is. Het was ook niet vreemd dat ik - zonder een handdoek te gebruiken - al binnen een paar minuten droog was.
Hoe kan 43 graden überhaupt aangenaam zijn?
Het klinkt gek. Het voelde eigenlijk best aangenaam aan terwijl het ver boven de 40 graden was. Ik lag dan weliswaar op een ligstoel op de binnenplaats van het hotel en was een uur ervoor ook in het water gesprongen, maar toch. Er was iets duidelijk anders dan in Nederland. Ik ben namelijk niet echt een liefhebber van warmte (behalve als er records worden verbroken, dan mag het zo warm mogelijk). Al snel was de oorzaak van de ‘aangename’ hitte duidelijk. Het was de extreem lage luchtvochtigheid van dat moment, van slechts 8%.
Als het in Nederland tropisch warm is, dus 30 graden of meer, ligt het dauwpunt wel eens op 15 - 20 graden, of zelfs nog hoger. Het voelt dan heel broeierig aan. Maar in Spanje lag het dauwpunt op slechts 4 graden, waardoor de lucht extreem droog was.
Natteboltemperatuur
Een maat voor hoe broeierig/benauwd het is, is de natteboltemperatuur. Dit is de temperatuur die de lucht zou krijgen als al het water in de omgeving is verdampt (wat energie kost). De natteboltemperatuur wordt gemeten door een thermometer aan een ‘natte sok’ te verbinden die warmte gebruikt om het water te verdampen. Wat bleek, de natteboltemperatuur in Córdoba was net zo hoog als in Nederland op dat moment. En dat terwijl het verschil in de luchttemperatuur meer dan 15°C was. Alleen vanwege de extreem droge lucht.
Een lage natteboltemperatuur zorgt ervoor dat zweet op de huid, dat in de droge lucht verdampt, de huid goed kan afkoelen, zelfs als de temperaturen extreem hoog zijn. Zo kun je jezelf in droge hitte heel goed op temperatuur houden. Extreme temperaturen kunnen dan nog aangenaam aanvoelen. Moeilijker wordt het als de luchtvochtigheid omhoog gaat.
Meer dan 45°C in de stad
Op 13 juli liep ik 's ochtends nog wat rond in Córdoba. Het was 's nachts zowaar iets verder afgekoeld dan op sommige plekken in Nederland. Halverwege de middag kwam het kwik echter alweer ruim boven de 30 graden uit. In de middag reed ik met de trein naar Sevilla, waar het om vier uur 's middags al warmer was dan de dag ervoor in Córdoba. Uiteindelijk kwam het officiële weerstation op het vliegveld tot een bloedhete 44,6 graden.
In de binnenstad was het echter nog een stuk warmer, volgens sommige schermen op kruispunten en bij apotheken in de stad zelfs tot 48 graden aan toe, geholpen door het vele asfalt dat nog eens extra warmte absorbeert. Behalve dat de temperatuur nog hoger lag dan de dag ervoor, was het ook een fractie vochtiger. Dat maakte het soms toch een beetje onaangenaam en regelmatig pauze nemen en wat drinken was van groot belang. De grootste boosdoener was echter de wind. Die werkt bij zulke hoge temperaturen niet verkoelend, maar meer als een muur van hitte die op je af komt. Tijdens zo'n windvlaag wilde ik bijna dekking zoeken, want de gevoelstemperatuur schoot dan ineens de hoogte in.
Aanpassingen in het dagelijks leven
In het Nederlandse klimaat zijn zulke extreme temperaturen niet voor te stellen, maar in Zuid-Spanje zijn temperaturen van 40 graden of meer in de zomer zeker geen uitzondering meer. Niet vreemd dus dat het dagelijks leven daar flink is aangepast om met de hitte om te kunnen gaan. Alleen aan de stad zelf kun je al zien dat het er erg heet kan worden.
Een paar voorbeelden. De straten zijn vaak smal met veel bomen, waardoor je bijna de hele dag in de schaduw kunt lopen. Er zijn talloze punten waar je water kunt tappen en op terrassen wordt regelmatig wat koel, fijn water gesproeid om af te koelen. Verder hangen soms ook witte doeken boven aan de daken, om de stad zo min mogelijk te laten opwarmen door meer zonlicht te weerkaatsen én om in de schaduw te kunnen blijven lopen. En uiteraard is in binnenruimten overal airco aanwezig, van het treinstation tot de supermarkt.
Maar ondanks dat alles was het 's middags over het algemeen toch erg rustig. De meeste winkels zijn dan tijdelijk gesloten en vrijwel niemand zit op het terras. Verder was het ook bij de normaal hele drukke toeristische plekken heel erg rustig. Er was zo ongeveer alleen een Nederlander te vinden die aan vochtige warmte is gewend, zoals we die in ons land vaak kennen.