Wat wordt de impact van potentieel zware storm Eunice?
Nederland raakt in de ban van zware storm Eunice, die morgen in de middag en avond ons land aandoet en aan de kust tot een zware of zeer zware storm en overal tot zeer zware windstoten met snelheden tot 120, en aan zee 140 of 145 kilometer per uur aanleiding kan geven. De impact van deze storm op de samenleving lijkt groot te worden. Maar wat kunnen we precies verwachten? Als we door de scenario’s heen lopen, lijkt de storm van 25 januari 1990 te zwaar. De stormen daarna, die van 27 oktober 2002 en 18 januari 2007 waren wellicht net weer wat lichter.De laatste keer dat we met een zware storm te maken hadden, was op 9 februari 2020. Toen trok storm Ciara over het land. Aan zee kwam het tot een windkracht 10 en windstoten met snelheden tot 129 kilometer per uur (Vlieland). In het binnenland bedroegen de windstoten tussen 80 en 100 kilometer per uur. Aan verzekerde schade richtte Ciara voor een bedrag van rond 150 miljoen aan. Er waren diverse omgewaaide bomen, maar van grootschalige schade in de natuur was t]geen sprake. Veel evenementen werden afgelast en diverse keringen gingen dicht.
18 januari 2018
Alweer wat langer geleden was de storm van 18 januari 2018 een opvallende. Toen trok een klein lagedrukgebied over het noorden van het land naar het oosten en bracht een kortdurende storm met zich mee. Aan de kust kwam enkele uren een windkracht 10 tot 11 te staan, met in Hoek van Holland een windvlaag met een snelheid van 144 kilometer per uur.
In het binnenland kwam het op uitgebreide schaal tot windvlagen met snelheden tot tussen 110 en 125 kilometer per uur. Windstoten boven 120 kilometer per uur zijn behoorlijk zeldzaam landinwaarts. Er vielen 2 doden en de schade in de natuur was aanzienlijk, tot in het diepe binnenland aan toe. Er was enige tijd een code rood van kracht. Het verkeer ondervond veel hinder van de storm, de NS legde het treinverkeer helemaal stil en ook Schiphol ging even dicht.
28 oktober 2013
Op 28 oktober 2013 was de eerste herfststorm van dat jaar meteen een zware. In de loop van de ochtend kwam langs de Noord-Hollandse kust en in het Waddengebied een zware storm te staan, in het Wadengebied zelfs enige tijd een zeer zware storm, kracht 11. Daarbij traden windvlagen met snelheden tussen 140 en 150 kilometer per uur op. Verder naar het zuiden was de storm veel minder zwaar. Ook deze storm duurde maar kort. Er werd voor een bedrag van 95 miljoen euro aan schade aangericht. In het noorden was ook de schade in de natuur aanzienlijk. Datzelfde gold voor gebieden in het noorden van Duitsland en in Denemarken, waar hele bospercelen omgingen.
18 januari 2007
Op 18 januari 2007 werd Nederland door zware storm Kyrill getroffen, die aan zee een windkracht 10 bereikte. Deze storm had een duidelijk langere duur dan alle eerdergenoemde stormen. De impact ervan was daarmee ook een stuk groter. In de loop van de middag werd mensen zelfs geadviseerd om binnen te blijven. Aan zee werden windvlagen met snelheden tot boven 140 kilometer per uur gemeten, maar op buien in het binnenland kwam het hier en daar ook tot windstoten met snelheden boven 120 kilometer per uur. De schade bedroeg meer dan 200 miljoen euro, er vielen 7 doden en er waaiden honderdduizenden bomen om. Alleen al in het Reichswald, net over de grens bij Nijmegen in Duitsland, waaiden in 10 minuten 10.000 bomen om. Het treinverkeer werd stilgelegd en ongeveer 5000 mensen strandden op stations en konden niet thuis komen.
27 oktober 2002
Een schade van rond 100 miljoen euro ontstond tijdens de zware storm die in de middag en avond van zondag 27 oktober 2002 over Nederland trok. Aan de kust stond lange tijd een windkracht 10 tot 11, in het westen boven land een windkracht 9 tot 10, tot in Utrecht aan toe. Verder naar het oosten bereikte storm ook boven land een windkracht 8 tot 9. Daarbij traden windvlagen met snelheden tussen 120 en 130 kilometer per uur op, in de kustgebieden tot 148 kilometer per uur. De treinen kwamen ook toen tot stilstand en het vliegverkeer op Schiphol ondervond veel hinder van de wind. Minstens zes Nederlanders kwamen om, van wie twee in Duitsland. De storm was die dag de zwaarste sinds 25 januari 1990. Het was een geluk dat het slechte weer op zondag viel.
25 januari 1990
En daarmee zijn we aangekomen bij één van de allerzwaarste stormen van de afgelopen decennia, de orkaan Daria die in de middag en avond van 25 januari 1990 over Nederland raasde. Zeventien mensen verloren die dag het leven bij een storm die het land in de loop van de middag en avond volledig op zijn kop zette. Het openbare leven raakte compleet ontwricht, auto’s, bussen, treinen en vliegtuigen kwamen tot stilstand en duizenden mensen strandden en konden niet naar huis. De materiële schade en de schade in de natuur waren enorm.
Aan zee kwam het tot uurgemiddelde windsnelheden van 11 Bft, een zeer zware storm dus. Ook boven land, zoals in de provincie Utrecht werden uurgemiddelden van winddracht 10 gemeten, zeer uitzonderlijk voor het binnenland. De windvlagen bereikten op veel plaatsen snelheden tot ongeveer 150 kilometer per uur, op Schiphol werd de sterkste windvlaag met een snelheid van 161 kilometer per uur gemeten. Die stoot hoorde bij de zwaarst mogelijke vlagen in Nederland.
En morgen?
En wat gebeurt er morgen? Vergeleken met de stormen van 2013 en 2018 lijkt de duur ervan langer te zijn en lijkt het er ook op dat het gebied dat met de storm te maken krijgt groter is dan toen. In die zin zijn de stormen van 2007 en 2002 waarschijnlijk beter vergelijkingsmateriaal. Tegelijkertijd hebben de windvlagen van morgen, zeker in de kustgebieden en dan met name morgenavond in het noorden, nog wat meer potentiële kracht bij zich dan in die jaren.
De vergelijking met de storm van 1990 dringt zich daarmee op. Zowel qua windstoten als voor wat de gemiddelde wind betreft, lijkt het er vooralsnog op dat de storm van morgen zich niet met de storm van toen zal kunnen meten. Wellicht komen we tussen 2007 en 2002, aan de onderkant, en 1990, aan de bovenkant, uit. Daarmee zou het toch op schade op grote schaal kunnen uitdraaien, toenemende problemen voor het verkeer op de weg, het spoor en in de lucht en wellicht dus ook tot een situatie waarin niet meer iedereen erin slaagt om thuis te komen. Een behoorlijke impact op de samenleving dus. Met de nadruk op het westen en (vooral) het noorden van het land. En – hoe verder zuidoostelijk je in het land komt – hoe groter de kans dat het allemaal alsnog relatief goed afloopt.