Winterverwachting 2023: een zacht en een koud scenario
Nog een paar dagen en de eerste maand van de winter van 2022/2023 staat op de kalender. Hoogste tijd dus om de winterverwachting van Weer.nl te presenteren.Het zijn spannende tijden op de weerkaarten. Na een warme herfst, die met een gemiddelde temperatuur van 12,0 of 12,1 graden op een derde plaats in de lijst met warmste herfsten sinds 1901 afstevent (na 2014 en 2006, die laatste met 13,6 graden nog altijd verreweg de warmste herfst ooit), is het nu spannend op de weerkaarten.
Na een lange periode met veel zuidenwinden, stijgt de luchtdruk boven het noorden en noordoosten van Europa en lijkt de wind vanaf woensdag/donderdag ook bij ons de oost- tot noordoosthoek op te zoeken. Daarmee komt de weg vrij voor de aanvoer van koudere lucht, die nu nog ver bij ons vandaan is. Omdat in Europa weinig kou voorradig is, gaat de daling van de temperatuur daarna geleidelijk. Het hogedrukgebied, dat één en ander in gang zet, ziet er wel stevig en stabiel uit. Dus lijkt er tijd te zijn om het te laten gebeuren. Het is een ontwikkeling die past in onze vroege winterverwachting, in september gepubliceerd.
Vorig jaar vertilden we ons aan de verwachting
Het maken van winterverwachtingen is een moeilijke tak van sport. Dat bleek vorig jaar maar weer, toen we ons vertilden aan de verwachting voor de afgelopen winter van 2021/2022. Daar waar we van een koude winter met mogelijk langdurig winterweer uitgingen, bleek de winter zacht en wisselvallig. Er waren twee ijkmomenten. Het eerste was in december. In het hoge noorden moest zich een koudepoel opbouwen, die zich uiteindelijk ook tot over onze omgeving had moeten uitbreiden. De koudepoel kwam er wel, maar op twee schampschotjes na (de laatste tijdens de Kerst) bleef de kou buiten Nederland.
Het tweede ijkpunt deed zich in de januarimaand voor. De verwachting was dat zich in de stratosfeer boven de Noordpool een snelle stijging van de luchttemperatuur zou voordoen, die de poolwervel flink zou afremmen en misschien wel in stukken zou slaan. Was dat gebeurd, dan had de kans bestaan dat het in de tweede helft van de winter kouder dan normaal zou zijn geweest, met daarbij het verwachte langdurigere winterweer. De werkelijkheid bleek weerbarstig. De stratosfeer boven de Noordpool bleef ijskoud, de poolwervel draaide als nooit tevoren en rest van de winter in Europa verliep boterzacht. Een sterke straalstroom zette ook een paar zware februaristomen op de rails.
Het kader is gelijk
Nu de nieuwe winter op het punt van beginnen staat, is het kader waarbinnen de weersontwikkeling zich de komende maanden afspeelt ten opzichte van de vorige winter nauwelijks veranderd. Nog steeds is de aanhoudende La Niña, de koude zeestroom langs de evenaar tussen Zuid-Amerika aan de ene en Indonesië aan de andere kant, wereldwijd de dominante factor in het weer. Vooral in Noord-Amerika beïnvloedt La Niña de circulatie op een behoorlijk voorspelbare manier. De warmte en droogte in het westen en zuiden van de VS zijn er het zichtbare gevolg van. Ook het natte weer in Australië hoort erbij.
Voor het weer in Europa zijn de hoge watertemperaturen van de Atlantische Oceaan van belang. Iedere keer als de wind vanaf de Oceaan naar Europa waait, en dat gebeurt nogal wat keren in het jaar, is de lucht die onze omgeving bereikt warmer dan gebruikelijk. Dat drukt nogal een stempel op de temperaturen in ons deel van Europa. Verder heeft het warme oceaanwater invloed op de ontwikkeling en de ligging van de druksystemen daar.
Instorten van de poolwervel
Andere dingen die we in de gaten moeten houden zijn een straalstroom in de stratosfeer boven de evenaar, die in een periode van ruim twee jaar de helft van de tijd uit het oosten en de andere helft uit het westen waait. Was die straalstroom, met afkorting de QBO genoemd, vorig jaar oostelijk, inmiddels is hij naar zijn westelijke fase omgeslagen. Dit betekent dat de kans op het instorten van de poolwervel, die voor de afgelopen winter als groot werd ingeschat (en toch gebeurde het niet) de komende winter een stuk kleiner is.
Een laatste drijver achter de weersontwikkeling wereldwijd zijn buienclusters in de tropische gebieden, die door het warme zeewater in de omgeving van Indonesië al een tijdje aan het maritieme continent en het westelijke deel van de Grote Oceaan vastgekleefd liggen. De aanwezigheid van de buien daar maakt dat de MJO al lange tijd in zijn fasen 6 en 7 zit, wat zou moeten meehelpen bij het laten ontstaan van geblokkeerde stromingspatronen op de Oceaan en boven Europa. Precies dat wat we de komende tijd gaan zien.
De verwachting
Het brengt ons bij de verwachting voor de winter van 2023. Gezien de ontwikkelingen, zoals die zich op de weerkaarten afspelen, is het niet ondenkbaar dat december als een koudere dan normale wintermaand de boeken in gaat. Gebeurt dit inderdaad, dan is een lange reeks van 11 opeenvolgende zachte decembermaanden eindelijk doorbroken.
Vanaf januari komt de poolwervel, die in december nog niet zo’n grote invloed op het weer heeft, in het spel. Dan spant het erom. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat winters met een La Niña in de tweede helft vaak door een sterke straalstroom, en dus door zacht en wisselvallig weer gedomineerd worden, precies zoals we in de afgelopen winter zagen. Maar, als zich ergens in januari in de stratosfeer boven de Noordpool toch een plotselinge stijging van de temperaturen voordoet, zoals in de winter van 2021 gebeurde, die de poolwervel verzwakt of zelfs in stukken uiteen laat vallen, kan het toch heel anders gaan. We weten allemaal nog wel hoe mooi de winterweek in februari 2021 uiteindelijk was.
Kans op SSW klein, maar niet ondenkbaar
De kans op een SSW, zoals zo’n plotselinge opwarming van de stratosfeer boven de Noordpool wordt genoemd, wordt deze winter als niet heel groot, maar ook niet helemaal denkbeeldig ingeschat. Dat komt doordat de QBO-west, die aan een sterke poolwervel bijdraagt, dit jaar met een grote activiteit van de zon samengaat. Onder een dergelijke combinatie is de kans op een SSW toch weer iets groter. En zelfs als zo’n SSW er niet komt en de poolwervel sterk blijft, is het niet helemaal zeker dat het weer alleen zacht en wisselvallig zal zijn. Er zijn omstandigheden denkbaar waaronder het toch winters koud wordt.
Zacht en koud scenario
Zo komen we op de winterverwachting uit, die dit keer uit twee scenario’s bestaat. In beide scenario’s is de kans op winterweer het grootst in de eerste winterhelft. En zoals al beschreven, is het mogelijk al best snel zover. Voor het vervolg tijdens de tweede helft is de poolwervel van belang. Blijft die sterk, dan krijgen we scenario 1, waarin we later in de winter een overgang naar een westcirculatie zien, met zacht en wisselvallig weer. Komt er toch een SSW en wordt kracht van de poolwervel aan banden gelegd, dan ziet het tweede deel van de winter er mogelijk wel kouder en winterser uit. In scenario 1 krijgen we een normale tot vrij zachte winter. De kans daarop schatten we op 70 procent in. In scenario 2 wordt de winter normaal tot zelfs vrij koud. De kans daarop is volgens ons ongeveer 30 procent.