Foto gemaakt door Cynthia van Leusden - De eerste, zeer voorlopige versie van onze winterverwachting 2023 is. Er tekenen zich voor de komende winter twee mogelijk scenario's af.
Foto gemaakt door Cynthia van LeusdenDe eerste, zeer voorlopige versie van onze winterverwachting 2023 is. Er tekenen zich voor de komende winter twee mogelijk scenario's af.
Nu

Winterverwachting 2023 (eerste, zeer voorlopige versie): 2 scenario’s

De eerste herfstmaand is halverwege, de afkoeling van het noordelijk halfrond op weg naar de winter heeft ingezet. In Siberië en in het noorden van Canada beginnen de eerste gebiedjes met sneeuw te verschijnen, op Spitsbergen is de eerste sneeuw gevallen en het zeeijs in het Noordpoolgebied zit tegen zijn minimum aan. Ook de atmosfeer ondergaat de komende tijd groter veranderingen, op weg naar de winter. Zie hier een verhaal met daarin de laatste inzichten over de aanloop naar de komende winter.

In twee eerdere verhalen op deze site (je vindt ze hier en hier) hebben we al stilgestaan bij de belangrijkste drijvers, die het weer van de laatste en in hoge mate ook de komende tijd vormgeven. Het zijn de La Niña van dit moment, de PDO, de AMO, de QBO en de IOD. Veel is vergelijkbaar met voorgaande jaren, sommige dingen zijn anders.

La Niña

Zo lijkt de La Niña van nu tot in de komende winter aan te houden. Ook de AMO is en blijft positief. Dat betekent dat er op ons deel van de Atlantische Oceaan tussen 35 en 55 graden noorderbreedte veel warm water is. Waait de wind de komende maanden uit die hoek, dan wordt dus warmere lucht aangevoerd dan in jaren met ‘normale’ watertemperaturen. Ook is de QBO van zijn oostelijke naar zijn westelijke variant omgeslagen en is de IOD de komende maanden negatief, om in de winter weer af te zwakken.

Verrassender is dat de omstandigheden op de Grote Oceaan ten westen van de VS zich de afgelopen tijd zo hebben ontwikkeld dat de PDO, na lange tijd sterk negatief te zijn geweest, aan een opmars bezig is. Onduidelijk is nog of dit de komende tijd doorzet.

Kijken we naar de aanloop van de winter tot nu toe, dan komen veel jaren uit het recente verleden als goede vergelijkingsjaren uit de bus. Te denken valt aan de jaren 2000, 2001, 2008, 2010, 2011, 2013, 2020 en 2021. Ook de jaren 1950 en 1999 komen als goede vergelijkingsjaren naar voren. Van die jaren werd 1950 door een winter met ruim 61 Hellmannpunten gevolgd, 1999 door een winter met slechts 3,6 punten. De winter van 2001, volgend op het jaar 2000, scoorde bijna 28 Hellmannpunten, de winter van 2002 bijna 22 en de winter van 2009 ruim 56 Hellmannpunten. De winter van 2011 was goed voor bijna 81 Hellmannpunten, de winter van 2012 voor ruim 88 Hellmannpunten. De winter van 2014 was de tot nu toe enige ooit zonder Hellmannpunten in De Bilt, die van dit jaar haalde 6,6 punten. In de winter van 2021 scoorden we dankzij de vorst in februari nog 36 punten.

Drie, maar eigenlijk twee scenario’s

In de vergelijkingsjaren vinden we eigenlijk drie, maar feitelijk twee scenario’s terug. Er is een scenario waarin het winterweer vroeg valt, zoals in de winters van 1951, 2001, 2002, 2009 en 2011, waarna er verderop in de winter niet veel meer gebeurt. Verder zijn er de winters die helemaal niks presteren en door een westcirculatie worden gedomineerd, zoals de winters van 2000, 2014 en die van dit jaar, en we hebben winters die lange tijd niks presteren, maar waarin het door een SSW (plotselinge opwarming van de stratosfeer boven het noodpoolgebied) later in de winter alsnog tot winterweer komt (zoals in de winters van 2012 en 2021). Maar eigenlijk ligt dat laatste scenario in het verlengde van het tweede, en zijn het de SSW en de verzwakte poolwervel die de boel nog een andere wending geven. In die zin kunnen we in het vervolg van dit verhaal beter van twee scenario’s uitgaan: de winters met vroeg winterweer en daarna niks en de winters die helemaal niks presteren.

Beide scenario’s maken ongeveer evenveel kans, zo leert het verleden, met het gedrag van de poolwervel verderop in de winter als de (eigenlijk altijd) onberekenbare onbekende. Het grappige is dat je de twee beschreven wintertypen niet alleen in de vergelijkingsjaren, maar ook in de berekeningen van de seizoensmodellen voor de komende 3 maanden tegenkomt, de berekeningen die tot en met de decembermaand gaan dus. Het Amerikaanse CFS-model en in mindere mate dat van Meteo France berekenen een zachte decembermaand, het Europese ECMWF-model, het Engelse UKMO-model en het Duitse DWD-model laten de weerkaarten zien die in december ook nog iets van vroeg winterweer mogelijk maken. Vrij noordelijk gelegen hogedruk is daar dan de veroorzaker van.

Is vroeg winterweer nog mogelijk?

De grote vraag is of vroeg winterweer in onze omgeving überhaupt nog wel mogelijk is? De laatste 10 jaar is het er in elk geval niet of nauwelijks meer van gekomen, zeker niet voor langere tijd. Vorig jaar was de decembermaand wat dit betreft wel interessant, want grote delen van Scandinavië beleefden wel een koude winterstart. Twee keer wist iets van die koude lucht ook Nederland te bereiken, waarvan de laatste keer tijdens de kerstdagen. Daarna stelde de sterke poolwervel orde op zaken en kwam er in de rest van de door een westcirculatie gedomineerde winter niets meer van winterweer terecht.

Wat dat betreft, zal het interessant om het weer de komende twee maanden te volgen. Volgens de seizoensmodellen lijkt oktober hoe dan ook een vrij warme en wisselvallige maand te worden, met hogedruk in het zuiden en lagedruk in het noorden. Met zuidwestelijke winden wordt dan lucht afkomstig van zuidelijke breedten aangevoerd, waarin de temperaturen af en toe lekker kunnen oplopen.

In november wordt het spannender en zien we, volgens de meeste berekeningen én ook in de meeste vergelijkingsjaren, het aloude hogedrukgebied op de oceaan terugkeren. In het koude scenario neemt het een steeds noordelijkere positie in en krijgt een uitbreiding naar Scandinavië, zodat later in november de kans op kouder weer al toeneemt. In het warme scenario ligt het hogedrukgebied zuidelijker, breidt het zich niet in noordoostelijke richting uit en ontwikkelt zich aan de noordzijde ervan op de oceaan een westcirculatie.

Nu nog geen keuze

In dat warme scenario is wel duidelijk hoe het vervolg van de winter daarna zal zijn, met als enige onbekende het gedrag van de poolwervel. In het koude geval is het vooral interessant om te zien hoe de ontwikkelingen voor die tijd in de herfst zijn geweest. Heeft zich in het hoge noorden een koudepoel gevormd, is er kou op voorraad? Kunnen de temperaturen ook bij ons al dalen als het stromingspatroon daar in december aanleiding toe geeft?

Het is op dit moment, omdat de winter nog ver weg is en we nog veel niet weten, niet mogelijk al een keuze te maken. We blijven het volgen en komen, op het moment dat we weer wat meer weten, met een update van deze zeer voorlopige winterverwachting

Reinout van den BornChef Redactie