Zachte eerste helft van de winter 2021 - 2022
De winter van 2021 - 2022 is halverwege. Van 1 december t/m 14 januari lag de gemiddelde temperatuur op 5,4 graden tegenover een langjarig gemiddelde (1991 - 2020) van 4,0 graden. Sinds 1901 verliep de eerste winterhelft slechts 12 keer nog zachter, waarvan 6 keer in deze eeuw. Wat betreft de hoeveelheid neerslag en zonneschijn verloopt de winter tot nu toe heel gemiddeld.Echt winterweer hebben we tot nu toe niet gezien. In de aanloop naar Kerst en tijdens de Kerstdagen was het in sommige delen van het land weliswaar behoorlijk koud, maar dat was slechts van korte duur. Vooral dankzij de recordhoge temperaturen rond de jaarwisseling zal de eerste winterhelft als zachter dan normaal de boeken in gaan.
Amper sneeuw, ook minder vorst dan normaal
Op veel plekken in ons land is het deze winter nog niet tot een witte wereld gekomen. In december viel alleen regionaal wat (natte) sneeuw. Op 6 december bleef op de Utrechtse Heuvelrug zo'n 2 of 3 centimeter sneeuw liggen en op 10 december werd het in delen van Zeeland tijdelijk een beetje wit. Op Eerste Kerstdag ontstond in een strook over Oost-Brabant en Midden-Limburg lokaal een dun sneeuwdekje. Voor de meeste regio's blijft het voorlopig dus nog wachten op de eerste sneeuw van de winter.
Ook wat betreft het aantal vorstdagen scoort de eerste winterhelft op veel plekken lager dan normaal. In De Bilt vroor het 13 keer tegenover een langjarig gemiddelde (1991 - 2020) van 16. In Vlissingen heeft het deze winter zelfs nog niet gevroren, normaal staat de teller daar al op acht. De enige uitzondering is het noordoosten. In Eelde (bij Groningen) ligt het aantal vorstdagen met 18 een fractie boven normaal. Vooral in de aanloop naar de Kerstdagen was het daar vaak het koudst. In delen van Drenthe, Groningen en Friesland bleef het toen drie keer de hele dag vriezen, maar in De Bilt kwam het niet tot een ijsdag.
Hoeveelheid neerslag en zonneschijn rond normaal
Met gemiddeld over het land 118 mm verliep de eerste winterhelft heel normaal wat betreft neerslag. Normaal valt gemiddeld over het land 119 mm. Er zijn echter wel vrij grote verschillen tussen het binnenland en de kustgebieden. In delen van Friesland en Noord-Holland viel lokaal 160 mm, in delen van Noord-Brabant slechts zo'n 80 mm. De landelijk natste dag was vorige week zaterdag, toen viel op veel plaatsen 15 tot 25 mm regen.
Ook wat betreft het aantal zonuren verliep de eerste winterhelft vrij normaal. Gemiddeld over het land scheen de zon 81 uur tegenover 88 uur normaal, maar opnieuw waren de verschillen over het land behoorlijk groot. Het zonnigst was het in het noordelijk kustgebied. In Lauwersoog aan de Waddenzee scheen de zon 104 uur, dat is 21 uur meer dan normaal. In het Limburgse Arcen kwam het aantal zonuren uit op slechts 52, een derde minder dan normaal. Vooral de afgelopen dagen was het in het noordelijk kustgebied vaak zonnig, terwijl in het binnenland de mist erg hardnekkig was.
Deze eeuw vaker erg zachte winters
Dat de eerste winterhelft zo zacht verloopt is tegenwoordig geen uitzondering meer. Sterker nog, van de voorgaande tien winters waren er vijf met een nog zachtere eerste winterhelft. Dat was het geval in 2012, 2014, 2016, 2019 en 2020. De laatste keer dat de eerste helft van de winter kouder verliep dan normaal was in 2011.
In de voorgaande eeuw was zo'n zachte eerste helft van de winter erg ongebruikelijk. Alleen in 1916, 1935, 1957, 1975, 1989 en 1998 was dat het geval. Door de opwarming van de Aarde is de gemiddelde temperatuur in de afgelopen decennia flink omhoog gegaan. Tussen 1991 en 2020 bedroeg de temperatuur van 1 december t/m 14 januari gemiddeld 4,0 graden. Tien jaar eerder (1981 - 2010 ) was dat nog 3,5 graden en 50 jaar geleden zelfs maar 2,4 graden.