Foto gemaakt door SDO/HMI - Op de zon waren vanochtend 6 verschillende groepen aan zonnevlekken te zien.
Foto gemaakt door SDO/HMIOp de zon waren vanochtend 6 verschillende groepen aan zonnevlekken te zien.
Nu

Zon is actief, het nieuwe zonnevlekkenmaximum komt dichterbij

Aan het oppervlak van de zon waren vanochtend 6 groepen aan zonnevlekken zichtbaar, waarvan één behoorlijk uit de kluiten gewassen. Donderdag komt de aarde mogelijk zijdelings in het pad van een zonnestorm terecht, met als dat gebeurt her en der noorderlicht. In Nederland zal het waarschijnlijk niet te zien zijn, daarvoor was de uitbarsting op de zon niet sterk genoeg.

Maar ook al zijn spectaculaire noorderlichten bij ons tot nu toe uitgebleven, duidelijk is wel dat de huidige zonnevlekkencyclus – we hebben het over cyclus 25 – het pad omhoog goed heeft gevonden. Hadden we voorgaande jaren nog veel dagen waarop aan het oppervlak van de zon geen enkele zonnevlek te zien was, dit jaar tot nu toe is zo’n dag er niet geweest. Er waren altijd zonnevlekken te zien. Het is een duidelijk teken dat we op weg zijn naar het volgende zonnevlekkenmaximum, dat ergens in de komende jaren zal vallen.

Magnetisch sterk actieve gebieden

Zonnevlekken zijn tijdelijk aanwezige donkere plekken aan het oppervlak van de zon, magnetisch zeer sterk actieve gebieden eigenlijk, die ten opzichte van hun omgeving minder heet zijn. Er zijn vlekken die enkele honderden kilometers in doorsnee zijn, maar ook vlekken die tienduizenden kilometers bemeten. Nu er aan het oppervlak van de zon drie grote zonnevlekken zichtbaar zijn, neemt de kans op uitbarstingen toe. De geladen deeltjes die vrijkomen, kunnen, als ze de aardatmosfeer bereiken, op ons deel van de aarde tot noorderlicht leiden.

Wat er kan gebeuren als er een echt actieve vlek aan het oppervlak van de zon actief is, lees je hier, toen de wereld in 1921 door een zonnestorm getroffen werd en iedereen zich angstig afvroeg wat er allemaal aan de hand was.

Bepalen lengte en kracht cyclus lastig

Het bepalen van de lengte en de kracht van een zonnevlekkencyclus is een lastige wetenschap. Grofweg in een periode van 11 jaar speelt zich op de zon een cyclus af waarin de zonnevlekkenactiviteit aan het oppervlak een maximum en een minimum bereikt. Is zo’n periode voorbij, dan beginnen we aan de volgende cyclus. Sinds het moment dat we dit zijn gaan meten, hebben zich 24 van dergelijke cycli voorgedaan. We zijn nu net aan nummer 25 begonnen.

Het verwachten van zo’n cyclus is moeilijk. Deskundigen kijken naar de lengte en de kracht van de voorgaande cyclus, maar ook naar de manier waarop plasmastromen die zich onder het oppervlak van de zon voordoen zich ontwikkelen. Op basis van die kennis slaagden ze erin om cyclus 24 redelijk goed te voorzien. Het zou een relatief zwakke cyclus zijn, zo was de veronderstelling en die bleek juist, al was het uiteindelijk allemaal toch wat heftiger dan oorspronkelijk gedacht.

‘De zon is dood’

Op basis van dezelfde wetenschap is nu het idee dat cyclus 25 ongeveer hetzelfde zal verlopen. Op zich was dat al een verrassing, want eerder deze eeuw waren veel zondeskundigen ervan overtuigd dat de zon voor veel langere tijd in slaap zou sukkelen, zoals lang geleden tijdens het zogenoemde Maunderminimum ook al eens gebeurde. ‘De zon is dood’, was op dat moment een veelgehoorde kreet. Wat dat betreft, was de verwachting voor cyclus 25 zoals die nu uitstaat dus al een heel ander verhaal. Geen Maunderminimum en ook geen zon die lang in slaap valt.

Een andere verwachting, aan het einde van 2020 gepresenteerd door een groep wetenschappers van de NCAR (National Center for Atmospheric Research) schiet een heel andere kant op. Van een zon in slaap tot één van de allersterkste zonnevlekkencycli ooit is namelijk een enorme stap. Het heeft ermee te maken dat ze op een andere manier naar het komen en gaan van zonnevlekkencycli kijken. Ze nemen niet de cyclus zelf als uitgangspunt, maar kijken naar een ingewikkeld mechanisme dat er volgens hen achter zit. En wel een cyclus van 22 jaar waarin magnetisch banden met tegengestelde ladingen aan weerszijden van de zon naar het zuiden en noorden schuiven.

Terminator event

Elk van die banden heeft voor dit tripje ongeveer 22 jaar nodig. Zodra hij halverwege is, verschijnt aan de noordkant en zuidkant een volgende band met tegengestelde lading die aan dezelfde reis begint. Elke grofweg elf jaar komen twee van die banden, vanuit het noorden en zuiden, boven de evenaar samen en doven elkaar, zodra ze elkaar ontmoeten, geleidelijk uit. Dit wordt door de wetenschappers een ‘terminator event’ genoemd. Nu is de ene terminator de andere niet. Soms gaan de banden boven de evenaar wat treuzelen en laat de terminator wat langer op zich wachten.

De onderzoekers hebben nu uitgevonden dat, hoe groter de tijdspanne tussen twee opeenvolgende terminators is, hoe zwakker de zonnevlekkencyclus die erop volgt. Tussen de twee terminators die aan cyclus 24 voorafgingen zat ruim 13 jaar. De cyclus die zou volgen, moest dan ook een relatief zwakke en vlakke zijn. En dat is met cyclus 24 ook gebeurd. Tussen de twee terminators die aan de nu net begonnen cyclus 25 vooraf zijn gegaan, zat maar krap 10 jaar, zo hebben de onderzoekers uitgevonden. De cyclus die nu volgt zou dus juist een sterke moeten zijn, is hun redenering. En zo zijn ze tot de verwachting gekomen die ze eind 2020 hebben gepresenteerd.

Huidige cyclus extra interessant

Omdat er in de gemeenschap van zonnedeskundigen dus verschillen van mening zijn over wat er de komende jaren op ons af lijkt te komen, is het extra interessant om de huidige cyclus te volgen. Krijgen de wetenschappers die voor de felle cyclus gaan gelijk, dan kunnen we nog het een en ander meemaken aan spectaculaire zonnevlekken, eventuele zonnestormen en grootschalige noorderlichten. Krijgen de wetenschappers gelijk die globaal een herhaling van de voorgaande cyclus voorzien, dan zal er niet veel veranderen en blijft het in het algemeen tamelijk rustig.

Reinout van den BornChef Redactie