De lente is begonnen: hoe staan we ervoor en hoe gaat het verder?
Nu de lente van 2023 ook astronomisch gezien een feit is, is het tijd voor een eerste tussenrapport. Hoe staan we er tot nu toe voor en wat klopt er van de lenteverwachting, zoals we die aan het einde van de meteorologische winter hebben gepresenteerd? En hoe gaat het verder?Toen we vorig jaar uit de zachte winter kwamen, stopte het op 25 februari subiet met regenen en brak de zon door. Een recorddroge en -zonnige maartmaand volgde. Vooral in het midden en zuiden van het land viel tot en met de ochtend van de 31ste vrijwel niets, pas later op die dag begon het alsnog te regenen- en te sneeuwen, alleen telde die neerslag voor het eindtotaal niet meer mee. Het record was al gevestigd.
Hoe anders ziet het er dit jaar in maart uit. Als we naar het regenkaartje tot en met gisteren kijken, zien we dat in het noorden op veel plaatsen al tussen 35 en 60 millimeter regen is gevallen, in het midden en zuiden al tussen 70 en plaatselijk 95 millimeter. En we hebben nog een flink deel van de maand te gaan. Ook bij het aantal zonuren, is het verschil enorm groot. Stond de teller, gemiddeld over de hoofdstations van het KNMI, vorig jaar op 19 maart al op 151,1 uur zon, dit jaar moeten we het met net iets meer dan de helft doen: 76 uur. Overigens is dat wel het normale aantal zonuren voor de periode tot nu toe. Het laat maar eens zien hoe zonnig maart vorig jaar was. Zelfs een normale maand valt erbij in het niet.
Twee SSW’s brachten de verandering
Het andere weerbeeld van dit jaar in de maartmaand is nog steeds terug te voeren op de twee SSW’s, die we half februari en begin maart boven het poolgebied hebben gezien. De opwarming van de stratosfeer daar, gevolgd door het uit elkaar vallen van de poolwervel, heeft er in de Atlantische sector voor gezorgd dat koude lucht in het noorden zich verder zuidwaarts kon uitbreiden; dat alles onder invloed van een hogedrukgebied dat al een tijdje in de buurt van Groenland ligt. Ook in Nederland hebben we daar de eerste helft van deze maand vanalles van gemerkt, in de vorm van sneeuw, vorst in de nachten en een gemiddelde temperatuur die ongeveer 1,5 graden onder normaal is uitgekomen.
Op de plekken waar de koude lucht uit het noorden op de veel warmere in het zuiden botste, ontstonden steeds nieuwe lagedrukgebieden die in de straalstroom met hun storingen, bewolking en regen onze kant op werden gestuurd. Niet zelden kwamen we daarbij aan de koude kant van de straalstroom uit. Het is daarom ook perfect verklaarbaar waarom het de eerste helft van maart dit jaar bij ons zoveel kouder, natter en ook somberder is geweest dan die in dezelfde periode vorig jaar.
Inmiddels zachter
Inmiddels is het zachter geworden en zien we de achterstand van de maarttemperatuur op de normaal verdampen. Op basis van de huidige verwachtingen lijkt maart dan ook alsnog als een zachtere maand dan gebruikelijk de boeken in te gaan. We komen mogelijk zo tussen 7,0 en 7,2 graden uit, tegen 6,5 graden normaal. En daarmee zouden we toch weer ruim een halve graad boven de gebruikelijke maarttemperatuur uitkonen.
In onze lenteverwachting gingen we er nog van uit dat we mogelijk op een koude eerste helft van de lente af stevenden. De kans dat die verwachting uitkomt, wordt nu steeds kleiner. Mocht de maartmaand zacht eindigen en de aprilmaand, net zoals vorig jaar, kouder dan normaal beginnen, dan nog zit een koudere dan normale eerste helft van de lente er eigenlijk niet meer in. We zouden in dat geval hooguit rond normaal uitkomen.
Wat wel klopt, is dat we nog steeds met de uitwerkingen van de twee SSW’s te maken hebben. Weliswaar liggen we inmiddels vaak aan de zachte kant van de grens met de koude lucht in het noorden, maar die koude lucht is nog wel dichtbij. En de grote wisselvalligheid, waarvan we verwachten dat die ook de komende tijd nog aanhoudt, heeft daar direct mee te maken. Op de grens van de warme en de koude lucht vormt zich namelijk het ene na het andere lagedrukgebied. Ze weten onze omgeving, met hun storingen, wolken, regen en buien makkelijk te bereiken. Soms waait het er ook flink bij.
Tweede deel lente beter weer?
Volgens het tweede deel van onze lenteverwachting moet het vanaf midden april stabieler, zonniger en warmer worden. Dat kan nog steeds. In onze 46-daagse verwachting van afgelopen vrijdag vonden we er ook al de eerste aanwijzingen voor. Voor wat de lenteregens betreft, ziet het er vooralsnog goed uit. De natste van de drie lentemaanden heeft al boven verwachting gescoord, de twee drogere maanden volgen nog. In die maanden is niet eens zo heel veel neerslag meer nodig om op het in de lente gebruikelijke regentotaal uit te komen.