Foto gemaakt door Nel van Es - Den Helder - Niet alleen het versterkte broeikaseffect, maar ook de steeds vaker en langduriger schijnende zon, zorgt voor een snelle opwarming van Nederland en Europa.
Foto gemaakt door Nel van EsDen HelderNiet alleen het versterkte broeikaseffect, maar ook de steeds vaker en langduriger schijnende zon, zorgt voor een snelle opwarming van Nederland en Europa.
Nu

Veel vaker schijnende zon betekent veel extra opwarming

Terwijl de broeikasgassen in de aardatmosfeer, ondanks alle pogingen die hiertoe worden ondernomen, nog steeds toenemen, wordt de lucht wel snel schoner. Wolken hebben het door de combinatie van de oplopende temperaturen en het schoner worden van de lucht moeilijker. De zon schijnt juist vaker en intenser en vooral in het zomerhalfjaar wordt het effect daarvan meer en meer gevoeld. Niet alleen speelt droogte vaker op, ook gaan de temperaturen door de extra zonneschijn nog sneller omhoog.

Voor de vijfde keer in zes jaar tijd beleven we in Nederland een lange, droge en zonnige periode. We beleven de tot nu toe zonnigste junimaand ooit en ook qua gemiddelde temperatuur lijken we op weg naar de toppositie in de lijst van warmste junimaanden ooit. Daarbij is er op veel plaatsen tot nu toe nog geen spat regen gevallen.

Uitschieter wereldtemperatuur

In dit verhaal op Weer.nl liet onze collega Daan van den Broek afgelopen zaterdag al zien hoe de wereldwijde temperatuur op dit moment op een ongewone manier uitschiet. Wetenschappers proberen deze plotselinge anomalie te begrijpen en te verklaren. Eén zo’n theorie is de afname in uitstoot van zwaveldioxide, zo schreef hij.

Zwaveldioxide zorgt, net als sommige andere kleine deeltjes (aerosolen) in de atmosfeer, voor reflectie van zonlicht. In verband met de luchtkwaliteit, zijn de reguleringen met betrekking tot de uitstoot van zwaveldioxide en andere aerosolen strenger geworden, vooral in de scheepvaart. Het gevolg is dat er de afgelopen jaren minder van die reflecterende deeltjes uitgestoten zijn, terwijl de toename van broeikasgassen doorzette.

Zon schijnt veel vaker en langer

Een gevolg van die schonere lucht is ook, zo hebben veel onderzoeken de laatste jaren aangetoond, dat de zon meer schijnt en dat er minder wolken zijn. Ook is de hoeveelheid mist drastisch afgenomen. Overigens bestaat het vermoeden dat het opwarmen van de atmosfeer door de toenemende hoeveelheid broeikasgassen hetzelfde doet en de hoeveelheid bewolking en mist eveneens laat afnemen. De twee effecten versterken elkaar dus en dat merken we in Nederland zeker de laatste jaren meer en meer.

Toen de nieuwe klimaatnormalen in 2021 van kracht werden schreef Jordi Huirne op Weer.nl dit. In het nieuwe klimaat is Nederland een stuk zonniger geworden. In de periode 1981 t/m 2010 scheen de zon jaarlijks gemiddeld over het land 1639 uren. Vanaf januari 2021 wordt vergeleken met de nieuwe klimaatperiode die van 1991 t/m 2020 loopt. Het ‘normale’ aantal zonuren per jaar is fors gestegen naar 1774 zonuren, een stijging van ruim 8%.

De combinatie met droogte

Mede doordat het zonniger is geworden komt de temperatuur in het zomerhalfjaar overdag een stuk hoger uit dan vroeger, zeker in combinatie met droogte. De kustgebieden hebben de grootste stijging in het aantal zonuren. Zo schijnt de zon in Vlissingen tegenwoordig jaarlijks 156 uur meer dan tien jaar geleden. In het binnenland, waar het aantal zonuren sowieso wat lager ligt, is de stijging iets kleiner. Zo noteert De Bilt jaarlijks gemiddeld 113 zonuren meer dan tien jaar geleden. Sinds het begin van de metingen is er niet eerder zo’n grote stijging geweest in het aantal zonuren.

Een zonnige week extra

Het gemiddelde aantal dagen per jaar waarin het (zo goed als) bewolkt is, daalt van 150 naar 134. Dat betekent dat we maar liefst 16 bewolkte dagen zijn kwijtgeraakt in de afgelopen tien jaar. Het aantal (vrijwel) zonnige dagen stijgt van 39 naar 46, een zonnige week extra dus. Vlissingen krijgt er zelfs 10 zonnige dagen bij en neemt afscheid van 18 grijze dagen. In alle seizoenen is het flink zonniger geworden.

In de top-10 zonnigste jaren sinds 1901 staan maar liefst 7 jaren uit deze eeuw en 8 jaren uit de huidige klimaatperiode van 1991 t/m 2020. In de periode 1981 t/m 2010 kwamen nog drie zeer sombere jaren voor. Zo staan de jaren 1981, 1987 en 1988 in de top-10 somberste jaren ooit gemeten. Het jaar 1988 staat op een 7e plek met slechts 1287 zonuren. In de huidige klimaatperiode van 1991 t/m 2020 was het somberste jaar 1998 met 1428 zonuren een 29e plaats.

Klimaat van Noord-Frankrijk

Goed nieuws dus voor zonaanbidders. Vanuit het zuiden schuift het klimaat steeds verder naar het noorden. Nederland heeft inmiddels bijna het oude klimaat van Noord-Frankrijk wat de temperatuur betreft en ook het aantal zonuren. Zo scheen de zon in Parijs in de periode 1981-2010 circa 1873 uur per jaar, Nederland zit daar op jaarbasis tegenwoordig amper 100 uur vanaf.

Schonere lucht ook oorzaak van meer zonneschijn

Niet alleen klimaatverandering speelt een rol, ook het schoner worden van de lucht. Fabrieken zijn deze eeuw een stuk schoner geworden en dat geldt ook voor motorvoertuigen. De kleine fijnstofdeeltjes die worden uitgestoten zijn ideale condensatiekernen voor waterdruppeltjes. Op die manier worden mist en lage bewolking gevormd. Hoe meer condensatiekernen aanwezig zijn, hoe meer mist en bewolking gevormd kan worden. In het zomerhalfjaar ontstaat soms ook smog. Vooral in de jaren '60, '70 en '80 was er zeer veel fijnstof in de lucht, waardoor het aantal zonuren sterk daalde.

Door het verminderen van de uitstoot ontstaan sinds eind vorige eeuw minder snel mist, smog en lage bewolking. Ook lost het ochtendgrijs sneller op. Het aantal dagen per jaar met mist is landelijk fors afgenomen van 62 naar 53. Desalniettemin kan het nog steeds een stuk beter met de luchtkwaliteit en is de lucht tijdens rustige dagen soms sterk vervuild, zeker in stedelijke gebieden. Tot zover het verhaal van Jordi Huirne.

Twee uur per dag extra

Vorig jaar was in Nederland het zonnigste jaar ooit. Gemiddeld over het land scheen de zon maar liefst 2234 uur. In de periode van 1901 tot en met 1930 was 1450 uur aan zonneschijn normaal, een verschil van 784 uur. Dat is per dag (!) een verschil van 2 uur en 9 minuten aan extra zonneschijn en extra instraling. Meer zonneschijn betekent extra verdamping en sneller droogte. Droogte helpt in het zomerhalfjaar mee de temperaturen nog verder omhoog te brengen. En zo is er een aardige klimaatverdubbelaar bijgekomen.

Al veel langer is duidelijk dat de temperaturen in Europa harder stijgen dan op veel andere plaatsen op aarde. Het kan niet anders of de almaar vaker schijnende zon speelt daar een belangrijke rol in. Overigens straalt de aarde ook meer uit, door de afgenomen hoeveelheid bewolking. Maar die toename houdt geen gelijke tred met de oplopende instraling van de zon, door het toenemende aantal zonuren. Reden hiervoor zijn de oplopende broeikasgassen in de atmosfeer, die een deel van die uitgaande straling ook absorberen.

Dubbel zo snel

En zo gaat de opwarming van Nederland en Europa extra, misschien wel dubbel zo snel doordat de zon zoveel meer is gaan schijnen. Wat dat allemaal voor ons betekent, daar beginnen we sinds een aantal jaren steeds duidelijker een beeld van te krijgen.

Reinout van den BornChef Redactie