Lente 2020 recordzonnig, droog en zeer warm
De lente van 2020 verliep recordzonnig. De zon scheen met 805,3 uur tegen 516,7 uur zo'n 290 uur meer dan normaal. De temperatuur lag met 10,3 graden flink hoger dan de normaal van 9,5 graad. Daarmee komt de lente van 2020 op een 14e plaats voor wat betreft warmste lente. Verder is het opvallend dat deze lente ruimschoots de laagste gemiddelde luchtvochtigheid sinds het begin van de metingen had en het neerslagtekort in het voorjaar nog nooit zo groot was.Het is nu misschien moeilijk voor te stellen, maar de lente begon behoorlijk nat. De eerste helft van maart viel er dagelijks ergens in het land regen. De meeste regen viel in het zuiden. Uiteindelijk, door een zeer droog en zonnig einde van de maand, verliep de maartmaand droger dan normaal. Ook eindigde de maand als nummer 3 op de lijst voor wat betreft zonnigste maartmaand ooit gemeten.
Het zonnige en droge weer hield vrijwel geheel april aan, waardoor deze maand recordzonnig verliep. Later in de maand viel er uiteindelijk nog wel zo’n 9 mm regen, waardoor de een top-3 notering voor droogste aprilmaand er niet meer inzat. Desalniettemin verliep de maand landelijk met in totaal 12 mm een stuk droger dan de normaal van 42 mm. Ook de meimaand verloopt droger en zonniger dan normaal. De maand eindigt met landelijk 18,5 mm op een 5e plek voor wat betreft droogste mei en met 323,7 zonuren op een tweede plek qua zonrijkste mei.
Lente zeer droog en bijna een record aan mooi-weerdagen
Al met al resulteert dit in een lente waarin met gemiddeld over het land 85,4 mm een stuk minder neerslag viel dan de normaal van 167,1 mm. De lente eindigt hiermee op nummer 7 in de lijst met lentes met de minste neerslag.
Omdat het zo zonnig was en er weinig regen viel, was het aantal mooi-weerdagen bijzonder groot met 36 tegen gemiddeld 17. Alleen de lente van 2007 telde nog 3 mooi-weerdagen meer. Op een mooi-weerdag is het droog, schijnt de zon meer dan de helft dat ze kan schijnen en is het warmer dan normaal.
Laagste gemiddelde luchtvochtigheid ooit in lente
De lente verliep ook droog in het opzicht van luchtvochtigheid. In maart werd er al een zeer lage luchtvochtigheid gemeten. Op 25 maart daalde de luchtvochtigheid in De Bilt naar 16%. Dit was de op één na laagste waarde ooit gemeten voor dit weerstation en landelijk de op één na laagste waarde ooit gemeten voor maart. Op 11 april kwam het tot de laagste luchtvochtigheid ooit gemeten in april met een luchtvochtigheid van 14% in Deelen.
Ook mei verloopt qua luchtvochtigheid erg droog. Op 18 mei daalde de luchtvochtigheid in Westdorpe naar 15%, de op twee na laagste waarde ooit gemeten voor mei. Gezien de droge maanden en deze specifiek droge periodes is het dan ook niet verwonderlijk dat de gemiddelde luchtvochtigheid in de lente niet eerder zo laag was. De luchtvochtigheid bedroeg deze lente in De Bilt gemiddeld 66% tegenover 77% normaal. In Eindhoven was dit nog lager met gemiddeld 63%, een landelijk record. Dankzij de coronamaatregelen was de lucht deze lente relatief schoon (met minder fijnstof in de lucht ontstaat moeilijker mist en bewolking). Mogelijk heeft dit bijgedragen aan de zon- en droogterecords.
Grootste neerslagtekort ooit gemeten in voorjaar
Hoewel er lentes waren waarin minder neerslag viel (zoals 2011 met slechts 52,2 millimeter) was het neerslagtekort in de lente nog nooit zo groot. Dit komt omdat er veel meer verdampt is dan de jaren waarin nog minder neerslag viel. Dit is weer een gevolg van het grote aantal zonuren en de vaak lage luchtvochtigheid in combinatie met een stevige wind. Het neerslagtekort is inmiddels opgelopen tot 163 mm en dat is recordhoog voor eind mei. In 2011 was het neerslagtekort eind mei 142 mm. De gemiddelde windsnelheid lag deze lente in zijn geheel iets onder normaal, namelijk 16,9 kilometer per uur tegenover 17,3 km/u normaal.
Lente meer vorstdagen dan winter, meeste vorstdagen mei sinds 1941
Het aantal vorstdagen in de Bilt lag op 12, dit is evenveel als normaal. In maart hadden we 2 vorstdagen minder dan normaal (6 tegenover 8), in april hadden we precies zoveel als normaal (4 om 4) en in mei hadden we er 2, terwijl dat er in de meest lentes 0 zijn. Opvallend genoeg kende de lente dankzij de bijzonder zachte winter meer vorstdagen dan de winter, en daarnaast viel de koudste nacht van het jaar pas op 25 maart (door het ontbreken van winterkou in de wintermaanden). In Woensdrecht daalde de temperatuur toen tot -6,2 graden. Op 30 maart werd het nog wat kouder met in het Achterhoekse Hupsel -6,6 graden, de laagste temperatuur van de lente. Verder vielen er in mei meerdere kouderecords.
Het eerste kouderecord werd gemeten in de nacht van 14 mei. In De Bilt werd het toen -1,0 graden en daarmee werd het record uit 1909 met -0,4 graden overtroffen. In de nacht naar 15 mei werd opnieuw een kouderecord verbroken. Met -1,2 graden werd het nog iets kouder op het hoofdstation. Het oude record was wederom -0,4 graden en werd gemeten in 1909 en 1946. In Hupsel kwam het in mei tot 7 vorstdagen. Dat is het grootste aantal vorstdagen in mei sinds 1941! Toen vroor het in Gemert en Winterswijk 8 nachten en in Wijster en Eelde 11 nachten. Verder had alleen 1909 ook meer vorst in mei, namelijk 9 vorstnachten in Eelde. Naast deze twee kouderecords telde de lente drie warmterecords, namelijk op 5, 6 en 8 april.
Lente verloopt zacht: veel warme dagen, maar relatief weinig zomers
Waar maart en april warmer verliepen dan normaal (respectievelijk 6,8 tegen 6,2 en 11,1 tegenover 9,2 graden normaal) verloopt mei normaal met 13,1 graden. Dit resulteert samen in een zachte lente: 10,3 graden tegenover 9,5 normaal.
21 mei was de warmste dag van de lente met 26,7 graden in De Bilt. Het was tevens de eerste officiële zomerse dag en de warmste Hemelvaartsdag van deze eeuw. Ook werd die dag de hoogste landelijke temperatuur van de afgelopen lente gemeten, zo kwam het tot 28,7 graden in Westdorpe. Het kwam deze lente tot 25 officiële warme dagen - 11 meer dan normaal - en één officiële zomerse dag, 3 minder dan normaal.