Foto gemaakt door Willy Bonnink - Winterswijk - Maart en april 2021: zoek de verschillen!
Foto gemaakt door Willy BonninkWinterswijkMaart en april 2021: zoek de verschillen!
Nu

Wat zijn de grootste temperatuurtegenstellingen ooit?

Het jaar 2021 wordt gekenmerkt door grote temperatuurschommelingen. Zo vroor het op 16 februari zeer streng met in Hupsel -16,2 graden, terwijl op 24 februari bijna de warme grens van 20 graden werd geslecht, met 19,8°C graden in Arcen. Dit betekent een verschil van 36,0 graden! Vervolgens werd het op 31 maart de warmste maartdag ooit met in Arcen 26,1 graden. Deze week valt er weer volop sneeuw en dinsdag vroor het regionaal ruim 2 graden. Na het weekend zou het lokaal weer -5 kunnen worden. Hoe uniek zijn deze verschillen?

Temperatuurschommelingen in het voorjaar zijn eigenlijk heel normaal. Wanneer de wind vanuit Noord-Afrika waait kan het in maart al ruim 20 of zelfs 25 graden worden. In april kan het kwik verder stijgen richting 30 graden en in mei komt de 35 graden zelfs in zicht onder perfecte omstandigheden. Maar als diezelfde wind omklapt naar een noordelijke richting, kan koude Arctische lucht vanaf de Noordpool ons land bereiken. Tot in mei kan het daardoor sneeuwen en zware nachtvorst kan de natuur flink wat schade toebrengen. In het vroege voorjaar kan een laag sneeuw die blijft liggen voor extra lage temperaturen zorgen, terwijl later in de lente extreme droogte juist flinke temperatuurtegenstelling kan bevorderen.

In 1931 en 2005 enorme verschillen door sneeuwdek

In maart kan de temperatuur soms nog verrassend laag uitpakken boven een dikke laag sneeuw. Zo daalde de temperatuur op 10 maart 1931 in het Achterhoekse Warnsveld naar -17,8 graden. Het was zo koud, dat zelfs de Zuiderzee dicht vroor. Daarna draaide de wind naar het zuiden en stroomde snel veel warmere lucht het land binnen. Tien dagen later op 20 maart noteerde Maastricht 22,3 graden, een verschil van 40,1 graden.

In 2005 deden we dit kunstje over en werd het record zelfs verbroken. Op 4 maart vroor het in Marknesse boven bijna een halve meter sneeuw 20,7 graden. Op 15 maart was het sneeuwdek in ons land verdwenen en op 16 maart werd het in Gilze-Rijen 21,0 graden, een verschil van 41,7 graden! En dat was niet eens de hoogst gemeten temperatuur van de maand, want op de 24e noteerde Eelde 21,3 graden. Nooit eerder was het landelijke temperatuurverschil binnen één maand zo groot.

Dit voorjaar heeft wat weg van 1968

De lente van 2021 heeft veel weg van die van 1968. Ook dat voorjaar kende extreme temperatuurschommelingen. Op 29 maart 1968 werd het oude maartrecord genoteerd met 25,6 graden in Gemert en Venlo (recent aangescherpt naar 26,1 graden). Begin april draaide net als dit jaar de wind van zuid naar noord en trokken winterse buien over het land. Van 2 tot en met 8 april viel elke dag sneeuw in ons land en in de nachten vroor het licht tot later zelfs matig met -7,4 graden in Twenthe op 8 april. Daarna draaide de wind in de tweede helft van de maand terug naar het zuiden. De vorst verdween en het werd ronduit heet met volop zomerse temperaturen. Op 21 april werd in het zuiden en oosten zelfs de tot nu enige en vroegste lokale tropische dag ooit gemeten. In Venlo werd het 32,2 graden en dat maakt het 39,6 graden warmer dan 13 dagen eerder.

April 1968 was tevens droog en zonnig, waardoor het neerslagtekort flink kon oplopen. Droogte versterkt de dagelijkse gang van de temperatuur. Als er minder vocht aanwezig is ontstaat ’s nachts minder snel mist en kan de temperatuur boven de droge bodem verder dalen. Omdat overdag minder verdampt, gaat dit niet ten koste van de temperatuurstijging, waardoor het ‘s middags juist heter kan worden.

Ook mei 1922 en mei 1944 zeer grote verschillen door droogte

De volgende meimaand maakt de top-5 af en is zeer bijzonder te noemen. Mei 1922 was eerst opvallend koud met vaak nachtvorst. Zelfs op 14 mei noteerde weerstation Gemert nog -2,3 graden. Precies 10 dagen later steeg de temperatuur in Gemert en Venlo naar recordhoge waarden voor mei: 35,6 graden! Dit was een verschil van 37,9 graden. De recordhitte werd geholpen door droogte, landelijk viel er maar 15 mm (op 3 na droogste sinds 1870) en de zon scheen bijna 300 uur (derde plek sinds 1906).

En toch kan het nog gekker in de meimaand. Mei 1944 begon recordkoud met op 9 mei in Castricum de meest late matige vorst ooit gemeten, het werd -5,4 graden. Het bleef koud met zelfs op 24 mei lokaal nog vorst in het land. In de laatste dagen van de maand werd het plotseling volop zomer en zelfs ronduit heet. Op de 30e werd het in Gemert 34,3 graden en daarmee was het 39,7 graden warmer dan eerder in de maand. Ook deze meimaand was zonnig en droog.

Door klimaatverandering grotere extremen?

Het lijkt erop dat door klimaatverandering vaker hogedrukgebieden boven onze omgeving liggen in het voorjaar. Daardoor gaat de straalstroom zwabberen en hebben we vaker te maken met noorden- of juist zuidenwinden. Ook is het droger, zonniger en uiteindelijk ook warmer dan in de vorige eeuw. Door de droge bodem kan het overdag gemakkelijk opwarmen en zal het in de toekomst bij zuidenwinden regelmatig tropisch warm zijn in de lente. Ook zullen we vaker in de buurt van de 35 graden komen zoals in 1922 en 1944 ook al gebeurde en uiteindelijk zullen deze records worden verpulverd. Het is een kwestie van tijd voordat alle oude maand-warmterecords zijn verbroken.

Ondertussen kan het in een periode met noordenwinden nog steeds opvallend koud worden en nachtvorst is nog steeds mogelijk, zelfs in mei. Mogelijk krijgen we steeds meer grote afwisselingen in temperatuur, door die noorden- of zuidenwinden. Dat zagen we ook in de warme, droge en zonnige lente van 2020, toen het in Eelde -3,0 graden werd op 14 mei.

Toch zijn de koudste april- en meinachten deze eeuw niet meer zo koud als in de vorige eeuw. Ook de noordenwinden warmen immers op door de klimaatverandering. De laagste apriltemperatuur deze eeuw is -7,9 graden tegen -9,4 graden in de vorige eeuw. Voor de maand mei is dat -3,2 graden deze eeuw en -5,4 graden in de vorige eeuw. Deze eeuw is pas 21 jaar, maar de kans is klein dat deze kouderecords nog worden aangescherpt. Grote temperatuurtegenstellingen zouden dus steeds vaker voor kunnen komen deze eeuw, maar zijn niet extremer dan vroeger.

Jordi HuirneMeteoroloog en presentator