Een tweede, iets scherpere blik richting de winter van 2023
De gasprijs op de gasbeurs in Amsterdam is vanochtend opnieuw met zo’n 30 procent gestegen, nu omdat er door de Nordstream-1 gasleiding vanuit Rusland nog steeds geen gas loopt. Na een lange, droge en warme zomer die ook aan het begin van de meteorologische herfst nog steeds aanhoudt, zijn steeds meer mensen op zoek naar informatie over de komende winter. We merken dat ook in de cijfers bij Weer.nl. Ook al is er nog altijd niet heel veel over te zeggen, we zetten de aanwijzingen die we hebben opnieuw op een rij. En we doen dat, zo goed als we dat op dit moment kunnen. Zie hier ons verhaal met daarin de laatste inzichten over de komende winter.Poolwervel
Het allerbelangrijkste voor het Nederlandse weer in de wintermaanden is het gedrag van de poolwervel. De poolwervel is een straalstroom in de stratosfeer op een hoogte van ongeveer 25 kilometer, die het gebied binnen de poolcirkel omspant waar de zon tijdens de wintermaanden (tijdens de poolnacht) niet meer boven de horizon uitkomt. De lucht daar koelt dan op alle niveaus sterk af, terwijl het in de directe omgeving, waar de zon in de wintermaanden nog wel boven de horizon uitkomt, een stuk warmer blijft. Op de overgang tussen die twee luchtsoorten ontstaat een straalstroom; de poolwervel.
Eigenlijk kun je tegenwoordig zeggen dat, als de poolwervel sterk is en niet verstoord, de kans op winterweer in Nederland vooral in de maanden januari en februari vrijwel nihil is. In de afgelopen winter zagen we daar nog een mooi voorbeeld van. Terwijl de poolwervel heel de winter veel sterker dan normaal was, beleefden delen van Europa in december (zeker in het noorden) nog een koude winterstart. Toen de invloed van die sterke poolwervel eind-december vanuit hoog in de stratosfeer naar het aardoppervlak begon door te sijpelen, was het met de koude drukverdelingen gedaan. Er stelde zich een westcirculatie in die de rest van de winter wisselvallig, windrijk en zacht maakte. Toen de poolwervel tegen het einde van de februarimaand zijn eerste tekenen van zwakte begon te vertonen, keerden de hogedrukgebied als bij toverslag op de weerkaarten terug om daarna eigenlijk niet meer te verdwijnen. We hebben er de warme, droge en zonnige zomer aan te danken.
Voor wat de poolwervel betreft, zijn de voortekenen nog niet heel duidelijk. In juli rekende het ECMWF voor dat de poolwervel in december wellicht minder sterk zou zijn dan normaal, maar dat zou juist in de periode zijn waarin hij überhaupt niet zoveel invloed heeft. Verder is weleens uitgezocht dat in een winter met een QBO-west (een andere straalstroom in de stratosfeer boven de evenaar) en een hoge activiteit van de zon (zoals die ook de komende winter wordt verwacht) de kans op een SSW (een plotselinge opwarming van de stratosfeer) wat groter is dan anders. Veel meer is er nu nog niet over te vertellen.
La Niña en PDO
Het opvallendste en voor het wereldwijde weer invloedrijkste fenomeen is nog steeds La Niña, die ook de komende tijd van geen wijken weet. La Niña is een koude zeestroom op de Grote Oceaan, langs de evenaar tussen Zuid-Amerika aan de ene en Australië en Indonesië aan de andere kant. De La Niña van nu is zijn derde opeenvolgende jaar ingegaan en moet de komende winter voortduren.
Een factor op het noordelijke deel van de Grote Oceaan die met La Niña samenhangt, is de zogenoemde Pacific Decadal Oscillation (PDO). Eigenlijk gaat het hier om de manier waarop gebieden met relatief koud en warm zeewater over de noordelijke helft van de Grote Oceaan zijn verdeeld. Vind je het warme water op de centrale delen en het relatief koele water er in een soort hoefijzervorm omheen, dan is de PDO (zoals nu) negatief. Zien we de omgekeerde situatie, met het koude water in het midden en het warme water er in een hoefijzervorm omheen, dan is de PDO positief. Bij een La Niña hoort een negatieve PDO. Omdat ze vaak als een setje optreden, zijn de gevolgen voor het weer van de twee vergelijkbaar.
De combinatie heeft grote invloed op het weer
De combinatie van La Niña en de negatieve PDO heeft grote invloed op het weer. De droogte van de laatste jaren in de westelijke helft van de VS, maar ook de droogtes die grote delen van Europa en China nu in de greep hebben, worden eraan toegeschreven. In Australië en Indonesië, maar ook in het noordoosten van Zuid-Amerika is het juist natter dan normaal. Ook het verwachte actieve orkaanseizoen hangt met La Niña samen.
Concreet zien we de invloed van La Niña en de negatieve PDO terug als hardnekkige hogedrukgebieden op de Grote Oceaan ten westen van de VS en op de Atlantische Oceaan, ten westen van Europa. Dat laatste hogedrukgebied lag in de zomer steeds ten westen van Britse Eilanden, maar is de laatste weken op een wat noordelijkere positie uitgekomen. Bij ons waait de wind hierdoor sinds enige tijd vaker uit richtingen tussen noord en oost.
La Niña en de PDO in de winter
Voor de wintermaanden lijkt het, als sprake is van een combinatie van La Niña en een negatieve PDO-index (zoals nu), van belang waar het zwaartepunt van de La Niña tijdens de wintermaanden terechtkomt. Zijn de afwijkingen van de watertemperaturen naar beneden het grootst in het oostelijke deel van de Grote Oceaan (dichtbij Zuid-Amerika dus), dan wordt in Europa een patroon bevorderd dat in langere fases met een negatieve NAO-index uitmondt, ofwel hogedruk in het noorden, lagedruk in het zuiden. Dat zou de kansen op een kouder weertype tijdens de wintermaanden vergroten. In geval van een La Niña met de grootste afwijkingen van de watertemperatuur op het centrale deel van de Grote oceaan, is het teken omgekeerd. Zo’n situatie lijkt een sterkere dan normale westcirculatie te bevorderen, uitmondend in lange fases met een positieve NAO-index. Ofwel: lagedruk in het noorden en hogedruk in het zuiden. Dat naar een zachte, wisselvallige winter wijzen.
Volgens de lange termijnverwachtingen van dit moment mogen we tijdens de komende winter op een La Niña met de nadruk op de centrale delen van de Grote Oceaan rekenen en dus op een zachtere en wisselvalligere winter dan normaal, mits deze drijvers de baas zijn.
IOD
Een mogelijke oorzaak voor het feit dat de hogedrukgebieden bij ons de laatste weken op een noordelijkere positie zijn komen te liggen, is het gedrag van de IOD op de Indische Oceaan. Ook daar doet zich een schommeling in de temperaturen van het zeewater voor die van grote invloed op het wereldwijde weer blijkt te zijn. Deze schommeling wordt de Indian Ocean Dipole genoemd, ook wel het broertje of zusje van La Niña en El Niño. De bijbehorende index heet de DMI-index. Voor het bepalen hiervan wordt gekeken naar het verschil in zeewatertemperatuur tussen het westelijke deel van de Indische Oceaan (het deel ten oosten van het Afrikaanse continent) en het oostelijke deel (bij Indonesië).
Is het zeewater in het westen kouder dan dat in het oosten, dan is de DMI-index negatief. Is het water in het westen warmer dan in het oosten, dan is de DMI-index positief. De verdeling bepaalt de plaatsen waar op de Indische Oceaan de meeste en zwaarste buien ontstaan boven het warmste zeewater). Indirect wordt daarmee de plek beïnvloed waar tijdens de winter bij ons de straalstroom terecht zou kunnen komen. Daarover hier wat meer.
Op dit moment is de DMI-index negatief en is de kans aanzienlijk dat die negatieve DMI-index ook gedurende wintermaanden aanhoudt. Onder de bijbehorende effecten van zo’n negatieve DMI-index horen een hogedrukgebied bij de Aleoeten en een hogedrukgebied op de Atlantische Oceaan, vrij noordelijk in de regio IJsland-Schotland-Scandinavië. Een beetje zoals we nu zien dus. Mogelijk pakt de negatieve IOD dus al zijn invloed.
AMO-index
Van direct belang voor het weer in Europa zijn ook de zeewatertemperaturen zoals die in de noordelijke helft van de Atlantische Oceaan worden gemeten. Die temperaturen zijn al jarenlang (flink) hoger dan normaal. En ook in die situatie lijkt de komende maanden weinig te veranderen. De bijbehorende AMO-index blijft dan ook positief.
Voor het weer bij ons betekent dit dat, zodra de wind in het noordwesten van Europa vanaf de oceaan waait, warmere lucht dan anders wordt aangevoerd. Een positie AMO-index heeft dan ook een opwarmende invloed op het weer in grote delen van Europa.
En dus?
Daar waar we het belangrijkste voor de komende winter eigenlijk nog niet weten, namelijk het gedrag van de poolwervel tijdens de wintermaanden, zien we bij de combinatie van La Niña en de PDO aan de ene en de IOD aan de andere kant een tegenstelling in de signalen. Terwijl La Niña en de PDO meer in de richting van een zachte winter lijken te wijzen, is de IOD mogelijk iets meer op de hand van een winter waarin ook koudere perioden kunnen voorkomen. Hiermee vinden we vooralsnog geen uitsluitsel. Het zal – zoals meestal in Nederland – toch bij de poolwervel vandaan moeten komen. Veel verder dan dat de kans op een SSW bij de combinatie van een QBO-west en een winter met een verhoogde activiteit van de zon wellicht wat groter is dan anders, komen we hier nog niet.
Ongeveer halverwege deze maand volgt onze eerste vooruitblik op de vroege winter.