Waarom is de Hollandse winter vaak zo grijs?
In Nederland staat de winter bekend om zijn grijze en sombere dagen. Eindeloze wolkendekens houden de zon tegen en doen de toch al korte dagen nog korter lijken. Waarom komt dit troosteloze weerbeeld juist zo vaak in het koudere seizoen voor?De rol van de windrichting
De dominante windrichting in Nederland is vaak een westelijke of zuidwestelijke wind. Deze dominante richting is belangrijk, want het oppervlak waarover de lucht stroomt is allesbepalend voor zijn karakter. Een noordelijke of westelijke stroming komt vanaf de Noordzee en pikt daar veel vocht op, wat resulteert in een bewolkt en nat weertype. Komt de wind uit het oosten of zuiden, dan heeft het over land gestroomd en is het dus droger. Daarnaast voert in de winter, over het algemeen, een westenwind zachte lucht aan, zuidenwind warme lucht en noorden- en oostenwind koude lucht. En hierbij geldt dat koudere lucht minder vocht kan bevatten dan warme lucht, waardoor de relatieve luchtvochtigheidsgraad hoog ligt en er gemakkelijker wolken ontstaan.
Liggen er hogedrukgebieden in de buurt, zoals de afgelopen week het geval was, dan is de atmosfeer niet veel in beweging. Er stroomde vanuit het noordoosten relatief koude en vochtige lucht naar Nederland. Er gebeurt weinig in het weer en het is vaak bewolkt met een spatje regen. Het zijn weersomstandigheden die zichzelf versterken. Veel vocht in de lucht zorgt voor wolken, wat weer zorgt voor regen en minder zon, en dus lagere temperaturen overdag. In die lagere temperaturen treedt condensatie sneller op, wat weer vochtig en bewolkt weer geeft.
Hardnekkige bewolking
De grootschalige aanwezigheid van lage bewolking draagt bij aan de somberheid. Deze wolken zijn van het type stratus en vormen een dicht, grijs deken dat de zonnestralen tegenhoudt. In de winter is de zon minder krachtig en vaak te zwak om de bewolking op te lossen. Zonnestralen raken de aarde onder een kleinere hoek en leveren minder energie. De atmosfeer wordt kouder en stabieler, wat voorkomt dat lagere luchtlagen mengen met lucht hoger in de atmosfeer. Bewolking is dan vaak horizontaal gelaagd en verspreidt zich uitgestrekt over de lucht. Zo kan het laaghangende wolkendek dagenlang blijven hangen
Een inversie kan ook een rol spelen in mist en lage bewolking dat moeilijk oplost. Normaal daalt de temperatuur met de hoogte, maar bij een inversie stijgt de temperatuur met de hoogte. Koude lucht en vocht wordt dan gevangen in de onderste luchtlagen. Het gevolg is een hardnekkig wolkendek dat meerdere dagen kan blijven hangen. Soms kan dat plaatselijk leiden tot somber en koud weer op de ene plek, maar is het zonnig en warm op de andere plek.
Botsende luchtsoorten
Door haar ligging bevindt Nederland zich vaak op het grensvlak van verschillende luchtsoorten. Wanneer warme lucht vanuit het zuiden botst met koude polaire lucht uit het noorden, ontstaan fronten die bewolking en neerslag met zich meebrengen. Zowel bij een warmtefront als een koufront zorgen stijgende luchtbewegingen voor wolkenvorming en neerslag. Zulke fronten zijn meer uitgesproken in het koudere seizoen omdat het temperatuurverschil tussen de polaire en subtropische lucht groter is dan in de zomer. Daarom is ook de straalstroom sterker en zijn lagedrukgebieden – de drijvende kracht achter frontsystemen – actiever in de herfst en winter. De dynamiek van fronten zorgt voor afwisselend regenachtige en grijze dagen.
Meer zon?
Een misschien verrassende bevinding is dat de Nederlandse winters zonniger worden. In de periode 1991-2020 was het aantal zonuren in de winter 40% hoger dan in 1961-1990. De relatieve toename in het aantal zonuren is in de winter zelfs groter dan in de andere seizoenen. Dit heeft mogelijk te maken met schonere lucht. De winter blijft wel het meest sombere seizoen met gemiddeld 2,3 uur zon per dag, maar dat heeft ook te maken met het korte daglicht.