Winter 1963: kan een winter van dit type en kaliber ook in deze tijd nog?
Nu we het verloop en de achtergronden van de winter van 1963 in de afgelopen vier delen van onze serie hebben behandeld, is er eigenlijk nog maar één vraag over die beantwoord moet worden: zou een winter van het type en het kaliber van 1963 ook nu nog kunnen? In het vijfde deel van deze serie gaan we proberen een antwoord op die vraag te geven.Na de winter van 1963 duurde het even voordat er weer een winter van enig kaliber volgde. Goed, de winters van 1964 en 1966 scoorden beide meer dan 100 Hellmannpunten, iets waarin nog geen enkele winter in de 21ste eeuw tot nu toe is geslaagd, maar voor die tijd was dat niet eens zo heel bijzonder. De winter van 1970 was er wel weer een en kwam tot 141 Hellmannpunten. Het grappige is dat die winter eigenlijk nooit meer wordt genoemd als we het over de koude winters van de vorige eeuw hebben. Blijkbaar kleven er maar weinig verhalen aan dat jaar.
De winter van 1979 was een echte
De winter van 1979 was wel een echte. Hij duurde lang en schopte het met een totaal van ruim 205 Hellmannpunten tot een 7e plaats op de ranglijst van koude winters. Eelde kwam dat jaar zelfs tot een totaal van 251 punten. Daarna duurde het tot halverwege de jaren tachtig, toen we drie koude winters (met twee Elfstedentochten) achter elkaar kregen, al haalde de winter van 1982 ook 127 en in Eelde zelfs 192 punten. De eerste, die van 1985 leverde de meeste kou op, in De Bilt goed voor bijna 194 punten en een achtste plaats op de ranglijst van koudste winters, direct achter de winter van 1979. Eelde schopte het tot 217 punten, maar slechts tot een twaalfde plaats op de ranglijst van koudste winters daar. De winters van 1986 en 1987 waren in De Bilt goed voor 149 en 150 punten (een dertiende en een elfde plaats), in Eelde voor 200 en 220 punten.
In de jaren negentig kregen we nog twee koude winters, die van 1996 met 150,5 en die van 1997 (met de laatste Elfstedentocht) met 131,6 punten. In Eelde leverden die twee winters respectievelijk 254 (!) en 149 punten op. Die 254 punten in de winter van 1996 waren in Eelde nog goed voor een zesde plaats op de ranglijst van koudste winters: een indrukwekkende prestatie.
Deze eeuw nog geen echt koude winter
Na de eeuwwisseling is de winter van 2010 tot nu toe de winter met de grootste kouproductie geweest. Het Hellmanngetal in die winter bedroeg 94,7 punten en was goed voor een 30ste plaats op de ranglijst van koudste winters. In Eelde scoorde de winter van 2010 nog 149,2 punten, daar goed voor een 24ste plaats op de eeuwige ranglijst van koudste winters.
Zo bezien is er na de winter van 1963 nooit meer iets gebeurd wat ook maar in de buurt kwam van toen. Goed, de winter van 1979 deed een manmoedige poging en ging als één van de groten de geschiedenis in, maar het dooide toch te vaak om 1963 naar de kroon te kunnen steken. De winters van de jaren tachtig mogen er in onze herinnering ook zijn, maar konden niet in de schaduw staan van hun illustere voorganger uit 1963. En in de jaren negentig was alleen de winter van 1996 er één die er nog een beetje naar rook. En dan voornamelijk in het noorden van het land.
Hoe zou een strenge winter nu uitpakken?
Het heeft er al met al alle schijn van dat de Nederlandse winters steeds minder kou produceren, hoogst waarschijnlijk toch door de opwarming van het klimaat, mogelijk ook doordat de stromingspatronen, waarmee zo’n koude winter kan optreden, zich niet meer voordoen, of in elk geval niet meer hebben voorgedaan. Hoe leuk zou het niet zijn om nog eens een winter van het type 1963 mee te maken, met hetzelfde stromingspatroon van toen? Gewoon om te zien wat er in het klimaat van nu uit zou komen. En hoe de maatschappij van nu daarmee zou omgaan.
In de afgelopen winter (2021) duurde het lang voordat de echt koude lucht vanuit het noordoosten onze omgeving wist te bereiken, maar toen het eenmaal zover was, kregen we toch nog een vorstperiode van een week die 35 Hellmannpunten opleverde. In de winter van 1963 vroor het, als je even afziet van de wat zachtere dagen die er toen tussendoor ook waren, een week of 7. Als je die 35 met 7 vermenigvuldigt, kom je op 245 punten uit. Zou dat dan de grens van nu zijn?
Zijn de stromingen duurzaam veranderd?
Aan de kouproductie van 1963 zullen we wel nooit meer komen, daar hoeven we waarschijnlijk niet lang over na te denken. Maar een winter met alleen het stromingspatroon van toen, zou dat ook niet meer kunnen? Of zijn met de opwarming van nu ook de stromingspatronen in onze omgeving dusdanig veranderd dat ook een herhaling van het type winter van toen er niet meer in zit? Wie zal het zeggen? De tijd zal het ons uiteindelijk ongetwijfeld leren.
Blijft over de vergelijking tussen de aanloop naar de komende winter en die naar de winter van toen, in het jaar 1962. Hoeveel lijken die op elkaar? Belangrijk is dat er de komende winter een La Niña aankomt (net als toen), dat de QBO (de straalstroom in de stratosfeer boven de evenaar) in zijn oostelijke fase zit en de QBO-index negatief is (net als toen), dat de verdeling van de watertemperaturen voor de westkust van de VS zo is dat de PDO-index negatief is (net als toen), dat de temperatuurverdeling op de noordelijke Atlantische Oceaan zo is dat de AMO-index ongeveer 0,2 bedraagt (net als toen) en dat in de Madden-Julian Oscillation het zwaartepunt van de tropische buien zich de komende weken via Indonesië en omgeving naar het westelijke deel van de Grote Oceaan lijkt te verplaatsen, iets wat toen in 1962 waarschijnlijk ook het geval was.
De context nu is anders dan die van toen
Veel overeenkomsten dus, niet alleen met 1962, maar ook met 2010. Beide jaren volgde winterweer; in de winter van 2010/2011 voornamelijk in de decembermaand, in de winter van 1963 een winter lang. Daarbij is wel van belang dat de context van nu, door de voortgeschreden klimaatverandering, wel een hele andere is dan toen. Veel zal de komende weken afhangen van het gedrag van de poolwervel, die na een eerste zwakke fase inmiddels weer helemaal op sterkte is gekomen. Verzwakt hij later in november of in december opnieuw, zoals nu hier en daar al aangegeven wordt? Komt er dan een hogedrukgebied boven het poolgebied te liggen? En is er op dat moment voldoende kou aanwezig om het in een aanzienlijk deel van Europa te laten winteren?
Nu is er van hogedruk boven het poolgebied nog geen sprake. De AO-index is positief en lijkt de komende tijd neutraal te worden. Wel is het hogedrukgebied bij de Azoren al een tijdje minder sterk dan normaal. De NAO-index is dan ook negatief en lijkt dat de komende tijd ook te blijven. Maar wordt hij op een goed moment ook zo negatief als toen? Interessant is ook dat de Noordelijke IJszee dit jaar veel sneller is dichtgevroren dan in andere jaren en dat het in de noordelijke helft van Scandinavië en in Noorwegen veel zuidelijker ook al flink gesneeuwd heeft.
De komende weken zullen het uitwijzen
De komende weken zullen het uitwijzen. We weten waarop we moeten letten en, mocht de natuur beslissen om er eenzelfde type winter als in 2011 of in 1963 tegenaan te gooien, dan zitten we klaar om te zien wat daar in de huidige setting uitkomt. Loopt het toch op een zachte winter uit, dan leren we daarvan dat ook zo op het eerste gezicht vergelijkbare uitgangssituaties toch heel verschillende uitkomsten kunnen hebben. Dat maakt de toekomst van de verwachtingen voor de ultralange termijn er niet vertrouwenwekkender op. In elk geval valt er zo nog heel wat te begrijpen.
En dan het antwoord op de vraag of een winter van het type en het kaliber van 1963 in deze tijd nog mogelijk is? Het type mogelijk nog wel, maar het kaliber hoogstwaarschijnlijk niet meer. Hopelijk kunnen we de waarde van dit antwoord al snel testen. Hoe dan ook: eind november presenteren we de definitieve versie van onze winterverwachting. En dan laat de winter het vervolgens zelf zien.
Lees hier deel 1 uit de serie, over de aanloop en de start van de winter van 1963, lees hier deel 2 uit de serie over januari 1963 en de barre Elfstedentocht, lees hier deel 3 over februari en de duizenden auto's die zich op het IJsselmeer waagden en lees hier deel 4 over hoe het allemaal toch zover kon komen...