Foto gemaakt door Jos Hebben - Weert
Foto gemaakt door Jos HebbenWeert
Nu

Mei 2022 was warm, zonnig en vrij droog

De afgelopen meimaand is in Nederland warm, regionaal droog en zonnig verlopen. Met een gemiddelde temperatuur van in De Bilt 14,0 graden was het warmer dan de norm van 13,4 graden. Met 256 zonuren gemiddeld over het land was het zonniger dan de 225 zonuren die we normaal mogen verwachten. Landelijk viel 46 mm tegen 56 mm normaal. In de Achterhoek, Limburg en Zeeland was het veel droger.

Het aantal warme dagen met een temperatuur boven 20 graden bedroeg in De Bilt 14, tegen 11 normaal. Op 2 dagen kwam het kwik boven 25 graden uit, tegen 4 normaal. Een tropische dag werd op het landelijke hoofdstation niet gemeten. In het zuiden waren er wel tropische dagen en in Maastricht werden maar liefst 8 zomerse dagen genoteerd. De hoogste temperatuur werd daar op 19 mei bereikt, toen het kwik er tot 31,3 graden steeg. Deze dag werd gecomplementeerd met een landelijk warmterecord.

Tot vorst kwam het in De Bilt op geen enkele dag. Op andere plaatsen in het land kwam het begin mei op 4 dagen wel tot lichte vorst, waarbij Eelde in de ochtend van de 1e mei met -1,4 graden de laagste temperatuur mat. Leeuwarden kwam op 3 vorstdagen uit en was daarmee in mei de koploper. Later in mei kwam het nog regelmatig tot nachtvorst aan de grond.

Koude duinpannen

Opvallend was de zeer lage temperatuur die vrieskoujagers Karel Holvoet en Pieter Bliek in de vroege ochtend van 1 mei in een duinpan bij Castricum maten. Het kwik daalde er officieus tot -8,4 graden, veel lager dan de officiële kouderecords die voor de start van mei gelden. Van duinpannen is bekend dat ze onder rustige en heldere omstandigheden bijzondere microklimaatjes herbergen waarin het zeer koud kan worden. In de nacht van 4 mei vroor het in een duinpan bij Egmond aan Zee nog eens 7,9 graden.

Rustige start met nachtvorst

De maand begon rustig. Er lag een hogedrukgebied in de buurt. Met een vaak noordelijke wind werd lucht van de Noordzee aangevoerd. Soms dreven plakken met bewolking mee, er ontstonden stapelwolken en op enkele dagen was de lucht onstabiel genoeg voor een enkele bui. Op 7 mei was dit in het zuidoosten lokaal een flinke plensbui, zo viel in Sevenum 32 mm. In de nacht kwam het tijdens opklaringen lokaal tot lichte vorst of vorst aan de grond, overdag steeg het kwik tot tussen en 15 en 20 graden en in de zon lokaal ook iets daarboven.

Eerste zomerse dagen

Op 9 mei draaide wind naar het zuiden en kon in het Limburgse Ell de landelijk eerste zomerse dag van het jaar worden aangetekend. Het werd er 25,8 graden. Verder scheen de zon volop. Ook in de dagen daarna werd het in het zuidoosten zomers warm, op 10 mei in Ell zelfs 26,7 graden. Er stond tegenover dat er een straffe zuidwestenwind opstak, die in het Waddengebied af en toe windkracht 7 haalde. Een storing voor de kust reikte al tot over het noordwesten van het land en passeerde in de nacht naar 12 mei. Eindelijk viel op veel plaatsen wat regen en de temperatuur daalde in de dagen daarna weer een paar graden.

Tropische lucht verdreven door noodweer

Na een paar koelere dagen werd het halverwege de maand snel warmer. Op 15 mei noteerde De Bilt zijn eerste officiële zomerse dag en op de warmste 18 mei ooit werd in het Limburgse Arcen de eerste lokale tropische dag van het jaar aangetekend. Het Nederlandse temperatuurrecord voor die dag, dat met 27,9 graden op naam van Maastricht stond en in 1918 was gemeten, werd met die tropische waarde verpletterd.

Vielen op 16 en 17 mei, voornamelijk in het zuiden, al een paar buien, soms ook met onweer, aan neerslag brachten die nog niet veel met zich mee. Serieuzer werd het op donderdag 19 mei. Die dag werd in Maastricht met 31,3 graden de hoogste temperatuur van de meimaand aangetekend. Ook dit was een hitterecord, want in 1954 werd het op weerstation Twenthe niet heter dan 30,4 graden. Begon de dag nog met af en toe zon, later in de middag en in de avond passeerde vanuit het zuidwesten een lijn met onweer die op zijn tocht door het land steeds actiever werd. Vooral in het midden en oosten kwam het tot zwaar onweer, zeer zware windstoten (Eindhoven had een stoot van 111 kilometer per uur) en veel overlast en ook schade. Op verschillende plaatsen waaiden bomen om, liepen de zichten even sterk terug, werd het aardedonker en kwam het verkeer op de weg en op het spoor tot stilstand. Hier en daar werd ook hagel gemeld en door de wind ontstonden in Brabant zelfs stofstormen! Woensdrecht meldde 32,2 millimeter, Terschelling was met 31,7 millimeter nauwelijks minder nat.

Tornado in Limburg

Een dag later was het spannend. De ochtend verliep rustig met zon en wolken en temperaturen die in het zuidoosten van het land tot 25 graden stegen. Vanaf de middag trok een lagedrukgebied met buien binnen. In het grootste deel van het land bleken die uiteindelijk minder zwaar dan de buien van een dag eerder, al viel lokaal wel veel regen. In het Drentse Nieuw Buinen werd 28 mm gemeten en het Limburgse Stein noteerde 30 mm.

In Zuid-Limburg echter passeerde een supercel (het zwaarste type onweersbui) en daar kwam het tot een tornado die in een strook van Beek naar Schinnen grote schade veroorzaakte. Over de grens in Duitsland ontstonden zelfs 7 tornado’s, waarvan de zwaarste over Paderborn trok. Op filmpjes was te zien hoe de inwoners daar doodenge momenten meemaakten.

Opnieuw regionaal veel regen

Na een paar rustige dagen met flink wat zon en weer stijgende temperaturen, trok op maandag 23 mei een volgende storing over. Nu was het de westelijke helft die de meeste regen kreeg, tot lokaal 25 millimeter aan toe en in Friesland lokaal bijna 30 mm.

De passage van deze storing luidde enkele licht wisselvalige dagen in. Stapelwolken en de zon wisselden elkaar af, verspreid over het land vielen soms buien en de temperaturen gingen weer iets omlaag. Op zondag 29 mei werd het zelfs niet warmer dan tussen 12 en 16 graden. In een strook vanaf het IJsselmeer naar het zuidoosten vielen talrijke buien, in Lelystad zat deze zondagochtend maar liefst 30 mm in de regenmeter, ruim een halve maandsom.

Zonnig en regionaal zeer droog

Het neerslagtekort liep eind mei op tot 107 mm gemiddeld over het land. Normaal is dit ruim 50 mm in deze tijd van het jaar. Als we kijken naar de gevallen neerslag minus de verdamping (neerslagoverschot) dan is er sinds 1 april in het zuiden van het land, in de Liemers en lokaal langs de westkust van Noord-Holland 120 millimeter neerslagtekort. In een strook van de Utrechtse Heuvelrug over Flevoland naar Drenthe is een neerslagtekort van 30 millimeter, in deze gebieden valt het dus relatief mee met de droogte.

De zon scheen aan de kust duidelijk meer dan in het binnenland. In Vlissingen werden zelfs 287 zonuren gemeten (6e plek sinds 1906). In het Drentse Eelde scheen de zon maar 224 uur. De Bilt had in mei 6 mooi-weerdagen tegen 8 normaal, veel minder dan in het recordjaar 1989. Toen waren het er 17. Op een mooi-weerdag is het droog, schijnt de zon meer dan de helft van de tijd en is het warmer dan gebruikelijk.

Qua neerslag was mei met gemiddeld 46 millimeter een droge maand. Normaal valt 56 millimeter. De regionale verschillen waren groot. Zo was mei in een strook van het westen van Brabant via Utrecht en Flevoland naar de drie noordelijke provincies zelfs relatief nat. Daar viel tussen 50 en 80 millimeter regen (Lelystad 84 mm). In de westelijke kustprovincies en in het (zuid)oosten verliep de maand een stuk droger, zo viel in de Liemers in Gendringen maar 19 mm.

Na een zeer rustige maart en een winderige april, was mei weer vrij rustig. De landelijk gemiddelde windsnelheid was in deze maand 14,0 km/u tegen 15,8 km/u normaal. Sinds het begin van de windmetingen in 1906 verliep mei 8 keer rustiger dan dit jaar.

Jordi HuirneMeteoroloog en presentator
Reinout van den BornChef Redactie