Foto gemaakt door Leewarder Coruant - IJzel 8 december 1978 in de Leeuwarder Courant.
Foto gemaakt door Leewarder CoruantIJzel 8 december 1978 in de Leeuwarder Courant.
Nu

De mythische winter van 1979: het begin en wat voorafging

De epische winter van 1979 is voor weerliefhebbers vanaf ongeveer 50 jaar de standaard waaraan ze al het winterweer in de jaren daarna hebben afgemeten. Toen het op wintergebied ook niet opwindende decennium van de jaren 70 op zijn einde begon te lopen, kwam een winter die in één klap alles goed maakte. Misschien wel de laatste van de grote winters van de vorige eeuw blonk eigenlijk uit in alles. Alleen een Elfstedentocht kwam er uiteindelijk niet van.

Omdat we tegenwoordig live maar weinig aan winterweer meemaken, is het tijd voor een goede reconstructie. Om te laten zien hoe het óók kon en dat het weer tegenwoordig echt anders is, of we dat nu willen of niet. We gaan terug naar toen en doen dat in vijf delen. Vandaag deel 1: het spectaculaire begin van de winter en alles wat daaraan voorafging.

In het ziekenhuis

Voor mij begon de winter van 1979 in het ziekenhuis in Harderwijk. Ik was op 28 december 1978 als 10-jarig jongetje van mijn pony gevallen, ergens in het buitengebied van Garderen, midden op de Veluwe. Het dier was opstandig, bokte en gooide mij eraf. Daarna zette hij het op een lopen. Het vallen was niet zo erg, het op de zandige grond terechtkomen ook niet. Maar ik wilde het dier niet laten gaan en klampte me aan de teugels vast, terwijl ik door de rennende pony over de grond werd gesleept. Een botsing met één van de wapperende hoeven van het dier kon niet uitblijven en die kwam er dan ook. Vol werd ik op mijn schedel geraakt. Ik was even buiten westen en lag groggy op de grond. De anderen van het groepje met wie ik op pad was, vingen mijn pony. Bij één van hen thuis belden we mijn vader. Hij zou mij en de pony komen ophalen. Ik voelde me ziek, was misselijk en wilde alleen maar liggen. Omdat het binnen niet mocht, deed ik het buiten op de grond.

Eenmaal thuis moest ik overgeven. De dokter zei dat het beter was dat ik naar het ziekenhuis zou gaan. Daar werden een barst in de schedel en een hersenschudding geconstateerd. Ik moest een nachtje (het werden er twee) blijven. Slapen was er niet bij, de hoofdpijn was te erg. Om het halve uur kwam een zuster bij mijn bed met een lampje in mijn ogen schijnen, om te zien of het allemaal wel goed was. Het regende buiten, het waaide. Ik kon dat horen omdat ik niet sliep. De winter van 1979 stond op het punt van beginnen.

Patroon van de winter was er in de herfst ook al

De voorafgaande herfst zag je het patroon, dat in de winter zo zou domineren, al geleidelijk ontstaan. Oktober was nog mooi en droog met tussen de 7e en de 13e fraai nazomerweer. Daarna begonnen de schermutselingen tussen de kou vanuit het noorden en de zachtere lucht vanuit het zuiden.

Van 13 tot en met 24 november voerde een sterke zuidelijke tot zuidwestelijke wind aan de flank van een hogedrukgebied boven de Alpen steeds erg zachte lucht aan met temperaturen die makkelijk tot tussen 10 en 15 graden opliepen. Het einde van november en de start van december waren echter winters met op 5 dagen sneeuw en ook de eerste ijsdagen van het nieuwe seizoen.

Die eerste periode met winterweer duurde behoorlijk lang. Een eerste dooiaanval volgde op 8 en 9 december met ijzel en zorgde voor grote chaos op de wegen. Honderden automobilisten moesten de nacht in hun voertuig doorbrengen omdat ze geen kant meer op konden. De dooiaanval slaagde en daarna kregen we een week met een zachte en wisselvallige westcirculatie te maken.

Vorstgrens nooit ver weg

Het opvallende was dat de noordelijke helft van Scandinavië wel koud bleef. De vorstgrens in het noorden was nooit ver weg. Vanaf 16 december keerde de kou dan ook alweer naar Nederland terug. Achter een naar Zuid-Europa wegtrekkend lagedrukgebied draaide de wind naar het noorden en drong de winter opnieuw binnen. Een hogedrukgebied trok over het land naar het oosten. In de nachten vroor het 5 tot 10 graden, overdag kwam het kwik een aantal dagen niet meer boven nul. Alleen het noordoosten kreeg deze periode een klein beetje sneeuw. Rond 23 en 24 december maakte een volgende depressie vanaf de Oceaan een einde aan deze vorst.

Het grappige is dat ik me van deze toch al winterse voorgeschiedenis helemaal niets herinner. Ik zit er pas vanaf die fatale donderdag 28 december in, de dag dat ik in het ziekenhuis terechtkwam. De weerkaart was spectaculair. Boven Groenland en IJsland was de luchtdruk hoog, over Scandinavië stroomde ijskoude lucht naar het zuiden. Bij ons was de wind in het noorden oostelijk en daar werd het niet warmer dan 4 tot 6 graden, in de rest van het land waaide een zuidenwind en was het met temperaturen tussen 8 en 13 graden nog steeds zacht. Ik herinner me nog dat het niet koud was en dat de zon af en toe scheen. Ook was het in mijn herinnering droog.

Twee lagedrukgebieden passeerden

De opmars van de koude lucht kwam nog even tot staan, omdat een lagedrukgebied vanuit het Kanaal via Nederland naar het noordoosten snelde. Dat heeft de regen en de wind veroorzaakt die ik ‘s nachts in het ziekenhuis hoorde. In de nacht naar vrijdag 30 december regende het eerst ook, maar nu was het de oprukkende kou die regen veroorzaakte. Weer trok een lagedrukgebied over Nederland, maar nu over het zuiden. Erachter draaide de wind naar het noordoosten en was er geen houden meer aan. De kou begon het land vanuit het noorden langzaam te veroveren.

Mijn ouders, de 29e op bezoek in het ziekenhuis, vertelden over de weersverschillen. Ze zeiden dat het bij ons nog zacht was met regen en veel wind, maar dat het in het noorden al sneeuwde. Ik moest nog een nachtje blijven en begreep de regen, want die hoorde ik op de ramen.

De verschillen waren enorm. In vroege ochtend van die dag vroor het in het noorden al 7 graden en sneeuwde het er bij een harde noordoostenwind. Tegelijkertijd was het in Zuid-Limburg nog 8 graden boven nul. Tegen middernacht bereikte de kou ook het midden van het land. Ik merkte daar niet veel van, want het regende gewoon door. De eerste golven van de kou bevonden zich in een laag die maar een paar honderd meter dik was. Het ging dan ook ijzelen, voordat de sneeuw kwam.

Voor het eerst ijzel

De volgende ochtend mocht ik naar huis. In het noorden vroor het al 9 graden, in Limburg was het nog plus 3 en daar draaide de wind naar het noordwesten. Mijn ouders kwamen me halen toen het licht was. Buiten was het wit geworden. Mijn hoofd bonkte van de pijn. We reden over de heide bij Speuld naar Garderen. Er lag een auto op zijn kop in de kant. Door de ijzel, zei mijn vader. Het was min 6 graden en de eerste keer dat ik over ijzel hoorde. Ik was blij dat het sneeuwde. De epische winter van 1979 was ook voor mij begonnen. En zou nog twee volle maanden aanhouden.

Morgen plaatsen we deel 2 en gaan we het hebben over de sneeuwstorm waarmee de winter begon, de polar low en ijzige kou die volgden en over de veerkracht van de winter in de dagen daarna.

Lees ook de delen 2, 3, 4 en 5.

Reinout van den BornChef Redactie